Besluit van 19 juni 2024 tot wijziging van het Arbeidsomstandighedenbesluit, het Asbestverwijderingsbesluit 2005 en het Besluit bouwwerken leefomgeving in verband met een nieuwe uitzondering op de asbestinventarisatieplicht in relatie tot het gas- en elektriciteitsnet, een verduidelijking van de uitzondering op de asbestcertificatieplicht voor machinisten en enige andere wijzigingen
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 12 april 2024, nr. 2024-0000087897, gedaan in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat en Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
Gelet op de artikelen 16, eerste lid, tweede lid, aanhef en onderdeel a, zevende lid, aanhef, onderdelen a en b, achtste en tiende lid, 20, eerste lid, en 33, tweede lid, van de Arbeidsomstandighedenwet, 9.2.2.1, eerste lid, van de Wet milieubeheer en 4.3, eerste lid, van de Omgevingswet;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 29 mei 2024, nr. W12.24.00074/III);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 14 juni 2024, nr. 2024-0000163869, uitgebracht in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat en Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Het Arbeidsomstandighedenbesluit wordt als volgt gewijzigd:
A
Aan artikel 4.45 wordt een lid toegevoegd, luidende:
4.
Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de maatregelen, bedoeld in het tweede lid, onderdeel a.B
In artikel 4.45b, tweede lid, onderdeel c, wordt «bloostelling» vervangen door «blootstelling».
C
Artikel 4.47b komt te luiden:
Artikel 4.47b. Reiniging en visuele inspectie
1.
Na werkzaamheden met asbest worden de arbeidsplaats en de arbeidsmiddelen die op de arbeidsplaats aanwezig zijn of zijn geweest, doeltreffend gereinigd.2.
Na de reiniging wordt, voordat wordt aangevangen met het opheffen van de gevarenzone, bedoeld in artikel 4.11, onderdeel e, op de betreffende arbeidsplaats een eindbeoordeling uitgevoerd.3.
De eindbeoordeling betreft een visuele inspectie waarbij is vastgesteld dat het te verwijderen asbest niet meer visueel waarneembaar is, met inachtneming van artikel 4.48a, vierde lid.D
Artikel 4.48a, tweede lid, onderdeel a, komt te luiden:
- het ter beschikking stellen van aantoonbaar passende en geschikte ademhalingsapparatuur en andere persoonlijke beschermingsmiddelen en het zorgen dat deze middelen op de juiste wijze worden gedragen;.
E
Artikel 4.50 wordt als volgt gewijzigd:
F
Artikel 4.51a wordt als volgt gewijzigd:
4.
Bij de visuele inspectie, bedoeld in het tweede en derde lid, wordt vastgesteld dat het te verwijderen asbest niet meer visueel waarneembaar is, met inachtneming van artikel 4.48a, vierde lid.G
Artikel 4.54a wordt als volgt gewijzigd:
H
Artikel 4.54b wordt als volgt gewijzigd:
- het geheel of gedeeltelijk verwijderen van waterleidingbuizen, gasleidingbuizen, rioolleidingbuizen, telecombuizen en mantelbuizen, voor zover zij deel uitmaken van het ondergrondse openbare water-, gas-, elektra-, riool-, of telecomleidingnet;
- het geheel of gedeeltelijk verwijderen van pakkingen uit procesinstallaties of onderdelen van procesinstallaties, inclusief aan- en afvoerende leidingen;
- het geheel of gedeeltelijk verwijderen van pakkingen uit verwarmingstoestellen met een nominaal vermogen dat lager is dan 2250 kilowatt;
- het geheel of gedeeltelijk verwijderen van gas- en elektrotechnische componenten die aanwezig zijn in:
- het gastransportnet, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel d, van de Gaswet, door of vanwege de netbeheerder, aangewezen krachtens artikel 2, achtste lid, of 5 van de Gaswet; of
- het net, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel i, van de Elektriciteitswet 1998, door of vanwege de netbeheerder, aangewezen op grond van artikel 10, negende lid, 13, eerste lid, of 14 van de Elektriciteitswet 1998.
I
Artikel 4.54d wordt als volgt gewijzigd:
10.
In afwijking van het zevende lid kan een persoon die werkzaam is als machinist en in die hoedanigheid werkzaamheden verricht als bedoeld in artikel 4.54a, eerste lid, zonder het certificaat vakbekwaamheid voor het verwijderen van asbest werkzaam zijn, mits:- hij onder voortdurend toezicht staat van een persoon die in het bezit is van het certificaat, bedoeld in het vijfde lid; en
- hij voldoet aan bij ministeriële regeling gestelde nadere regels met betrekking tot de werkzaamheden, de machine en hemzelf.
J
In artikel 9.3, tweede lid, onderdeel d, wordt na «4.47a, derde lid,» ingevoegd «4.47b, eerste en tweede lid».
K
Artikel 9.5 wordt als volgt gewijzigd:
L
In artikel 9.6 wordt «4.54a, vierde lid» vervangen door «4.51a, eerste en derde lid, 4.54a, vierde en vijfde lid».
