WGK026986
Wijziging art. 119 Grondwet inzake vervolging en berechting Kamerleden en bewindspersonen wegens ambtsdelicten
Updates ontvangen over deze regeling? Log in
Overheid.nl - XML - JSON
Type | Wet |
---|---|
Fase | Raad van State |
Ministerie | Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties |
Datum uitgave | 23 januari 2025 |
Datum inwerkingtreding | - |
Per KB | Nee |
Samenvatting
De wetgeving voor de opsporing, vervolging en berechting van ambtsdelicten door Kamerleden en bewindspersonen moet worden gemoderniseerd. De huidige (grond)wettelijke regeling is gedateerd en schiet ernstig tekort, zo constateerde de commissie Fokkens al eerder. Het grootste bezwaar aan de huidige regels is dat het uit 1848 stammende artikel 119 van de Grondwet de beslissing over vervolging van een Kamerlid of bewindspersoon wegens een ambtsdelict heeft belegd bij politieke organen: de regering of de Tweede Kamer. Een ander bezwaar is dat het fundamentele recht op hoger beroep ontbreekt.