Part of Smart Yellow Suite

WGK026228
Wijziging Besluit gefluoreerde broeikasgassen en ozonlaagafbrekende stoffen in verband met de verordeningen F-gassen en O-stoffen

Updates ontvangen over deze regeling? Log in

Overheid.nl - XML - JSON

Type Algemene Maatregel van Bestuur
Fase Bekendmaking
Ministerie Klimaat en Groene Groei
Datum uitgave 14 juli 2025
Datum inwerkingtreding -
Per KB Nee

Documenten

stb-2025-199 (PDF)

Besluit van 14 juli 2025, houdende wijziging van het Besluit gefluoreerde broeikasgassen en ozonlaagafbrekende stoffen en enkele andere besluiten in verband met de uitvoering van Verordening (EU) 2024/573 van het Europees Parlement en de Raad van 7 februari 2024 betreffende gefluoreerde broeikasgassen, tot wijziging van Richtlijn (EU) 2019/1937 en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 517/2014, en Verordening (EU) 2024/590 van het Europees Parlement en de Raad van 7 februari 2024 betreffende stoffen die de ozonlaag afbreken, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1005/2009

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Klimaat en Groene Groei van 12 februari 2025, nr. WJZ / 96593096;

Gelet op Verordening (EU) 2024/573 van het Europees Parlement en de Raad van 7 februari 2024 betreffende gefluoreerde broeikasgassen, tot wijziging van Richtlijn (EU) 2019/1937 en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 517/2014, en Verordening (EU) 2024/590 van het Europees Parlement en de Raad van 7 februari 2024 betreffende stoffen die de ozonlaag afbreken, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1005/2009, Verordening (EU) 2024/2174 van de Europese Commissie van 2 september 2024 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) 2024/573 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de vorm van de etiketten voor bepaalde producten en apparatuur die gefluoreerde broeikasgassen bevatten, en tot intrekking van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2068, Verordening (EU) 2024/2195 van 4 september 2024 tot vaststelling van de vorm van de indiening van de rapportage van gegevens zoals bedoeld in artikel 26 van Verordening (EU) 2024/573 van het Europees Parlement en de Raad betreffende gefluoreerde broeikasgassen en tot intrekking van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1191/2014 en Verordening (EU) 2024/2215 van 6 september 2024 tot vaststelling, ingevolge Verordening (EU) 2024/573 van het Europees Parlement en de Raad, van minimumeisen voor de afgifte van certificaten aan natuurlijke en rechtspersonen en de voorwaarden voor de wederzijdse erkenning van dergelijke certificaten betreffende stationaire koel-, klimaatregelings- en warmtepompapparatuur, organische rankinecycli en koeleenheden van koelwagens, van koelaanhangwagens, van lichte koelvoertuigen, van gekoelde intermodale containers en van gekoelde treinwagons die gefluoreerde broeikasgassen of alternatieven daarvoor bevatten, en tot intrekking van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2067;

Gelet op de artikelen 8.40, 9.2.2.1, eerste lid, en 11a.2, eerste en derde lid, van de Wet milieubeheer, artikel 4.3, eerste lid, onderdeel b, van de Omgevingswet en artikel 257b van het Wetboek van Strafvordering;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 23 april 2025, nr. W19.25.00030/IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Klimaat en Groene Groei van 9 juli 2025, nr. WJZ / 98537865;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit gefluoreerde broeikasgassen en ozonlaagafbrekende stoffen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

B

Na artikel 2 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2a
Voor de toepassing van dit besluit wordt een eigenaar aangewezen als zijnde eveneens verantwoordelijk voor de verplichtingen van een exploitant indien hij de feitelijke macht over het technisch functioneren van de onder de F-gassenverordening vallende producten, apparatuur of inrichtingen contractueel heeft overgedragen aan een dienstverlener.
C

Artikel 3 komt als volgt te luiden:

Artikel 3
Onze Minister is de bevoegde autoriteit, bedoeld in de artikelen 4, 7, 8, 11, 13, 14, 15, 16, 17, 19, 20, 22, 23, 24, 28, 29 en 31 van de F-gassenverordening.
D

Artikel 4 komt als volgt te luiden:

Artikel 4
Het is verboden te handelen in strijd met de volgende bepalingen van de F-gassenverordening:
  1. artikel 4;
  2. artikel 5, eerste lid, in verbinding met artikel 5, tweede tot en met vierde lid en zesde lid. Dit verbod is niet van toepassing in de gevallen en onder de voorwaarden, genoemd in artikel 5, eerste lid, tweede, derde en vierde alinea en vijfde lid van de F-gassenverordening;
  3. artikel 6;
  4. artikel 7, eerste lid, in verbinding met artikel 7, tweede lid;
  5. artikel 7, derde lid, in verbinding met artikel 11, zesde lid;
  6. artikel 7, vierde lid, in verbinding met artikel 11, zevende lid;
  7. artikel 7, vijfde lid;
  8. artikel 8, eerste lid, in verbinding met artikel 8, tweede, derde, vierde en vijfde lid;
  9. artikel 8, zesde tot en met elfde lid;
  10. artikel 10, eerste, tweede en twaalfde lid;
  11. artikel 11, eerste lid, eerste alinea. Dit verbod is niet van toepassing in de gevallen en onder de voorwaarden, genoemd in artikel 11, eerste lid, tweede, vierde en vijfde alinea en tweede lid, van de F-gassenverordening;
  12. artikel 11, eerste lid, derde alinea, eerste volzin, in verbinding met artikel 11, eerste lid, eerste alinea en met bijlage IV. Dit verbod is niet van toepassing in de gevallen en onder de voorwaarden, genoemd in artikel 11, eerste lid, derde alinea, tweede en derde volzin, van de F-gassenverordening;
  13. artikel 11, derde lid, eerste alinea, eerste en tweede volzin, in verbinding met artikel 11, derde lid, tweede alinea. Dit verbod is niet van toepassing in de gevallen en onder de voorwaarden, genoemd in artikel 11, derde lid, eerste alinea, derde volzin, van de F-gassenverordening;
  14. artikel 11, vierde lid, zesde lid, eerste alinea, zevende en achtste lid;
  15. artikel 12, eerste lid en derde lid, derde alinea, in verbinding met artikel 12, derde lid, eerste en tweede alinea, en vierde lid;
  16. artikel 12, tweede lid, in verbinding met artikel 11, vijfde lid, en artikel 16, vierde lid;
  17. artikel 12, vijfde tot en met dertiende, vijftiende en zestiende lid;
  18. artikel 12, veertiende lid, eerste alinea, in verbinding met artikel 12, achtste tot en met twaalfde lid;
  19. artikel 13, eerste, tweede, achtste en achttiende lid;
  20. artikel 13, derde lid, eerste alinea. Dit verbod is niet van toepassing in de gevallen en onder de voorwaarden, genoemd in artikel 13, derde lid, tweede, derde en vierde alinea, van de F-gassenverordening;
  21. artikel 13, vierde lid, eerste alinea. Dit verbod is niet van toepassing in de gevallen en onder de voorwaarden, genoemd in artikel 13, vierde lid, tweede alinea, en zesde lid van de F-gassenverordening;
  22. artikel 13, vijfde lid, eerste alinea. Dit verbod is niet van toepassing in de gevallen en onder de voorwaarden, genoemd in artikel 13, vijfde lid, tweede en derde alinea, en zesde lid, van de F-gassenverordening;
  23. artikel 13, zevende lid, eerste alinea. Dit verbod is niet van toepassing in de gevallen en onder de voorwaarden, genoemd in artikel 13, zevende lid, derde alinea, van de F-gassenverordening;
  24. artikel 13, negende lid. Dit verbod is niet van toepassing in de gevallen en onder de voorwaarden, genoemd in artikel 13, tiende tot en met zeventiende lid, van de F-gassenverordening;
  25. artikel 13, negentiende lid in verbinding met artikel 13, twintigste lid;
  26. artikel 14, tweede lid. Dit verbod is niet van toepassing in het geval, genoemd in artikel 14, vijfde lid, eerste volzin, van de F-gassenverordening;
  27. artikel 16, eerste lid, in verbinding met artikel 16, vijfde en zesde lid, artikel 17 en artikel 21, vierde lid. Dit verbod is niet van toepassing in de gevallen en onder de voorwaarden, genoemd in artikel 16, tweede lid en vierde lid, van de F-gassenverordening;
  28. artikel 19, eerste lid, in verbinding met artikel 19, tweede, derde en vijfde lid, en artikel 21, vierde lid. Dit verbod is niet van toepassing in de gevallen en onder de voorwaarden, genoemd in artikel 19, zesde lid, van de F-gassenverordening;
  29. artikel 20, vierde lid, in verbinding met artikel 18, derde lid, eerste alinea;
  30. artikel 21, eerste lid, tweede alinea, en derde lid, tweede volzin;
  31. artikel 22, eerste lid, eerste alinea. Dit verbod is niet van toepassing in de gevallen, genoemd in artikel 22, eerste lid, tweede alinea, van de F-gassenverordening;
  32. artikel 22, derde lid, eerste alinea. Dit verbod is niet van toepassing in de gevallen en onder de voorwaarden, genoemd in artikel 22, derde lid, tweede alinea, en vierde lid, van de F-gassenverordening;
  33. artikel 22, vijfde lid;
  34. artikel 23, derde, zesde tot en met achtste lid, tiende lid, tweede alinea en twaalfde lid, derde alinea;
  35. artikel 25, eerste lid, in verbinding met artikel 25, vierde lid. Dit verbod is niet van toepassing in de gevallen en onder de voorwaarden, genoemd in artikel 25, derde en vijfde lid, van de F-gassenverordening; en
  36. artikel 26.
E

