Part of Smart Yellow Suite

WGK025951
Wijziging Btiv ivm 7 wijzigingen

Updates ontvangen over deze regeling? Log in

Overheid.nl - XML - JSON

Type Algemene Maatregel van Bestuur
Fase Bekendmaking
Ministerie Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Datum uitgave 25 maart 2024
Datum inwerkingtreding -
Per KB Nee

Opschrift

Besluit van [PM, nr, PM] tot wijziging van het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 in verband met aanpassingen met betrekking tot inbreng van vermogen in verbindingen, overcompensatie, de differentiatie van de inkomensgrens, de beleidswaarde, verlening van administratieve diensten, inkomensbewijzen voor DAEB-toewijzing en novatie van basisrenteleningen.

Samenvatting

De wijziging van het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 (BTIV) heeft als doel om praktische knelpunten voor de woningcorporatiesector en woningzoekenden weg te nemen. Deze BTIV-wijziging bevat in totaal zeven niet aan elkaar gelieerde onderwerpen. Het betreft deels wijzigingen die nodig zijn vanwege het aflopen van een huidige tijdelijke regeling, deels vereenvoudigingen die gewenst worden geacht op basis van signalen vanuit de Autoriteit woningcorporaties, het Waarborgfonds Sociale Woningbouw en de sector, en deels beleidsmatig ingegeven wijzigingen. Het gaat om: - toestaan van tussentijdse inbreng van vermogen in verbindingen van corporaties; - verlenging van de differentiatie van de DAEB-inkomensgrens; - verwisseling van de plaats van de beleidswaarde en marktwaarde in de jaarrekening; - vergemakkelijking van het bieden van administratieve diensten binnen samenwerkingsverbanden; - periodieke aanpassing van de overcompensatieformule; - verbetering van inkomenstoetsing voor nareizigers; - creëren van een mogelijkheid voor novatie van basisrenteleningen.

Documenten

stb-2024-430 (PDF)

Besluit van 18 december 2024 tot wijziging van het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 in verband met aanpassingen met betrekking tot inbreng van vermogen in verbindingen, overcompensatie, de differentiatie van de inkomensgrens, verlening van administratieve diensten, inkomensbewijzen voor DAEB-toewijzing en novatie van basisrenteleningen

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening van 30 augustus 2024, nr. 2024-0000620047;

Gelet op de artikelen 1, eerste lid, 21a, derde lid, 35, eerste en tweede lid, 36, eerste lid, 45, zevende lid, aanhef en onderdeel c, 46, tweede lid, 47, tweede lid, 55a, tweede lid en 104a, tweede lid, van de Woningwet;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 5 december 2024, nr. W04.24.00229/I);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening van 17 december 2024, nr. 2024-0000940751;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, eerste lid, wordt in de alfabetische volgorde de volgende begripsbepaling ingevoegd:

B

Artikel 12 komt te luiden:

Artikel 12
1.
Onze Minister kan ontheffing als bedoeld 21a, derde lid, van de wet verlenen indien:
  1. het verschaffen van vermogen plaatsvindt door het kwijtschelden van schulden van de met haar verbonden onderneming, indien:
    1. de toegelaten instelling enig aandeelhouder is van de verbonden onderneming;
    2. de verbonden onderneming uitsluitend schulden heeft bij de toegelaten instelling;
    3. de waarde van de activa van de verbonden onderneming nihil is, en
    4. de verbonden onderneming na kwijtschelding van de schulden wordt ontbonden;
  2. het verstrekken van vermogen plaatsvindt bij het bewerkstelligen van een administratieve scheiding of juridische scheiding als bedoeld in Hoofdstuk IV, Afdeling 3, paragraaf 4, onderscheidenlijk paragraaf 5, van de wet aan een dochtermaatschappij en het verschaffen van vermogen voor maximaal 60% geschiedt in de vorm van het inbrengen van kapitaal;
  3. dat naar zijn oordeel noodzakelijk is:
    1. om te voorkomen dat de toegelaten instelling gehouden is om schulden van de betrokken verbonden onderneming te voldoen, of
    2. ten behoeve van de herfinanciering van leningen die bestonden op 1 juli 2015, of
    3. ten behoeve van de herfinanciering van leningen die bestaan op het tijdstip waarop een juridische scheiding wordt bewerkstelligd, of
  4. naar zijn oordeel:
    1. voldoende gewaarborgd is dat het te verschaffen vermogen is bestemd voor diensten van algemeen economisch belang, als bedoeld in artikel 47, eerste lid, van de wet, of voor werkzaamheden die bijdragen aan die diensten van algemeen economisch belang, en
    2. de financiële continuïteit van de toegelaten instelling gewaarborgd blijft.
2.
Onze Minister kan bij zijn oordeel, als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, de zienswijze van de in het belang van de huurders van de woongelegenheden van de toegelaten instelling werkzame huurdersorganisaties en de zienswijze van de gemeenten waar de toegelaten instelling feitelijk werkzaam is, betrekken.
C

Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:

3. Onze Minister zendt binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van het Besluit van PM tot wijziging van het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 in verband met aanpassingen met betrekking tot inbreng van vermogen in verbindingen, overcompensatie, de differentiatie van de inkomensgrens, verlening van administratieve diensten, inkomensbewijzen voor DAEB-toewijzing en novatie van basisrenteleningen (Stb. 2024, PM) aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de verlenging van de tijdelijke verhoging DAEB-inkomensgrens voor meerpersoonshuishoudens.
D

Artikel 52b wordt als volgt gewijzigd:

  1. worden door een toegelaten instelling of een met haar verbonden onderneming uitsluitend verleend ten behoeve van de bedrijfsvoering of administratie van een met die toegelaten instelling verbonden onderneming, indien:
    1. de toegelaten instelling alleen of samen met één of meerdere toegelaten instellingen of hun dochtermaatschappijen meer dan de helft van de stemrechten in de algemene vergadering van die verbonden onderneming kunnen uitoefenen, of
    2. toegelaten instellingen of een of meer van hun dochtermaatschappijen alleen of samen meer dan de helft van de bestuurders van laatstgenoemde verbonden onderneming kunnen benoemen of ontslaan.
  1. meer dan de helft van de stemrechten in de algemene vergadering van die verbonden onderneming door toegelaten instellingen of hun dochtermaatschappijen wordt bezeten, of
E

Artikel 56, derde lid, komt te luiden:

3.
Indien degenen die de woongelegenheid wensen te betrekken uitsluitend vreemdelingen zijn die in Nederland rechtmatig verblijf hebben als bedoeld in artikel 8, onderdelen a tot en met d, van de Vreemdelingenwet 2000 en behoren tot de groep verblijfsgerechtigden die in aanmerking wordt genomen bij het bepalen van de taakstelling overeenkomstig artikel 29, eerste lid, van de Huisvestingswet 2014, dan geeft de toegelaten instelling of een rechtspersoon of vennootschap als bedoeld in artikel 54, derde lid, in afwijking van het eerste lid, slechts toepassing aan het bepaalde bij of krachtens artikel 46 van de wet, overeenkomstig bijlage 4 bij dit besluit, nadat een van diegenen die als huurder de woongelegenheid wenst te betrekken, ten behoeve van de vaststelling of hij in aanmerking komt voor huurtoeslag als bedoeld in de Wet op de huurtoeslag, aan haar een inkomstenverklaring als bedoeld in het vijfde lid, onderdeel a, heeft overgelegd, waaruit de samenstelling van het huishouden blijkt.
F

Artikel 61 wordt als volgt gewijzigd:

  1. 0,0455 voor toegelaten instellingen waarvan minimaal 50% van hun woongelegenheden is gelegen in de bij ministeriële regeling vastgestelde gebieden.
G

In artikel 107, eerste lid, onderdeel b, wordt «een plan van aanpak als bedoeld in artikel 106, tweede lid» vervangen door «een schuldvernieuwing van een reeds aangetrokken basisrentelening, waarbij de dag waarop de looptijd van de nieuwe basisrentelening eindigt niet later is dan het einde van de looptijd van de reeds aangetrokken basisrentelening indien deze niet vernieuwd was, en de omvang van de ontstane vordering niet groter is dan de vordering op grond van de reeds aangetrokken basisrentelening».

H

Bijlage 4 wordt als volgt gewijzigd:

  1. vergunninghouders die vanuit een COA-voorziening een sociale huurwoning betrekken (een verklaring van het COA, niet ouder dan 6 maanden, volstaat).

Artikel 12

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2025.

Wetswijzigingen integreren met je processen? Probeer Way 3 weken gratis.