Part of Smart Yellow Suite

WGK027079
Besluit tot wijziging van het Rijnvaartpolitiereglement 1995

Updates ontvangen over deze regeling? Log in

Overheid.nl - XML - JSON

Type Algemene Maatregel van Bestuur
Fase Bekendmaking
Ministerie Infrastructuur en Waterstaat
Datum uitgave 2 mei 2025
Datum inwerkingtreding -
Per KB Nee

Opschrift

Besluit tot wijziging van het Rijnvaartpolitiereglement 1995, houdende de implementatie van resoluties 2023-II en 2024-I van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart

Samenvatting

Met dit besluit wordt een aantal besluiten van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart geïmplementeerd in het Rijnvaartpolitiereglement 1995. Dit gaat om de protocollen 2023-II-11, 2023-II-12, 2023-II-13, 2024-I-10, 2024-I-11 en 2024-I-12. De implementatie wordt zonder beleidsruimte één op één uitgevoerd. De besluiten van de CCR hebben tot doel de veiligheid en rechtszekerheid verder te bevorderen. - De wijziging van 2023-II-11 heeft betrekking op de plaatsing van boordlichten op een varend duwstel. - De wijziging 2023-II-12 maakt dat verouderde eisen voor het gebruiken van het teken van het verbod te roken, onbeschermd licht of vuur vervalt. - De wijziging 2023-II-13 maakt dat een transactiebewijs voor de verwijderingsbijdrage aan de nationale instituten in elektronische vorm kan worden overlegd - De wijziging 2024-I-10 betreft een verlenging van tijdelijke aard van een tijdelijk voorschrift en heeft betrekking op een uitbreiding van de elektronische meldplicht tot schepen langer dan 86 meter. - De wijziging van 2024-I-11 heeft betrekking op de plaatsing van de boordlichten op een alleenvarend motorschip. - De wijziging 2024-II-12 breidt de elektronische meldplicht uit tot diverse andere scheepstypen.

Documenten

stb-2025-232 (PDF)

Besluit van 30 augustus 2025 tot wijziging van het Rijnvaartpolitiereglement 1995, houdende de implementatie van resoluties 2023-II en 2024-I van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart en tot wijziging van het Arbeidstijdenbesluit vervoer in verband met actualisaties [KetenID: WGK027079]

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat van 18 maart 2025, nr. IENW/BSK-2025/32614, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Gelet op de op 17 oktober 1868 te Mannheim tot stand gekomen Herziene Rijvaartakte, de resoluties van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart van 6 december 2023 (protocollen 2023-II-11, 2023-II-12en 2023-II-13) en 13 juni 2024 (protocollen 2024-I-10, 2024-I-11 en 2024-I-12) en op artikel 5:12, tweede lid, van de Arbeidstijdenwet;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 9 april 2025, nr. W17.25.00065/IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat van 18 augustus 2025, nr. IenW/BSK-2025/131157, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Rijnvaartpolitiereglement 1995 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3.08 wordt als volgt gewijzigd:

  1. boordlichten, die zich op gelijke hoogte en in één lijn loodrecht op de lengte-as van het schip bevinden. Zij worden ten minste 1 m lager dan het toplicht en op het achterschip gevoerd. Deze boordlichten zijn naar de binnenzijde van het schip zodanig afgeschermd, dat het groene licht niet van bakboordzijde en het rode licht niet van stuurboordzijde kan worden gezien;.
5.
Het voorschrift in het eerste lid, onderdeel b, onder ii, is niet van toepassing op:
  1. schepen die zijn bestemd voor het vervoer van passagiers en waarvoor een Certificaat van Onderzoek of een als gelijkwaardig erkend certificaat voor de eerste maal vóór 1 december 2026 is afgegeven;
  2. pleziervaartuigen als bedoeld in artikel 1.01, onderdeel 1.24, van ES-TRIN waarvoor een Certificaat van Onderzoek of een als gelijkwaardig erkend certificaat voor de eerste maal vóór 1 december 2026 is afgegeven;
  3. traditionele vaartuigen als bedoeld in artikel 1.01, onderdeel 1.28, van ES-TRIN;
  4. replica’s van traditionele vaartuigen als bedoeld in artikel 1.01, onderdeel 1.29, van ES-TRIN.
B

Artikel 3.10, eerste lid, onderdeel b, wordt «op het breedste gedeelte van het duwstel, zo dicht mogelijk bij de duwboot» vervangen door «zo ver mogelijk naar achteren op het breedste gedeelte van het duwstel» en wordt «binnen» vervangen door «vanaf».

C

Artikel 3.32, derde lid, vervalt.

D

In artikel 4.07, derde lid, wordt «Besluit 2021-I-11» vervangen door «Besluit 2024-I-10».

E

Artikel 12.01 wordt als volgt gewijzigd:

  1. schip met een lengte van meer dan 86 m dat over een of meer laadruimen voor het vervoer van goederen beschikt, met uitzondering van bunkerschepen en bilgeboten zoals gedefinieerd onder 1.2.1 van het reglement dat als bijlage bij het ADN is gevoegd;.
  1. schip dat een andere energiebron dan gasolie voor de voortstuwings- of hulpsystemen aan boord heeft;.
  1. aanwezigheid aan boord van voortstuwings- of hulpsystemen die bestemd zijn om te worden gebruikt met een van de volgende energiebronnen:
    1. vloeibaar aardgas (LNG);
    2. methanol;
    3. gasvormig waterstof;
    4. accumulatoren met een totaal vermogen van meer dan 500 kWh;.
F

In bijlage 13, categorie 6.4, wordt in de kolom «exemplaar van de scheepsbescheiden en andere documenten aan boord dat in elektronisch format geraadpleegd kan worden» «niet toegestaan» vervangen door «toegestaan».

ARTIKEL II

Het Arbeidstijdenbesluit vervoer wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 5.1:1 wordt «artikel 3.11 van het Reglement betreffende het scheepvaartpersoneel op de Rijn» vervangen door «artikel 18.02 van het Reglement betreffende het scheepvaartpersoneel op de Rijn».

B

In artikel 5.5:3 wordt «de artikelen 3.11 onderscheidenlijk 3.12 van het Reglement betreffende het scheepvaartpersoneel op de Rijn» vervangen door «de artikelen 18.02 onderscheidenlijk 18.03 van het Reglement betreffende het scheepvaartpersoneel op de Rijn».

ARTIKEL III

Wetswijzigingen integreren met je processen? Probeer Way 3 weken gratis.