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

F

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

1.
Voor de uitvoering van de taken, bedoeld in artikel 10, eerste lid, eerste alinea, van de F-gassenverordening, alsmede voor de terugwinning van gefluoreerde broeikasgassen uit klimaatregelingsapparatuur in motorvoertuigen die binnen het toepassingsgebied van Richtlijn 2006/40/EG vallen, beschikt een natuurlijk persoon over een certificaat dat is verleend door een instelling die daartoe beschikt over een erkenning.
  1. de eisen aan een natuurlijk persoon voor het verkrijgen en behouden van een opleidingsattest als bedoeld in artikel 10, eerste lid, tweede alinea, van de F-gassenverordening.
5.
Het bepaalde in het eerste lid en tweede lid geldt niet voor taken en werkzaamheden aan apparatuur waarvoor nog geen eisen als bedoeld in het derde lid, onderdeel a, zijn gesteld.
G

Na artikel 6 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 6a
1.
De gegevens, bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de F-gassenverordening worden digitaal verstrekt aan Onze Minister.
2.
In aanvulling op het eerste lid wordt tevens de oorzaak van elke lekkage verstrekt als deze kon worden vastgesteld.
3.
Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld over:
  1. de vorm van de in het eerste en tweede lid bedoelde gegevens;
  2. de wijze waarop de gegevens moeten worden opgesteld en bijgehouden;
  3. de termijnen waarbinnen de gegevens moeten worden verstrekt;
  4. overige aspecten met betrekking tot de uitvoering van het eerste lid.
4.
Bij ministeriële regeling kunnen exploitanten van bepaalde apparatuur worden uitgezonderd van de verplichting bedoeld in het eerste lid.
H

Artikel 7 komt als volgt te luiden:

Artikel 7
Onze Minister is de bevoegde autoriteit, bedoeld in de artikelen 8 tot en met 10, 13 tot en met 18, 20, 21, 24 tot en met 27 van de Verordening ozonlaagafbrekende stoffen.
I

Artikel 8 komt als volgt te luiden:

Artikel 8
1.
Het is verboden te handelen in strijd met de volgende bepalingen van de Verordening ozonlaagafbrekende stoffen:
  1. de artikelen 4, 5, en met gedelegeerde handelingen op grond van artikel 6, tweede, derde en vierde lid. Dit verbod is niet van toepassing in de gevallen en onder de voorwaarden, genoemd in artikel 6, eerste lid, de artikelen 7 tot en met 10, artikel 11, eerste lid, of de artikelen 12 tot en met 14 van de Verordening ozonlaagafbrekende stoffen;
  2. artikel 11, tweede lid, in verbinding met artikel 9;
  3. de artikelen 11, derde lid, 15, 16, tweede, derde, vijfde en tiende lid, 17, derde, zesde, zevende en achtste lid, tiende lid, tweede alinea, en elfde lid, tweede alinea;
  4. artikel 19, eerste en vierde lid, en met gedelegeerde handelingen op grond van artikel 19, tweede lid. Dit verbod is niet van toepassing in de gevallen en onder de voorwaarden, genoemd in artikel 19, derde lid, en in uitvoeringshandelingen op grond van artikel 19, vijfde lid, van de Verordening ozonlaagafbrekende stoffen;
  5. artikel 20, eerste tot en met vierde en zesde lid;
  6. artikel 20, vijfde lid, in verbinding met artikel 20, eerste tot en met vierde lid en met gedelegeerde handelingen op grond van artikel 20, zevende lid;
  7. artikel 21, eerste tot en met vijfde lid, en artikel 24, eerste lid.
2.
Het is verboden om chloorfluorkoolstoffen- of chloorfluorkoolwaterstoffenhoudende koel- en vriesapparatuur voor handelsdoeleinden voorhanden te hebben die afkomstig is van particuliere huishoudens of van anderen dan particuliere huishoudens voor zover deze apparatuur naar aard en hoeveelheid vergelijkbaar is met die van particuliere huishoudens.
J

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

1.
Voor de terugwinning van ozonafbrekende stoffen, bedoeld in artikel 20, eerste, vierde en vijfde lid, van de Verordening ozonlaagafbrekende stoffen en de controle op lekkage, bedoeld in 21, derde lid, van de Verordening ozonlaagafbrekende stoffen, beschikt een natuurlijk persoon over een certificaat dat is verleend door een instelling die daartoe beschikt over een erkenning.
2.
Voor installatie, onderhoud of service, reparatie en buitendienststelling van apparatuur of systemen als bedoeld in artikel 20, eerste lid, van de Verordening ozonlaagafbrekende stoffen, die ozonafbrekende stoffen bevat, beschikt zowel de natuurlijk persoon die deze werkzaamheden verricht als de onderneming die deze werkzaamheden voor een derde verricht over een certificaat dat is verleend door een instelling die daartoe beschikt over een erkenning.
4.
Bij ministeriële regeling kunnen ter uitvoering van artikel 20, achtste lid, en artikel 21, tweede en vijfde lid, van de Verordening ozonlaagafbrekende stoffen nadere regels worden gesteld. Deze regels kunnen inhouden dat bepalingen van de F-gassenverordening van overeenkomstige toepassing zijn op werkzaamheden als bedoeld in het eerste of tweede lid of andere handelingen als bedoeld in artikel 1 van de Verordening ozonlaagafbrekende stoffen.
K

In artikel 12, eerste lid, onder f, wordt «van de registraties die ingevolge artikel 6» vervangen door «die ingevolge artikel 7».

L

Aan artikel 18 wordt een lid toegevoegd, luidende:

5.
Met een certificaat voor een natuurlijk persoon als bedoeld in artikel 6, eerste lid, voor de uitvoering van de taken waarbij uitsluitend ammoniak, een brandbaar koudemiddel of kooldioxide als natuurlijk koudemiddel betrokken is, wordt tot uiterlijk 12 maart 2029 gelijkgesteld een geldig vakbekwaamheidsbewijs afgegeven op grond van een examen waarvoor de eindtermen minimaal gelijkwaardig waren aan de minimumeisen zoals beschreven in de betreffende uitvoeringshandeling op grond van artikel 10, achtste lid, van de F-gassenverordening, voor zover het taken en apparatuur betreft waarvoor het vakbekwaamheidsbewijs geldt.

Artikel 2a

Voor de toepassing van dit besluit wordt een eigenaar aangewezen als zijnde eveneens verantwoordelijk voor de verplichtingen van een exploitant indien hij de feitelijke macht over het technisch functioneren van de onder de F-gassenverordening vallende producten, apparatuur of inrichtingen contractueel heeft overgedragen aan een dienstverlener.

Artikel 3

Onze Minister is de bevoegde autoriteit, bedoeld in de artikelen 4, 7, 8, 11, 13, 14, 15, 16, 17, 19, 20, 22, 23, 24, 28, 29 en 31 van de F-gassenverordening.

Artikel 4

Het is verboden te handelen in strijd met de volgende bepalingen van de F-gassenverordening:

Artikel 6a

Artikel 7

Onze Minister is de bevoegde autoriteit, bedoeld in de artikelen 8 tot en met 10, 13 tot en met 18, 20, 21, 24 tot en met 27 van de Verordening ozonlaagafbrekende stoffen.

Artikel 8

ARTIKEL II

Het Besluit activiteiten leefomgeving wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3.15 wordt als volgt gewijzigd:

  1. een ozonafbrekende stof als bedoeld in de verordening ozonlaagafbrekende stoffen of een isomeer ervan, afzonderlijk of in een mengsel.
B

Bijlage I, onder B, wordt als volgt gewijzigd:

ARTIKEL III

Artikel 1, eerste lid, onderdeel 6, van het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen komt te luiden:

6.
voorwerpen en preparaten die een ozonafbrekende stof of een isomeer ervan bevatten als bedoeld in Verordening (EU) 2024/590 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 7 februari 2024 betreffende stoffen die de ozonlaag afbreken, en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1005/2009 of een gefluoreerd broeikasgas als bedoeld in Verordening (EU) 2024/573 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 7 februari 2024 betreffende gefluoreerde broeikasgassen, tot wijziging van Richtlijn (EU) 2019/1937 en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 517/2014;

ARTIKEL IV

Bijlage II bij het Besluit OM-afdoening wordt als volgt gewijzigd:

ARTIKEL V

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag waarop vier weken zijn verstreken na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst, met uitzondering van Artikel I, onderdeel G, dat in werking treedt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Wetswijzigingen integreren met je processen? Probeer Way 3 weken gratis.