Part of Smart Yellow Suite

WGK027501
Wijziging van het van het Besluit uitvoering pensioenwet en wet verplichte beroepspensioenregeling en het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen met betrekking tot aanpassen deadline implementatieplan en versoepelen indexatieregels

Updates ontvangen over deze regeling? Log in

Overheid.nl - XML - JSON

Type Algemene Maatregel van Bestuur
Fase Bekendmaking
Ministerie Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Datum uitgave 2 april 2025
Datum inwerkingtreding -
Per KB Nee

Documenten

stb-2025-154 (PDF)

Besluit van 5 juni 2025 tot wijziging van het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling en het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen met betrekking tot aanpassen deadline implementatieplan en versoepelen indexatieregels [KetenID WGK027501]

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 8 april 2025, nr. 2025-0000073890;

Gelet op de artikelen 137, derde lid, onderdeel c, 150c, derde lid, 150i, zesde lid, en 150j, vierde lid, van de Pensioenwet en de artikelen 132, derde lid, onderdeel b, 145b, derde lid, 145h, zesde lid, en 145i, vierde lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 7 mei 2025, nr. W12.25.00076/III);

Gezien het nader rapport van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 2 juni 2025, nr. 2025-0000119376,

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 43a komt te luiden:

Artikel 43a. Mijlpalen
Aan de mijlpalen, bedoeld in artikel 150c van de Pensioenwet dan wel artikel 145b van de Wet verplichte beroepspensioenregeling wordt uiterlijk voldaan op de volgende tijdstippen:
  1. voor de mijlpaal, bedoeld in artikel 150c, eerste lid, onderdeel a, van de Pensioenwet dan wel artikel 145b, eerste lid, onderdeel a, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling: 1 januari 2025;
  2. voor de mijlpaal, bedoeld in artikel 150c, eerste lid, onderdeel b, van de Pensioenwet dan wel artikel 145b, eerste lid, onderdeel b, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling: 1 juli 2025 voor pensioenfondsen die uiterlijk op 1 juli 2026 overgaan op uitvoering van een gewijzigde pensioenovereenkomst of beroepspensioenregeling als bedoeld in artikel 220i, tweede lid, van de Pensioenwet of artikel 214g, tweede lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling en uiterlijk 12 maanden voor de beoogde overgang op uitvoering van een gewijzigde pensioenovereenkomst of beroepspensioenregeling als bedoeld in artikel 220i, tweede lid, van de Pensioenwet, of artikel 214g, tweede lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, indien deze beoogde overgang na 1 juli 2026 plaatsvindt; en
  3. voor de mijlpalen, bedoeld in artikel 150c, tweede lid, onderdelen a en b, van de Pensioenwet dan wel artikel 145b, tweede lid, onderdelen a en b, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling: 1 oktober 2026.
B

Artikel 46, tweede lid, onderdeel g, komt te luiden:

  1. hoe het rekening heeft gehouden of zal houden met de gevolgen voor deelnemers, gewezen deelnemers, gewezen partners of pensioengerechtigden wanneer gebruik is of zal worden gemaakt van de mogelijkheid toeslag te verlenen bij een beleidsdekkingsgraad vanaf 105%;
C

In artikel 46a wordt, onder vernummering van het zesde lid tot het zevende lid, een lid ingevoegd, luidende:

6.
Het door de uitvoerder verstrekken van informatie aan deelnemers, gewezen deelnemers, gewezen partners en pensioengerechtigden, bedoeld in artikel 150j, derde lid, van de Pensioenwet of artikel 145i, derde lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, vindt uiterlijk plaats één maand voor het tijdstip van overgang op uitvoering van een gewijzigde pensioenovereenkomst of beroepspensioenregeling, bedoeld in artikel 220i, tweede lid, van de Pensioenwet of artikel 214g, tweede lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling.

Artikel 43a. Mijlpalen

Aan de mijlpalen, bedoeld in artikel 150c van de Pensioenwet dan wel artikel 145b van de Wet verplichte beroepspensioenregeling wordt uiterlijk voldaan op de volgende tijdstippen:

ARTIKEL II

Na artikel 15b van het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 15c. Toeslag vanwege dynamiseren indiening implementatieplan
1.
Artikel 137, tweede lid, onderdelen a en b, van de Pensioenwet dan wel artikel 132, tweede lid, onderdelen a en b, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling is niet van toepassing indien een fonds:
  1. naar verwachting zal overgaan op een collectieve waardeoverdracht als bedoeld in artikel 150m van de Pensioenwet dan wel artikel 145l van de Wet verplichte beroepspensioenregeling die ertoe strekt om in verband met een collectieve wijziging van de pensioenovereenkomsten dan wel een wijziging van de beroepspensioenregeling de waarde van de pensioenaanspraken of pensioenrechten aan te wenden bij het fonds overeenkomstig de gewijzigde pensioenovereenkomsten of beroepspensioenregeling;
  2. niet op 1 juli 2025 een implementatieplan heeft ingediend bij de toezichthouder; en
  3. voldoet aan de nadere voorwaarden in dit artikel.
2.
Er wordt geen toeslag verleend bij een beleidsdekkingsgraad onder 105%.
3.
Er wordt geen toeslag verleend bij een dekkingsgraad onder de 105% en indien de dekkingsgraad van het fonds door de toeslagverlening lager wordt dan 105%.
4.
Een fonds dat bij de toeslagverlening gebruik maakt van de regeling in dit artikel:
  1. onderbouwt de verwachting dat het zal overgaan tot collectieve waardeoverdracht als bedoeld in artikel 150m van de Pensioenwet dan wel artikel 145l van de Wet verplichte beroepspensioenregeling;
  2. onderbouwt waarom de toeslagverlening plaatsvindt vanuit het belang van deelnemers, gewezen deelnemers, andere aanspraakgerechtigden en pensioengerechtigden; en
  3. beschrijft kwantitatief de generatie-effecten van de toeslagverlening waarbij onderscheid wordt gemaakt naar leeftijdscohorten per geboortejaar in hele jaren, tenzij er zwaarwegende redenen zijn om andere leeftijdscohorten te hanteren en toegelicht wordt dat daarbij sprake is van voldoende representativiteit en voldoende onderscheidende verschillen.
5.
Het fonds informeert het verantwoordingsorgaan of belanghebbendenorgaan zo spoedig mogelijk over het besluit tot toeslagverlening en verstrekt daarbij de gegevens, bedoeld in het vierde lid.
6.
Het fonds stelt informatie over het besluit tot toeslagverlening en de onderbouwing daarvan tijdig ter beschikking van deelnemers, gewezen deelnemers, andere aanspraakgerechtigden en pensioengerechtigden of verstrekt deze informatie tijdig.
7.
Toepassing van dit artikel kan in afwijking van artikel 16, vierde lid.
8.
Dit artikel vervalt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Artikel 15c. Toeslag vanwege dynamiseren indiening implementatieplan

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Wetswijzigingen integreren met je processen? Probeer Way 3 weken gratis.