M
In artikel 9.9b, eerste lid, onderdeel d, wordt «4.51a, eerste tot en met vierde lid» vervangen door «4.51a, eerste tot en met vijfde lid».
N
In artikel 9.37d, eerste lid, wordt «, bedoeld» vervangen door «als bedoeld», vervalt «4.10, vijfde lid,» en wordt «1 juli 2024» vervangen door «1 januari 2025».
Artikel 4.47b. Reiniging en visuele inspectie
ARTIKEL II
Het Asbestverwijderingsbesluit 2005 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
- het als een geheel verwijderen van verwarmingstoestellen;
- verwijderen van pakkingen uit procesinstallaties of onderdelen van procesinstallaties, inclusief aan- en afvoerende leidingen;
- verwijderen van pakkingen uit verwarmingstoestellen met een nominaal vermogen dat lager is dan 2.250 kilowatt;
- verwijderen van gas- en elektrotechnische componenten die aanwezig zijn in:
- het gastransportnet, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel d, van de Gaswet, door of vanwege de netbeheerder, aangewezen krachtens artikel 2, achtste lid, of 5 van de Gaswet; of
- het net, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel i, van de Elektriciteitswet 1998, door of vanwege de netbeheerder, aangewezen op grond van artikel 10, negende lid, 13, eerste lid, of 14 van de Elektriciteitswet 1998.
B
Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:
ARTIKEL III
Het Besluit bouwwerken leefomgeving wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 7.9 wordt als volgt gewijzigd:
- het als een geheel verwijderen van verwarmingstoestellen;
- het in de uitoefening van een beroep of bedrijf geheel of gedeeltelijk:
- verwijderen van waterleidingbuizen, gasleidingbuizen, rioolleidingbuizen, telecombuizen en mantelbuizen, voor zover deze deel uitmaken van een ondergronds openbaar water-, gas-, elektra-, riool- of telecomleidingnet;
- verwijderen van geklemde vloerplaten onder een verwarmingstoestel;
- verwijderen van beglazingskit die is verwerkt in de constructie van een kas; of
- verwijderen van pakkingen uit:
- een verbrandingsmotor;
- een verwarmingstoestel met een nominaal vermogen dat lager is dan 2.250 kW; of
- een procesinstallatie of onderdelen van een procesinstallatie, inclusief aan- en afvoerende leidingen; of
- verwijderen van gas- en elektrotechnische componenten die aanwezig zijn in:
- het gastransportnet, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder d, van de Gaswet, door of vanwege de netbeheerder, aangewezen krachtens artikel 2, achtste lid, of 5 van die wet; of
- het net, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder i, van de Elektriciteitswet 1998, door of vanwege de netbeheerder, aangewezen op grond van artikel 10, negende lid, 13, eerste lid, of 14 van die wet; en
B
Artikel 7.10, vierde lid, onderdeel c, komt te luiden:
- slopen dat alleen bestaat uit het in de uitoefening van een beroep of bedrijf:
- geheel of gedeeltelijk verwijderen van asbesthoudende waterleidingbuizen, gasleidingbuizen, rioolleidingbuizen, telecombuizen en mantelbuizen, voor zover deze deel uitmaken van een ondergronds openbaar water-, gas-, elektra-, riool- of telecomleidingnet;
- geheel of gedeeltelijk verwijderen van asbesthoudende geklemde vloerplaten onder een verwarmingstoestel;
- als een geheel verwijderen van asbesthoudende verwarmingstoestellen;
- geheel of gedeeltelijk verwijderen van asbesthoudende beglazingskit dat is verwerkt in de constructie van een kas;
- geheel of gedeeltelijk verwijderen van asbesthoudende rem- en frictiematerialen;
- geheel of gedeeltelijk verwijderen van asbesthoudende pakkingen uit:
- een verbrandingsmotor;
- een verwarmingstoestel met een nominaal vermogen dat lager is dan 2.250 kW; of
- een procesinstallatie of onderdelen van een procesinstallatie, inclusief aan- en afvoerende leidingen; en
- geheel of gedeeltelijk verwijderen van gas- en elektrotechnische componenten die aanwezig zijn in:
- het gastransportnet, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder d, van de Gaswet, door of vanwege de netbeheerder, aangewezen krachtens artikel 2, achtste lid, of 5 van die wet; of
- het net, bedoeld in artikel 1, eerste lid 1, onder i, van de Elektriciteitswet 1998, door of vanwege de netbeheerder, aangewezen op grond van artikel 10, negende lid, 13, eerste lid, of 14 van die wet.
C
In artikel 7.20, tweede lid, wordt «De onderdelen b tot en met d» vervangen door «De onderdelen b tot en met e».
D
In artikel 7.21, aanhef, wordt «artikel 7.9, tweede lid, onder d» vervangen door «artikel 7.9, tweede lid, onder e».
E
Artikel 7.22 wordt als volgt gewijzigd: