Part of Smart Yellow Suite

WGK026375
Wijziging Uitvoeringsbesluit Wkkgz

Updates ontvangen over deze regeling? Log in

Overheid.nl - XML - JSON

Type Algemene Maatregel van Bestuur
Fase Bekendmaking
Ministerie Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Datum uitgave 17 april 2024
Datum inwerkingtreding -
Per KB Ja

Samenvatting

Dit Besluit wijzigt het huidige Uitvoeringsbesluit Wkkgz om de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) meer ruimte te geven om te differentiëren in haar toezicht op verplichte meldingen.

Documenten

stb-2024-343 (PDF)

Besluit van 6 november 2024, houdende wijziging van het Uitvoeringsbesluit Wkkgz in verband met toezicht op maat na verplichte meldingen van calamiteiten en geweld in de zorgrelatie, van ontslag in verband met disfunctioneren en andere meldingen

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 15 juli 2024, kenmerk 3890535-1068257-WJZ;

Gelet op artikel 25, tweede lid, van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 2 oktober 2024, no. W13.24.00178/III);

Gezien het nader rapport van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 4 november 2024, kenmerk 3988924-1073811-WJZ;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Uitvoeringsbesluit Wkkgz wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 8.7 wordt als volgt gewijzigd:

4.
De Inspectie beoordeelt het onderzoek, bedoeld in het tweede lid, met het oog op de vaststelling, bedoeld in het eerste lid. Deze beoordeling kan verschillen in verschillende situaties.
5.
De Inspectie doet van de beëindiging van het onderzoek schriftelijk of elektronisch mededeling aan de melder en de zorgaanbieder of het betrokken bedrijf.
B

Artikel 8.8 wordt als volgt gewijzigd:

1.
De Inspectie verricht, in afwijking van artikel 8.7, tweede lid, het onderzoek zelf, indien zij daar aanleiding toe ziet.
2.
De Inspectie verricht, nadat de betrokken zorgaanbieder of het betrokken bedrijf in de gelegenheid is gesteld om onderzoek als bedoeld in artikel 8.7, tweede lid, te doen zelf het nodige onderzoek indien zij vaststelt dat:
  1. de betrokken zorgaanbieder of het betrokken bedrijf zelf het gevraagde onderzoek niet of onvoldoende doet; of
  2. er andere redenen zijn om zelf onderzoek te verrichten.
C

Artikel 8.9 vervalt.

D

Artikel 8.10 wordt als volgt gewijzigd:

1.
De Inspectie legt, indien het onderzoek, bedoeld in artikel 8.8, eerste lid, hier aanleiding toe geeft, de relevante feiten vast in een conceptrapport.
E

Artikel 8.11 wordt als volgt gewijzigd:

5.
Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over gevallen waarin het niet noodzakelijk of niet wenselijk is om het rapport geheel of gedeeltelijk aan bij het onderzoek betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen toe te sturen.
F

Artikel 8.12 komt te luiden:

Artikel 8.12
1.
Met betrekking tot een verplichte melding van een ontslag in verband met disfunctioneren beoordeelt de Inspectie binnen een termijn van vier weken na de datum waarop de melding in behandeling is genomen of er aanleiding bestaat voor nader onderzoek en doet hiervan schriftelijk of elektronisch mededeling aan de betrokken zorgverlener. De Inspectie kan deze termijn met twee weken verlengen.
2.
Indien de Inspectie heeft geoordeeld dat er aanleiding is de melding nader te onderzoeken, gaat de mededeling vergezeld van een beknopte omschrijving van de acties die de Inspectie zal ondernemen en de termijn waarbinnen deze plaats zullen vinden.
3.
In een nader onderzoek vergaart de Inspectie de kennis, relevante feiten en de af te wegen belangen, die nodig zijn om te kunnen vaststellen of sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 25, eerste lid, van de wet.
4.
In het kader van het nader onderzoek kan de Inspectie de betrokken zorgverlener en andere personen uitnodigen voor een gesprek binnen een door de Inspectie te stellen redelijke termijn.
5.
Van het gesprek wordt een verslag gemaakt. Het verslag wordt voorgelegd aan degenen met wie gesproken is. Zij krijgen de gelegenheid om binnen twee weken schriftelijk of elektronisch te reageren op eventuele feitelijke onjuistheden in het verslag. De Inspectie verwerkt ontvangen correcties in het verslag of legt deze gemotiveerd terzijde. De Inspectie stuurt het definitieve verslag aan degenen met wie is gesproken.
G

Artikel 8.13 wordt als volgt gewijzigd:

H

Artikel 8.14 wordt als volgt gewijzigd:

I

Artikel 8.18 wordt als volgt gewijzigd:

1.
De Inspectie beoordeelt binnen een termijn van vier weken na de datum waarop de melding in behandeling is genomen of er aanleiding bestaat voor nader onderzoek en doet hiervan schriftelijk of elektronisch mededeling aan de melder. De Inspectie kan deze termijn met twee weken verlengen.
J

Artikel 8.20, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

K

Artikel 8.21 wordt als volgt gewijzigd:

4.
De Inspectie beoordeelt het onderzoek, bedoeld in het tweede lid, met het oog op de vaststelling, bedoeld in het eerste lid. Deze beoordeling kan verschillen in verschillende situaties.
5.
De Inspectie doet van de beëindiging van het onderzoek schriftelijk of elektronisch en mededeling aan de melder en de zorgaanbieder of het betrokken bedrijf.
L

Artikel 8.22 wordt als volgt gewijzigd:

1.
De Inspectie verricht het nader onderzoek, als bedoeld in artikel 8.21, tweede lid, zelf indien zij daar aanleiding toe ziet.
2.
De Inspectie verricht zelf het nader onderzoek, nadat de betrokken zorgaanbieder dan wel het betrokken bedrijf, dan wel degene die het bevolkingsonderzoek of het wetenschappelijk onderzoek verricht in de gelegenheid is gesteld om onderzoek als bedoeld in artikel 8.21, tweede lid, te doen indien zij vaststelt dat:
  1. de betrokken zorgaanbieder of het betrokken bedrijf, dan wel degene die het bevolkingsonderzoek of het wetenschappelijk onderzoek verricht, niet zelf het gevraagde onderzoek voldoende doet; of
  2. er andere redenen zijn om zelf onderzoek te verrichten.
M

Artikel 8.23 vervalt.

N

Artikel 8.24 wordt als volgt gewijzigd:

1.
Na beëindiging van het onderzoek, bedoeld in artikel 8.22, eerste lid, anders dan met toepassing van artikel 8.21, vijfde lid, legt de Inspectie indien het onderzoek hier aanleiding toe geeft de relevante feiten vast in een conceptrapport.
O

Artikel 8.25 wordt als volgt gewijzigd:

5.
Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over gevallen waarin het niet noodzakelijk of niet wenselijk is om het rapport geheel of gedeeltelijk aan bij het onderzoek betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen toe te sturen.
P

Artikel 8.26, tweede lid, komt te luiden:

2.
De artikelen 8.18, tweede lid, 8.22, tweede lid, 8.24, tweede lid, en 8.25, vierde lid, blijven buiten toepassing ten aanzien van de melder indien het openbaar ministerie of een regionale toetsingscommissie als bedoeld in artikel 3 van de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding de melder is.
Q

In artikel 8.28, eerste en derde lid, wordt «artikel 25, tweede lid, onderdeel c,» vervangen door «artikel 25, derde lid, onderdeel c,».

Artikel 8.12

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2025.

Wetswijzigingen integreren met je processen? Probeer Way 3 weken gratis.