Part of Smart Yellow Suite

WGK025876
Verlenging Wet maximering huurprijsverhogingen geliberaliseerde huurovereenkomsten

Updates ontvangen over deze regeling? Log in

Overheid.nl - XML - JSON

Type Wet
Fase Bekendmaking
Ministerie Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Datum uitgave 13 oktober 2023
Datum inwerkingtreding -
Per KB Nee

Opschrift

Wijziging van de Wet maximering huurprijsverhogingen geliberaliseerde huurovereenkomsten, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte en van de Wet goed verhuurderschap (verlenging, wijziging en handhaving van de maximering en verkorting van de verjaringstermijn voor huurverhogingen)

Samenvatting

Verlenging van de geldingsduur van de Wet maximering huurprijsverhogingen geliberaliseerde huurovereenkomsten, toevoeging van de ligplaatsen aan het bereik van die wet, verkorting van de verjaringstermijn voor huurprijsverhogingen (van vijf jaar naar twee jaar) en onder de algemene regels van de Wet goed verhuurderschap brengen van de maximering van de huurprijsverhogingen.

Documenten

stb-2024-108 (PDF)

Wet van 24 april 2024 tot wijziging van de Wet maximering huurprijsverhogingen geliberaliseerde huurovereenkomsten, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte en van de Wet goed verhuurderschap (verlenging, wijziging en handhaving van de maximering en verkorting van de verjaringstermijn voor huurverhogingen)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die dezen zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet maximering huurprijsverhogingen geliberaliseerde huurovereenkomsten te verlengen, de maximering te wijzigen en de handhaving te verbeteren alsmede de verjaringstermijn voor huurverhogingen ten aanzien van woonruimte te verkorten;

Zo is het dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet maximering huurprijsverhogingen geliberaliseerde huurovereenkomsten wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel IA wordt na onderdeel B een onderdeel ingevoegd, luidende:

B

In artikel IIIA wordt na onderdeel C een onderdeel ingevoegd, luidende:

C

Na artikel IIIA wordt een artikel ingevoegd, luidende:

D

In artikel IV wordt «en IIIA» vervangen door «, IIIA en IIIAa» en wordt «drie jaar na dat tijdstip» vervangen door «met ingang van 1 mei 2029».

Artikel  IIIAa

De Wet goed verhuurderschap wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2b vervalt.

B

In artikel 7, tweede lid, onderdeel a, onder 2, vervalt «of artikel 2b».

C

In artikel 19, eerste lid, aanhef en onderdeel b, vervalt «of het verbod, bedoeld in artikel 2b,».

D

ARTIKEL II

Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 248, derde lid, wordt na «artikel 247» ingevoegd «of artikel 247a».

B

Artikel 251 wordt als volgt gewijzigd:

2.
In afwijking van artikel 308 van Boek 3 verjaart de rechtsvordering tot betaling van een huurprijsverhoging door verloop van twee jaren na de aanvang van de dag, volgende op die waarop de vordering opeisbaar is geworden, tenzij de verhuurder de huurder in enig jaar niet schriftelijk informeert over het in dat jaar opeisbaar worden van een vordering tot betaling van een huurprijsverhoging, in welk geval die vordering verjaart door verloop van één jaar na de aanvang van de dag, volgende op die waarop de vordering opeisbaar is geworden.

ARTIKEL III

In artikel 10, derde lid, van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte wordt «artikel 7:247» vervangen door «de artikelen 7:247 en 7:247a».

ARTIKEL IV

De Wet goed verhuurderschap wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 2a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2b
Het is verhuurders, toegelaten instellingen en dochtermaatschappijen verboden om in geval van een huurovereenkomst als bedoeld in artikel 247 of artikel 247a van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, behoudens artikel 255a van dat boek, de huurprijs te verhogen met een percentage dat hoger is dan het percentage, bedoeld in artikel 10, derde lid, van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte.
B

In artikel 7, tweede lid, onderdeel a, onder 2, wordt na «artikel 2a» ingevoegd «of artikel 2b».

C

In artikel 19, eerste lid, aanhef en onderdeel b, wordt na «artikel 2,» ingevoegd «of het verbod, bedoeld in artikel 2b,»

D

Artikel 20 wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 2b

Het is verhuurders, toegelaten instellingen en dochtermaatschappijen verboden om in geval van een huurovereenkomst als bedoeld in artikel 247 of artikel 247a van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, behoudens artikel 255a van dat boek, de huurprijs te verhogen met een percentage dat hoger is dan het percentage, bedoeld in artikel 10, derde lid, van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte.

ARTIKEL IVa

Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zendt binnen drie jaar na inwerkingtreding van artikel III aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.

ARTIKEL V

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 mei 2024 met uitzondering van artikel I dat in werking treedt met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, met uitzondering van artikel II, onderdeel B, dat in werking treedt met ingang van 1 juli 2024 en met uitzondering van artikel IV dat in werking treedt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Wetswijzigingen integreren met je processen? Probeer Way 3 weken gratis.