Besluit van 24 september 2025, houdende wijziging van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 en het Besluit langdurige zorg in verband met enkele verbeteringen van de eigen bijdragesystematiek [KetenID WGK027493]
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 30 juni 2025, kenmerk 4147983-1084861-WJZ;
Gelet op artikel 2.1.4a, zevende lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en artikel 3.2.5, tweede lid, van de Wet langdurige zorg;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 23 juli 2025, no. W13.25.00157/III);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 22 september 2025, kenmerk 4171486-1084861-WJZ;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 3.2, derde lid, vervalt «artikel 3.15, tweede lid,».
B
In artikel 3.7, derde lid, vervalt «3.15, eerste en tweede lid,» en wordt «3.16, eerste lid,» vervangen door «3.16».
C
Artikel 3.10, eerste lid, komt als volgt te luiden:
1.
Indien ten aanzien van de ongehuwde cliënt of de gehuwde cliënt en diens echtgenoot geen voor de vaststelling van de bijdrage benodigde gegevens inzake het inkomen en de rendementsgrondslag beschikbaar zijn, wordt de bijdrage vastgesteld op het bedrag, bedoeld in artikel 2.1.4, derde lid, of 2.1.4a, vierde lid, van de wet, of, indien een verordening als bedoeld in artikel 3.8, tweede lid, geldt, wordt de bijdrage op nihil gesteld.D
Artikel 3.15 vervalt.
E
Artikel 3.16 wordt als volgt gewijzigd:
F
Artikel 3.17, eerste lid, komt als volgt te luiden:
1.
Indien ten aanzien van de ongehuwde cliënt of de gehuwde cliënt en diens echtgenoot geen voor de vaststelling van de bijdrage benodigde gegevens inzake het inkomen en de rendementsgrondslag beschikbaar zijn, wordt:- de bijdrage, bedoeld in artikel 3.11, eerste lid, vastgesteld op € 0 per maand;
- de bijdrage, bedoeld in artikel 3.12, eerste en tweede lid, vastgesteld op het minimumbedrag, genoemd in artikel 3.12, derde lid.
ARTIKEL II
Het Besluit langdurige zorg wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 3.3.1.2, derde lid, wordt «artikel 3.3.2.4, tweede lid, of artikel 3.3.2.5» vervangen door «of artikel 3.3.2.4, tweede lid,».
B
In artikel 3.3.1.7, derde lid, vervalt «artikel 3.3.2.5, eerste en tweede lid,» en wordt «3.3.2.6, eerste lid,» vervangen door «3.3.2.6».
C
Artikel 3.3.2.5 vervalt.
D
Artikel 3.3.2.6 wordt als volgt gewijzigd:
E
Artikel 3.3.2.7, eerste lid, komt als volgt te luiden:
1.
Indien ten aanzien van de ongehuwde verzekerde of de gehuwde verzekerde en diens echtgenoot geen voor de vaststelling van de eigen bijdrage benodigde gegevens inzake het inkomen en de rendementsgrondslag beschikbaar zijn:- wordt de eigen bijdrage, bedoeld in artikel 3.3.2.1, eerste lid, vastgesteld op € 0 per maand;
- wordt de eigen bijdrage, bedoeld in artikel 3.3.2.2, eerste en tweede lid, vastgesteld op het minimumbedrag, genoemd in het derde lid van dat artikel, en is het vierde lid van dat artikel van overeenkomstige toepassing.
ARTIKEL III
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2026.