Besluit van 8 oktober 2025 tot wijziging van het Besluit Woningbouwimpuls 2020 in verband met actualisatie van begrippen betaalbare woningen en delegatie van criteria voor toekenning
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening van 3 juni 2025, nr. 2025-0000355710 ;
Gelet op artikel 81, tweede lid, van de Woningwet;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 20 augustus 2025, No. W04.25.00136/I);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening van 6 oktober 2025, nr. 2025-0000531793;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Het Besluit Woningbouwimpuls 2020 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
- huurwoning voor middenhuur: huurwoning met een aanvangshuurprijs van ten minste het bedrag, bedoeld in artikel 13, eerste lid, onder a, van de Wet op de huurtoeslag, en ten hoogste:
- het bedrag als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Besluit huurprijzen woonruimte; of
- het onder i bedoelde bedrag met inbegrip van een vermeerdering als bedoeld in artikel 8a, eerste, derde, vierde of vijfde lid, voor zover het gaat om een huurwoning als bedoeld in die leden;
- betaalbare koopwoning: koopwoning met een koopprijs vrij op naam bij eerste verkoop van ten hoogste de geïndexeerde bovengrens, bedoeld in artikel 7, vierde lid, van de Huisvestingswet 2014;
B
Artikel 2 komt te luiden:
Artikel 2. Activiteiten waarvoor een uitkering kan worden verstrekt
1.
Onze Minister kan op aanvraag van een college een specifieke uitkering verstrekken aan de gemeente voor bijdragen in projecten die:- Het realiseren of het versnellen van de bouw van een substantieel aantal betaalbare woningen in een kwalitatief goede leefomgeving tot doel hebben;
- Nog niet in de uitvoerende fase zijn;
- Binnen afzienbare tijd opgestart kunnen worden; en
- Door de bij het project betrokken partijen zelf van een substantiële financiële bijdrage worden voorzien.
2.
De aangevraagde uitkering bedraagt ten hoogste het aantoonbare financiële tekort van een gemeente op de voor het project noodzakelijke publieke investeringen verminderd met bijdragen als bedoeld in het eerste lid, onder d, en publieke opbrengsten verbonden aan het project.3.
Bij ministeriële Regeling kunnen nadere regels worden gesteld over de toepassing van het eerste en tweede lid.C
In artikel 3 komen onder vernummering van het tweede tot het eerste lid en het vierde tot het tweede lid het eerste en derde lid te vervallen.
D
Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
E
Artikel 5, eerste lid, wordt «artikel 4, derde lid» vervangen door «artikel 4, tweede lid» en wordt «artikel 4, vijfde lid» vervangen door «artikel 4, vijfde lid».
F
In het eerste lid, onderdeel c, en het derde lid, onderdeel a, van artikel 6 wordt «artikel 3, tweede of derde lid,» vervangen door «artikel 3, eerste lid,».
G
In artikel 7, derde lid, wordt «artikel 4, eerste of tweede lid,» vervangen door «artikel 4, eerste lid,» en na «bedoelde aanvraagtijdvak» wordt ingevoegd «welke termijn de commissie, door schriftelijke kennisgeving daarvan aan Onze Minister binnen die termijn, eenmalig kan verlengen met een door de commissie daarbij te bepalen termijn van ten hoogste vier weken».
H
In artikel 8, tweede lid, wordt «artikel 4, derde lid,» vervangen door «artikel 4, tweede lid,»
I
Artikel 11 komt te luiden:
Artikel 11. Overgangsrecht
De aanvraag wordt behandeld onder het recht zoals dat luidde ten tijde van het aanvraagtijdvak als bedoeld in artikel 4, eerste lid, waarbinnen die aanvraag is gedaan.Artikel 2. Activiteiten waarvoor een uitkering kan worden verstrekt
Artikel 11. Overgangsrecht
De aanvraag wordt behandeld onder het recht zoals dat luidde ten tijde van het aanvraagtijdvak als bedoeld in artikel 4, eerste lid, waarbinnen die aanvraag is gedaan.
II
Aan het Besluit van 29 oktober 2022, houdende het stellen van regels over het verstrekken van specifieke uitkeringen aan gemeenten of provincies voor activiteiten die passen in het rijksbeleid met betrekking tot het bouwen, het wonen en de woonomgeving ( Stb. 2022, 452 ) wordt na artikel 5 een artikel toegevoegd, luidende:
Artikel 6. Citeertitel
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit specifieke uitkeringen volkshuisvestingArtikel 6. Citeertitel
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit specifieke uitkeringen volkshuisvesting
III
Dit Besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2026.