Besluit van 18 december 2024 tot wijziging van het Besluit energie vervoer in verband met het opheffen van de uitsluiting van de inboekbevoegdheid van geleverde biobrandstoffen en hernieuwbare brandstoffen aan luchtvaart en zeevaart en in verband met het wijzigen van de spaarpercentages van hernieuwbare brandstofeenheden vanwege de toekomstige overgang naar een aangepast systeem hernieuwbare energie vervoer, alsmede enkele technische wijzigingen op het gebied van het inboeken van geleverde hernieuwbare brandstoffen en elektriciteit
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat van 3 oktober 2024 en nummer IENW/BSK-2024/252888, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;
Gelet op de artikelen 9.7.1.2, tweede lid, 9.7.4.4, eerste lid, 9.7.5.6, tweede lid, en 9.8.4.6, tweede lid, van de Wet milieubeheer;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 27 november 2024, No. W17.24.00278/IV;
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat van 17 december 2024, IENW/BSK-2024/346549, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Het Besluit energie vervoer wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
B
Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
- zijn levering tot eindverbruik van dierlijke bijproducten die hij op locatie gebruikt als brandstof voor verwarming.
C
In artikel 7, vierde lid, wordt na «residuen,» ingevoegd «ook indien deze afvalstoffen en residuen in een product zijn verwerkt alvorens ze verder wordt verwerkt in een vloeibare biobrandstof,».
D
Artikel 8, vierde lid, wordt na «residuen» ingevoegd «, ook indien deze afvalstoffen en residuen in een product zijn verwerkt alvorens ze verder wordt verwerkt in een gasvormige biobrandstof,».
E
Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:
2.
De in te boeken vloeibare hernieuwbare brandstof:- bevond zich direct voorafgaand aan de levering aan de Nederlandse markt op een opslaglocatie van de inboeker die door het door hem gehanteerde vrijwillige systeem is gecertificeerd, dan wel op een andere opslaglocatie voor zover die certificering zich over die locatie uitstrekt; en
- voldoet aan de broeikasgasemissiereductiedrempels, bedoeld in artikel 25, tweede lid, van de richtlijn hernieuwbare energie.
3.
De onderneming, genoemd in het eerste lid, voert een massabalans van hernieuwbare brandstoffen over zijn opslaglocatie, bedoeld in het tweede lid.F
Artikel 9a wordt als volgt gewijzigd:
2.
In afwijking van het eerste lid kan gasvormige hernieuwbare brandstof die als waterstof geleverd wordt aan binnenschepen en zeeschepen worden ingeboekt in het register door een onderneming die gecertificeerd is door een vrijwillig systeem en die de gasvormige hernieuwbare brandstof produceert en levert met behulp van een waterstofcontainer.G
Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:
H
Artikel 16 vervalt.
I
Artikel 17 vervalt
J
Artikel 18 vervalt.
K
Artikel 29 wordt als volgt gewijzigd:
L
In artikel 46, eerste lid, wordt «2.000 hernieuwbare brandstofeenheden» vervangen door «1.000 hernieuwbare brandstofeenheden».
ARTIKEL II
Artikel 29 van het Besluit energie vervoer, zoals dit luidde onmiddellijk voor inwerkingtreding van dit besluit, blijft van toepassing op het aantal per soort te sparen hernieuwbare brandstofeenheden ten behoeve van het voldoen aan de jaarverplichting over het kalenderjaar 2025.
ARTIKEL III
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2025. Indien het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 1 januari 2025, treedt het in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst, en werkt het terug tot en met 1 januari 2025.