Wet van 23 april 2025 tot wijziging van enkele wetten op het gebied van Justitie en Veiligheid en op het gebied van Asiel en Migratie in verband met aanpassingen van overwegend technische aard (Verzamelwet Justitie en Veiligheid en Asiel en Migratie 2025)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in enkele wetten op het terrein van Justitie en Veiligheid en op het terrein van Asiel en Migratie beperkte wijzigingen en correcties van wetstechnische of anderszins beperkte aard aan te brengen;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Algemene wet bestuursrecht wordt als volgt gewijzigd:
A
In de artikelen 4:19, eerste lid, 5:42, tweede lid, 7:15, tweede lid, en 7:28, tweede lid, wordt «voorzover» vervangen door «voor zover».
B
In de artikelen 5:12, derde lid, 5:19, vijfde lid, en 11:2, eerste en tweede lid, wordt «Onze Minister van Veiligheid en Justitie» vervangen door «Onze Minister van Justitie en Veiligheid».
C
Aan artikel 8:41, zesde lid, wordt een zin toegevoegd, luidende: In afwijking van de eerste zin blijft niet-ontvankelijkverklaring achterwege, indien aannemelijk is dat de indiener van het beroepschrift op de datum waarop het bedrag uiterlijk moet zijn bijgeschreven of gestort, in betalingsonmacht verkeert.
D
In de artikelen 8:89, derde lid en 9:8, eerste lid, onder f, en in de zinsneden met betrekking tot de Wet financieel toezicht in bijlage 1 en de artikelen 4, 7 en 11 van bijlage 2 wordt «terzake» vervangen door «ter zake».
E
In artikel 11:2, eerste lid, wordt «Het bedrag van de vergoeding, bedoeld in artikel 4:113, eerste lid, en de bedragen, vastgesteld in de artikelen 8:41, tweede lid, en 8:109, eerste lid, en» vervangen door «De bedragen, vastgesteld».
F
Bijlage 2 wordt als volgt gewijzigd:
Wet toezicht geschillenbeslechting collectieve beheersorganisaties auteurs- en naburige rechtenARTIKEL II
De Auteurswet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 15c wordt als volgt gewijzigd:
B
In de artikelen 15d en 15f, eerste lid, wordt «Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen» vervangen door «Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap».
C
In de artikelen 15d, 15f, eerste lid, 16d, eerste lid, 16e, 16l, eerste lid, 30b, eerste lid, en 35b, eerste lid, wordt «Onze Minister van Justitie» vervangen door «Onze Minister van Justitie en Veiligheid».
D
Artikel 16m wordt van leden voorzien.
E
Artikel 17a vervalt.
F
In artikel 17d wordt «29c, zevende lid» vervangen door «29c, achtste lid».
G
In de artikelen 25c, tweede lid, en 25g, eerste lid, wordt «Onze Minister van Veiligheid en Justitie» vervangen door «Onze Minister van Justitie en Veiligheid».
H
In artikel 25c, vijfde lid, wordt «de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap» vervangen door «Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap».
I
In de artikelen 30a, eerste lid, en 35a, eerste lid, wordt «Onzen Minister van Justitie» vervangen door «Onze Minister van Justitie en Veiligheid».
J
In artikel 35b, eerste lid, wordt «of of» vervangen door «of».
K
In artikel 44b, eerste lid, wordt «dit hoofdstuk» vervangen door «deze paragraaf».
L
De artikelen 46, 48, 49 en 50c tot en met 50e vervallen.
ARTIKEL III
In artikel 37, eerste lid, van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden wordt «artikel 3.3, eerste lid,» vervangen door «artikel 3.3, eerste lid, van de Wet forensische zorg».
ARTIKEL IV
Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:
B
In artikel 16, derde lid, wordt «of een andere gemeente» vervangen door «, een andere gemeente of een openbaar lichaam of bedrijfsvoeringsorganisatie als bedoeld in artikel 8 van de Wet gemeenschappelijke regelingen».
C
In de artikelen 20a, derde lid en 87, vierde lid, wordt «voorzover» vervangen door «voor zover» en in artikel 344, eerste lid, wordt «Voorzover» vervangen door «Voor zover».
D
In de artikelen 45a, 265e, eerste lid, onder b, 265h, tweede lid, 268, eerste lid, onder b, 331, eerste lid, onder b en 385, eerste lid, onderdeel c, wordt «terzake» vervangen door «ter zake».
E
In artikel 179, eerste lid, wordt «tenminste» vervangen door «ten minste».
F
In artikel 227, vierde lid, wordt «tengevolge» vervangen door «ten gevolge».
G
In artikel 230, eerste lid, wordt «van de dag» vervangen door «vanaf de dag».
H
In artikel 253g, vierde lid, wordt «De bepaling van het voorgaande lid» vervangen door «Het derde lid».
I
In artikel 253o vervalt de aanduiding «1.».
J
Artikel 282a wordt als volgt gewijzigd:
2.
Is de beschikking, bedoeld in het eerste lid, uitvoerbaar bij voorraad verklaard, dan eindigt de gezamenlijke uitoefening van de voogdij daags nadat de beschikking is verstrekt of verzonden.K
In artikel 298 wordt «beide voorgaande artikelen» vervangen door «de artikelen 296 en 297».
L
In artikel 322, eerste lid, onderdeel a, vervalt de komma na «aantoont» en wordt «tengevolge» vervangen door «ten gevolge».
M
In artikel 342, eerste lid, wordt «De vier vorige artikelen» vervangen door «De artikelen 338 tot en met 341».
N
In artikel 461, derde lid, wordt «kennisdraagt» vervangen door «kennis draagt».
ARTIKEL V
Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 305 wordt «scheidsmannen» vervangen door «arbiters».
B
In artikel 305a, tweede lid, onderdeel a, vervalt «, tenzij uitvoering is gegeven aan artikel 44a lid 1 of artikel 291a lid 1 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek».
C
Indien de onderdelen FA en BBBA van de Wet bestuur en toezicht rechtspersonen in werking treden, wordt aan artikel 305a, tweede lid, onderdeel a toegevoegd «, tenzij uitvoering is gegeven aan artikel 44a, eerste lid, of artikel 291a, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek».
ARTIKEL VI
In artikel 150 van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek wordt «volgebracht» vervangen door «volbracht».
ARTIKEL VII
In artikel 193f, onderdeel e, van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek wordt «4:73» vervangen door «4:25b».
ARTIKEL VIII
Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 7, tweede lid, eerste zin, wordt «stadsverwarming» vervangen door «stadsverwarming of digitale inhoud».
B
In artikel 50af, vierde lid, onderdeel b, wordt «is gesteld» vervangen door «heeft gesteld».
C
In artikel 50al, tweede lid, vervalt «en».
D
In artikel 611a, tweede lid, wordt «toepasselijk nationale recht» vervangen door «toepasselijk nationaal recht».
ARTIKEL IX
In artikel 1781, tweede lid, van Boek 7A van het Burgerlijk Wetboek wordt «goed huisvader» vervangen door «zorgvuldig en redelijk handelend persoon».
ARTIKEL X
Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 169 wordt «ter zake van krankzinnigheid in een gesticht is geplaatst» vervangen door «is opgenomen in een accommodatie als bedoeld in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg of in een accommodatie als bedoeld in de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten».
B
In artikel 182 wordt «plaatsing ter zaken van krankzinnigheid in een gesticht» vervangen door «opname in een accommodatie op grond van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg of in een accommodatie op grond van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten».
C
In artikel 515 wordt «artikel 516» vervangen door «artikel 500, onder m,».
ARTIKEL XI
Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:
aA
In artikel 22, tweede lid, wordt «artikelen 6 lid 5» vervangen door «artikelen 6 lid 6».
A
Artikel 25, eerste lid, onder c, wordt als volgt gewijzigd:
B
Het opschrift van Afdeling 2 van Titel 5 komt te luiden: «Afdeling 2 Familierechtelijke betrekkingen door erkenning of gerechtelijke vaststelling van het ouderschap».
C
In artikel 109, derde lid, wordt «artikelen 25 lid 6» vervangen door «artikelen 25 lid 5».
ARTIKEL XII
Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek BES wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:
B
Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:
6.
Indien Onze Minister van Justitie en Veiligheid voornemens is een voordracht te doen voor een koninklijk besluit strekkende tot inwilliging van een verzoek als bedoeld in het eerste of tweede lid, deelt hij dit voornemen schriftelijk mee aan de verzoeker en degene wiens geslachtsnaam is verzocht, alsmede, indien het verzoek op de geslachtsnaam van een minderjarige betrekking heeft, zijn ouders en degene aan wie de minderjarige de geslachtsnaam, waarvan wijziging is verzocht, rechtstreeks ontleent. De schriftelijke mededeling van het voornemen geldt als een beschikking als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Wet administratieve rechtspraak BES.7.
Onze Minister van Justitie en Veiligheid doet de schriftelijke mededeling van het voornemen binnen twintig weken.C
In de artikelen 12, eerste lid, 69, eerste lid, 88, eerste lid, onderdeel a, 99, tweede lid, 339, eerste lid, 344, derde lid en 447, eerste lid, wordt «te zamen» vervangen door «tezamen».
D
In artikel 18 wordt de aanduiding «3.1» vervangen door «3.».
E
In artikel 19d, eerste lid, wordt «geboorte-akte» vervangen door «geboorteakte».
F
Artikel 20a wordt als volgt gewijzigd:
G
In artikel 21, eerste lid, wordt «’s Gravenhage» vervangen door «’s-Gravenhage».
H
In artikel 22, eerste lid, wordt «geboren.Vermeldt» vervangen door «geboren. Vermeldt».
I
In artikel 41, eerste lid, wordt «als als» vervangen door «als».
J
In artikel 85, eerste lid, wordt «voorde» vervangen door «voor de».
K
In artikel 89, vijfde lid, wordt «vernietingsgrond» vervangen door «vernietigingsgrond».
L
In artikel 120, derde lid, wordt «diedaarvan» vervangen door «die daarvan».
M
In artikel 179, tweede lid, wordt «b mate» vervangen door «bekort tot ten minste een jaar, indien de andere echtgenoot zich gedurig schuldig maakt aan wangedrag in zodanige mate».
N
In artikel 206, derde lid, wordt «genotene.Voorts» vervangen door «genotene. Voorts».
O
In artikel 207, eerste lid, wordt «ver-zocht» vervangen door «verzocht».
P
In artikel 253c, eerste lid, wordt «gezaggezamenlijk» vervangen door «gezag gezamenlijk».
Q
In artikel 253ha, eerste lid, wordt «jarenheeft» vervangen door «jaren heeft».
R
Artikel 325 vervalt.
S
In artikel 326, derde lid, wordt «vorderen.Vervalt» vervangen door «vorderen. Vervalt».
T
In artikel 337, derde lid, wordt «vorderen.Vervalt» vervangen door «vorderen. Vervalt».
U
In artikel 339, eerste lid, wordt «te zamen» vervangen door «tezamen».
V
In artikel 377v, eerste lid, wordt «.Ieder» vervangen door «Ieder» en wordt «terzake» vervangen door «ter zake».
W
In de artikelen 232c, eerste lid, 232n, eerste lid, onderdeel b, 240, eerste lid, 377v, tweede lid, onderdeel b, 377x, eerste lid en 377ee, eerste lid, wordt «zonodig» vervangen door «zo nodig».
X
In artikel 386, eerste lid, wordt «toepassing.Tenzij» vervangen door «toepassing. Tenzij».
Y
In artikel 421 wordt «deelgenootschap.Voor» vervangen door «deelgenootschap. Voor».
Z
In artikel 439, tweede lid, wordt «tegengeworpen,zo» vervangen door «tegengeworpen, zo».
AA
In artikel 452 vervalt het opschrift boven het zevende lid.
ARTIKEL XIII
De Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 119a wordt als volgt gewijzigd:
3.
Lid 2 is niet van toepassing op een rechtsvordering die strekt tot bescherming van een belang als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van Richtlijn (EU) 2020/1828 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2020 betreffende representatieve vorderingen ter bescherming van de collectieve belangen van consumenten en tot intrekking van Richtlijn 2009/22/EG (PbEU 2020, L 409) en die is ingesteld op of na 25 juni 2023.B
In artikel 190aa, tweede lid, wordt «e-handelsdiensten» vervangen door «producten».
ARTIKEL XIV
De Overleveringswet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 14, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:
B
Artikel 52, eerste lid, komt te luiden:
1.
Bij vervoer te land, overeenkomstig artikel 51, is de bewaking van de opgeëiste persoon opgedragen aan Nederlandse ambtenaren die bevoegd zijn alle dienstige maatregelen te nemen ter beveiliging van de opgeëiste persoon en ter voorkoming van zijn ontvluchting.C
Aan artikel 58 wordt een lid toegevoegd, luidende:
3.
Bij de feitelijke overlevering is de bewaking van de ter beschikking gestelde persoon opgedragen aan Nederlandse ambtenaren die bevoegd zijn alle dienstige maatregelen te nemen ter beveiliging van de ter beschikking gestelde persoon en ter voorkoming van zijn ontvluchting.D
Na artikel 61 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 61a
Bij de feitelijke overlevering van of naar Nederland is de bewaking van de opgeëiste persoon opgedragen aan Nederlandse ambtenaren die bevoegd zijn alle dienstige maatregelen te nemen ter beveiliging van de opgeëiste persoon en ter voorkoming van zijn ontvluchting.Artikel 61a
Bij de feitelijke overlevering van of naar Nederland is de bewaking van de opgeëiste persoon opgedragen aan Nederlandse ambtenaren die bevoegd zijn alle dienstige maatregelen te nemen ter beveiliging van de opgeëiste persoon en ter voorkoming van zijn ontvluchting.
ARTIKEL XV
De Politiewet 2012 wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 4, eerste lid, onderdeel f, wordt «Onze Minister voor Immigratie en Asiel» vervangen door «Onze Minister van Asiel en Migratie».
B
In artikel 65, eerste lid, wordt «Inspectie Openbare Orde en Veiligheid» vervangen door «Inspectie Justitie en Veiligheid».
ARTIKEL XVI
Artikel X van de Spoedreparatiewet herziening tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen vervalt.
ARTIKEL XVII
De Telecommunicatiewet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 3.22, derde lid, wordt onder verlettering van de onderdelen d en e tot e en f een onderdeel ingevoegd, luidende:
- ter vaststelling van de verblijfplaats van een betrokkene op de voet van artikel 13:3a, eerste lid, onderdeel e, van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg;
B
Aan artikel 11.13, eerste lid, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:
- de bescherming van een persoon die in levensgevaar verkeert.
C
In artikel 13.2, eerste en tweede lid, wordt na «het Wetboek van Strafvordering» ingevoegd «of artikel 13:3a, eerste lid, onderdeel b, van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg».
D
Artikel 13.4 wordt als volgt gewijzigd:
E
In artikel 13.5, eerste lid, wordt «bijzondere last» vervangen door «bevel op grond van het Wetboek van Strafvordering of de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg».
ARTIKEL XVIII
Artikel 7 van de Tijdelijke wet opvang ontheemden Oekraïne wordt als volgt gewijzigd:
ARTIKEL XIX
In artikel V, vierde lid, van de Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie wordt «of bij een beëindiging van een rechtspersoon op een wijze als bedoeld in artikel 19c lid 1, waarbij één of meer schuldeisers geheel of gedeeltelijk onbetaald zijn gebleven,» vervangen door «of bij een beëindiging van een rechtspersoon op een wijze als bedoeld in artikel 19c lid 1, aanhef,».
ARTIKEL XX
De Uitleveringswet wordt als volgt gewijzigd:
A
Na hoofdstuk III wordt een hoofdstuk ingevoegd, luidende:
B
Artikel 50, eerste lid, komt te luiden:
1.
Voor zover bij verdrag niet anders is bepaald, wordt bij vervoer te land, overeenkomstig artikel 48, de bewaking van de vreemdeling opgedragen aan Nederlandse ambtenaren die bevoegd zijn alle dienstige maatregelen te nemen ter beveiliging van de vreemdeling en ter voorkoming van zijn ontvluchting.C
Artikel 50a, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
D
Artikel 51 wordt als volgt gewijzigd:
E
Na artikel 54 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 55
Voor zover bij verdrag niet anders is bepaald, is bij de uitlevering van of naar Nederland de bewaking van de opgeëiste persoon dan wel verdachte of veroordeelde opgedragen aan Nederlandse ambtenaren die bevoegd zijn alle dienstige maatregelen te nemen ter beveiliging van de opgeëiste persoon dan wel verdachte of veroordeelde en ter voorkoming van zijn ontvluchting.Artikel 45b
Artikel 55
Voor zover bij verdrag niet anders is bepaald, is bij de uitlevering van of naar Nederland de bewaking van de opgeëiste persoon dan wel verdachte of veroordeelde opgedragen aan Nederlandse ambtenaren die bevoegd zijn alle dienstige maatregelen te nemen ter beveiliging van de opgeëiste persoon dan wel verdachte of veroordeelde en ter voorkoming van zijn ontvluchting.
ARTIKEL XXI
In artikel 9, tweede volzin, van de Uitvoeringswet rechtsmechanismen straftribunalen wordt «de landelijke eenheid» vervangen door «een landelijke eenheid».
ARTIKEL XXII
De Vreemdelingenwet 2000 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
B
Artikel 2a wordt als volgt gewijzigd:
2.
De referent dient ten behoeve van het voorgenomen verblijf op grond van een machtiging tot voorlopig verblijf of het verblijf op grond van een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 14 van een vreemdeling een daartoe strekkende schriftelijke verklaring af te leggen, tenzij hij door Onze Minister als referent is aangewezen.C
In artikel 2t, vierde lid, wordt de komma aan het slot van onderdeel b vervangen door een puntkomma.
D
Artikel 9a vervalt.
E
In artikel 12, tweede lid, wordt «180 dagen» vervangen door «360 dagen».
F
In artikel 15 wordt «artikel 14, tweede lid» vervangen door «artikel 14, derde lid».
G
In de artikelen 16, eerste lid, onderdeel k, en 18, eerste lid, onderdeel h, wordt «artikel 2a, eerste lid» vervangen door «artikel 2a, tweede lid».
H
In artikel 24a, vierde lid, wordt de komma aan het slot van onderdeel b vervangen door een puntkomma.
I
Artikel 36 komt te luiden:
Artikel 36
In afwijking van artikel 2:1, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht worden de volgende aanvragen ingediend door de vreemdeling of zijn wettelijke vertegenwoordiger:- een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 28 of tot het verlengen van de geldigheidsduur ervan;
- een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd als bedoeld in artikel 33.
J
In artikel 55a, eerste lid, wordt «2a, tweede lid, onder b» vervangen door «2a, derde lid, onder b».
K
Artikel 62 wordt als volgt gewijzigd:
1.
Nadat tegen de vreemdeling, niet zijnde gemeenschapsonderdaan, een terugkeerbesluit is uitgevaardigd, dient hij Nederland uit eigen beweging binnen vier weken te verlaten.3.
Nadat het rechtmatig verblijf van de gemeenschapsonderdaan is geëindigd, dient hij Nederland uit eigen beweging binnen een maand na de kennisgeving daarvan te verlaten. Onze Minister kan deze termijn verkorten in naar behoren aangetoonde dringende gevallen.L
In artikel 66b, eerste lid, wordt «ambtshalve of wegens gewijzigde omstandigheden» vervangen door «ambtshalve wegens gewijzigde omstandigheden».
M
In artikel 73, vijfde lid wordt «artikel 62, eerste lid» vervangen door «artikel 62, eerste of derde lid».
N
In artikel 82, vierde lid wordt «artikel 62, eerste lid» vervangen door «artikel 62, eerste of derde lid».
O
Artikel 108 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 36
In afwijking van artikel 2:1, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht worden de volgende aanvragen ingediend door de vreemdeling of zijn wettelijke vertegenwoordiger:
ARTIKEL XXIII
De Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1 wordt in de begripsbepaling «deelneming met het motorrijtuig aan het verkeer» het woord «motorijtuig» vervangen door «motorrijtuig».
Aa
Artikel 13a van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen wordt als volgt gewijzigd:
B
In artikel 26b, derde lid, eerste zin, wordt «op grond van het eerste of tweede lid» vervangen door «op grond van artikel 26a, eerste of tweede lid,».
ARTIKEL XXIV
In artikel 24, eerste lid, van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften vervalt «, over de gewone post of op een bij algemene maatregel van bestuur te bepalen wijze».
ARTIKEL XXV
De Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1, onderdeel a, wordt «Onze Minister van Veiligheid en Justitie» vervangen door «Onze Minister van Asiel en Migratie».
B
Artikel 6 komt te luiden:
Artikel 6
Bij regeling van Onze Minister kunnen regels worden gesteld over een specifieke uitkering aan gemeenten ten behoeve van kosten verband houdende met de opvang van asielzoekers.C
In artikel 16, eerste lid, wordt «het Ministerie van Veiligheid en Justitie» vervangen door «het Ministerie van Asiel en Migratie».
Artikel 6
Bij regeling van Onze Minister kunnen regels worden gesteld over een specifieke uitkering aan gemeenten ten behoeve van kosten verband houdende met de opvang van asielzoekers.
ARTIKEL XXVI
Artikel 1 van de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden wordt als volgt gewijzigd:
ARTIKEL XXVII
De Wet forensische zorg wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 2.5 wordt als volgt gewijzigd:
2.
De zorgaanbieder verwerkt persoonsgegevens, met inbegrip van persoonsgegevens over gezondheid of persoonsgegevens van strafrechtelijke aard, ter uitvoering van het eerste lid.3.
De zorgaanbieder verstrekt persoonsgegevens, met inbegrip van persoonsgegevens over gezondheid of persoonsgegevens van strafrechtelijke aard, ter uitvoering van het eerste lid aan:- de geneesheer-directeur, de officier van justitie, de psychiater belast met de medische verklaring, de zorgaanbieder en de zorgverantwoordelijke, in de zin van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg; en
- het CIZ, de officier van justitie, de ter zake kundige arts belast met de medische verklaring, de zorgaanbieder, en de zorgverantwoordelijke, in de zin van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten.
B
In artikel 3.6, derde lid, wordt «artikel 509o, tweede lid, onder 2°, van het Wetboek van Strafvordering» vervangen door «artikel 6:6:12, eerste lid, onder b, van het Wetboek van Strafvordering».
ARTIKEL XXVIII
Artikel 2.27 van de Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden wordt als volgt gewijzigd:
ARTIKEL XXVIIIa
De Wet gegevensverwerking persoonsgerichte aanpak radicalisering en terroristische activiteiten wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 22 komt te luiden:
B
Artikel 23 vervalt.
Artikel 22. Wijziging Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden in verband met verhouding tot Zorg- en Veiligheidshuizen
Aan artikel 2.31 van de Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden wordt een lid toegevoegd, luidende:
13.
Indien de deelnemers van een Zorg- en Veiligheidshuis ten aanzien van een aangemelde of in behandeling genomen casus aanleiding hebben om te vermoeden dat die casus in overeenstemming is met het doel van het casusoverleg ten behoeve van de persoonsgerichte aanpak van radicalisering en terroristische activiteiten, bedoeld in artikel 2 van de Wet gegevensverwerking persoonsgerichte aanpak radicalisering en terroristische activiteiten, dan dragen die deelnemers er zorg voor dat de casus overeenkomstig artikel 5, eerste lid, van die wet voor overleg wordt aangemeld bij de politie, het openbaar ministerie of de burgemeester van de gemeente van verblijf van de betrokkene. Indien de casus op grond van artikel 5, vierde lid, van de Wet gegevensverwerking persoonsgerichte aanpak radicalisering en terroristische activiteiten in behandeling wordt genomen door het casusoverleg als bedoeld in artikel 2 van die wet, dan vindt het onderhavige artikel 2.31 geen verdere toepassing.ARTIKEL XXIX
Artikel 19a van de Wet griffierechten burgerlijke zaken wordt als volgt gewijzigd:
2.
Artikel 11, eerste lid, is van toepassing.ARTIKEL XXX
Artikel I, onderdeel I, van de Wet herziening tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen vervalt.
ARTIKEL XXXI
In artikel 1, eerste lid, twaalfde gedachtestreepje, van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg en artikel 1.1.1, eerste lid, zeventiende gedachtestreepje, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 wordt «ontucht» vervangen door «seksuele handelingen verrichten».
ARTIKEL XXXII
In artikel 14, tweede lid, onder a, van de Wet op de bijzondere opsporingsdiensten wordt «Hoofdstuk 9, afdeling 9.3, van de Algemene wet bestuursrecht,» vervangen door «Hoofdstuk 9, afdeling 9.1.3, van de Algemene wet bestuursrecht,».
ARTIKEL XXXIII
In artikel 23, vierde lid, van de Wet op de economische delicten wordt «hem» vervangen door «hen».
ARTIKEL XXXIV
De Wet op de naburige rechten wordt als volgt gewijzigd:
aA
In artikel 2, vijfde lid, artikel 6, vijfde lid, artikel 7a, vijfde lid, en artikel 8, vijfde lid, wordt de zinsnede «door gemeenten, provincies, het rijk of het openbaar lichaam Bonaire, Sint Eustatius of Saba» vervangen door «door gemeenten, provincies of het rijk».
A
In de artikelen 15, eerste lid, 15a, eerste lid, en 15b wordt «Onze Minister van Justitie» vervangen door «Onze Minister van Justitie en Veiligheid».
B
In de artikelen 15a, eerste lid, 15b en 15g, eerste lid, wordt «Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen» vervangen door «Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap».
C
In artikel 15g, eerste lid, wordt «Onze Minister van Veiligheid en Justitie» vervangen door «Onze Minister van Justitie en Veiligheid».
D
In artikel 20, eerste lid, wordt «de Minister van Justitie» vervangen door «Onze Minister van Justitie en Veiligheid».
ARTIKEL XXXIVa
De Wet op de rechterlijke organisatie wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 66 wordt als volgt gewijzigd:
6.
Met ingang van de eerste dag van de maand volgende op die waarin een deskundig lid of een plaatsvervangend lid van de ondernemingskamer de leeftijd van zeventig jaren heeft bereikt, wordt aan hem bij koninklijk besluit ontslag verleend.B
Artikel 67 wordt als volgt gewijzigd:
6.
Met ingang van de eerste dag van de maand volgende op die waarin een deskundig lid of een plaatsvervangend lid van de penitentiaire kamer de leeftijd van zeventig jaren heeft bereikt, wordt aan hem bij koninklijk besluit ontslag verleend.»ARTIKEL XXXIVb
De bijlage bij artikel 8.8 van de Wet open overheid wordt als volgt gewijzigd:
ARTIKEL XXXV
Na artikel 63 van de Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 63a
Bij de overbrenging van of naar Nederland is de bewaking van de veroordeelde opgedragen aan Nederlandse ambtenaren die bevoegd zijn alle dienstige maatregelen te nemen ter beveiliging van de veroordeelde en ter voorkoming van zijn ontvluchting.Artikel 63a
Bij de overbrenging van of naar Nederland is de bewaking van de veroordeelde opgedragen aan Nederlandse ambtenaren die bevoegd zijn alle dienstige maatregelen te nemen ter beveiliging van de veroordeelde en ter voorkoming van zijn ontvluchting.
ARTIKEL XXXVI
Aan artikel 15, tweede lid, eerste zin, van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus wordt toegevoegd «is verleend».
ARTIKEL XXXVII
In artikel 25, tweede lid, van de Wet politiegegevens wordt «de landelijke eenheid» vervangen door «een landelijke eenheid».
ARTIKEL XXXVIII
De Wet tarieven in strafzaken wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
2.
De bedragen, bedoeld in het eerste lid, kunnen bij ministeriële regeling worden gewijzigd voor zover het indexcijfer Cao-lonen per uur inclusief bijzondere beloning, Cao-sector overheid, zoals jaarlijks vastgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek, daartoe aanleiding geeft.B
Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:
2.
De bedragen, bedoeld in het eerste lid, kunnen bij ministeriële regeling worden gewijzigd voor zover het indexcijfer Cao-lonen per uur inclusief bijzondere beloning, Cao-sector overheid, zoals jaarlijks vastgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek, daartoe aanleiding geeft.ARTIKEL XXXIX
De Wet technische eenmaking Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel II wordt «de Wet van 13 juli 2021» vervangen door «de Wet van 13 juli 2016».
B
In artikel III, tweede lid, wordt «de Wet van 13 juli 20216» vervangen door «de Wet van 13 juli 2016».
ARTIKEL XL
De Wet toezicht geschillenbeslechting collectieve beheersorganisaties auteurs- en naburige rechten wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 19, vierde lid, vervalt.
B
Artikel 20 vervalt.
ARTIKEL XLI
In artikel 14, derde lid, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme wordt «17b» vervangen door «17a».
ARTIKEL XLII
Artikel 57, eerste lid, van de Wet veiligheidsregio’s wordt als volgt gewijzigd:
ARTIKEL XLIII
In artikel 5:19 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg wordt «artikel 2.3, eerste lid, onder 6° tot en met 12°, van de Wet forensische zorg» vervangen door «artikel 2.3, eerste lid, onder 7° tot en met 12°, van de Wet forensische zorg».
ARTIKEL XLIV
Artikel 3.39 van de Wet voortgezet onderwijs 2020 wordt als volgt gewijzigd:
ARTKEL XLV
Het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 4, eerste lid, wordt «Verordening (EU) nr. 2019/1111 van de Raad van 25 juni 2019 betreffende de bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid, en betreffende internationale kinderontvoering (PbEU L 178)» vervangen door «Verordening (EU) nr. 2019/1111 van de Raad van 25 juni 2019 betreffende de bevoegdheid, erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid, en betreffende internationale kinderontvoering (PbEU L178)».
Aa
Aan artikel 33 worden twee leden toegevoegd, luidende:
6.
Indien niet is voldaan aan een verplichting tot het elektronisch verrichten van handelingen op grond van de wet dan wel bij of krachtens algemene maatregel van bestuur als bedoeld in het tweede lid, stelt de rechter de desbetreffende partij of andere betrokkene in de gelegenheid dit verzuim te herstellen binnen een door de rechter te bepalen termijn. Maakt eiser of verzoeker van deze gelegenheid geen gebruik, dan kan de rechter eiser of verzoeker niet ontvankelijk verklaren in zijn vordering of verzoek dan wel het stuk buiten beschouwing laten. Ook in andere gevallen waarin geen gebruik wordt gemaakt van de gelegenheid om het verzuim te herstellen, kan de rechter het stuk buiten beschouwing laten.7.
In afwijking van de voorgaande leden kan de rechter bepalen dat de procedure wordt voortgezet volgens de regels die gelden voor stukkenwisseling op papier.B
In artikel 290, vierde lid, wordt «Artikel 28, vijfde en zesde lid» vervangen door «Artikel 29, vijfde en zesde lid».
C
Aan artikel 457 wordt een lid toegevoegd, luidende:
4.
Het eerste lid, tweede zin, en het tweede lid zijn niet van toepassing als er beslag is gelegd op een motorrijtuig of een aanhangwagen als bedoeld in de artikelen 440 en 442 en dat beslag is ingeschreven in het kentekenregister, bedoeld in artikel 42 Wegenverkeerswet 1994.Ca
In artikel 474i wordt «de leden 2–4 van het vorige artikel» vervangen door «artikel 474h, tweede en derde lid».
Cb
Aan artikel 475, eerste lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel f door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
- Indien betekening aan het elektronisch adres van de derde-beslagene als bedoeld in het derde lid niet mogelijk is: de reden van deze onmogelijkheid.
Cc
Artikel 475a wordt als volgt gewijzigd:
Cd
Artikel 475aa wordt als volgt gewijzigd:
Ce
In artikel 556, derde lid, wordt na de eerste zin een zin ingevoegd, luidende: Zaken waarvan redelijkerwijs aangenomen mag worden dat de rechthebbende daar geen belang bij heeft, kunnen terstond worden afgevoerd en vernietigd.
Cf
In artikel 570, tweede lid, wordt de zinsnede «de artikelen 514, tweede en derde lid, 515, 517, tweede lid, 518, 519, eerste lid, 523, 525 en 528- 540» vervangen door «de artikelen 514, tweede en derde lid, 515, 517, tweede lid, 518, 519, eerste lid, 523, 525, 528, 529 en 538 tot en met 540».
Cg
In artikel 626, eerste lid, wordt «»het hem verschuldgide» vervangen door «het hem verschuldigde».
Ch
In artikel 734, eerste lid, vervalt «, en 541».
Ci
Artikel 770a wordt als volgt gewijzigd:
2.
In geval van een beslag op een roerende zaak die geen registergoed is, zijn de artikelen 441, derde lid, 447 en 448 niet van toepassing.Cj
In de artikelen 455, tweede lid, 455a, tweede lid, 474b, derde lid, 507, derde lid, en 507b, tweede lid, wordt telkens na «475i,» ingevoegd «eerste lid,».
D
In artikel 611i wordt «scheidsmannen» vervangen door «arbiters».
E
In artikel 1018c, vijfde lid, wordt de punt aan het slot van onderdeel a vervangen door een puntkomma.
F
In artikel 1018f, eerste lid, wordt «voorzetting» vervangen door «voortzetting».
G
In artikel 1019ie, eerste lid, wordt «artikel 843a, eerste lid» vervangen door «artikel 194, eerste lid».
ARTIKEL XLVI
Het Wetboek van Strafrecht wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 36f, eerste lid, wordt «ten aanzien van wie met toepassing van artikel 2.3, onderdeel 1°, 2° of 4°, van de Wet forensische zorg een zorgmachtiging is afgegeven» vervangen door «ten aanzien van wie met toepassing van artikel 2.3 van de Wet forensische zorg een zorgmachtiging of rechterlijke machtiging is afgegeven op de gronden, genoemd in artikel 2.3, eerste lid, onderdeel 1°, 2° of 4°, van de Wet forensische zorg».
B
Het opschrift van de Tweede afdeling van Titel IIA van het Eerste Boek komt te luiden: Terbeschikkingstelling.
C
Artikel 77t wordt als volgt gewijzigd:
D
In artikel 151e wordt «een persoon beneden de leeftijd van zestien jaar» vervangen door «een persoon beneden de leeftijd van zestien jaren».
Da
In artikel 227b vervalt het tweede lid, alsmede de aanduiding «1.» voor het eerste lid.
E
In artikel 241, tweede lid, wordt «gevangenisstraf van ten hoogste acht jaar» vervangen door «gevangenisstraf van ten hoogste acht jaren».
F
In artikel 254, eerste lid, onderdeel b, subonderdeel 2, wordt «inrichting voor verpleging van ter beschikking gesteld» vervangen door «instelling voor verpleging van ter beschikking gestelden».
G
In artikel 426, tweede lid, wordt «artikel 453» vervangen door «artikel 430b».
ARTIKEL XLVII
Het Wetboek van Strafvordering wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 36e, tweede lid, onder b, vervalt «, alsmede aan het adres in Nederland dat de verdachte heeft opgegeven waaraan mededelingen over de strafzaak kunnen worden toegezonden».
B
In artikel 36g, derde lid, onder d, wordt «uitgereikt» vervangen door «betekend».
C
Artikel 51ac wordt als volgt gewijzigd:
- de tenuitvoerlegging van een uitgevaardigde strafbeschikking.
D
Artikel 257d, vijfde lid, komt te luiden:
5.
Indien bij de officier van justitie een verzoek als bedoeld in artikel 51ac, tweede lid en eerste lid, onder d, is gedaan, wordt door Onze Minister van Justitie en Veiligheid aan het slachtoffer een afschrift van de strafbeschikking toegezonden. Voorts wordt door Onze Minister van Justitie en Veiligheid een afschrift toegezonden aan de rechtstreeks belanghebbende die de officier van justitie bekend is.Da
In artikel 258a, eerste lid, onderdeel b, wordt na «141, eerste lid en tweede lid, onder 1°,» ingevoegd «151f, tweede lid,» en wordt «248c, 252, tweede lid» vervangen door «253».
E
In artikel 361, tweede lid, onderdeel a, wordt «of een zorgmachtiging met toepassing van artikel 2.3, onderdeel 1°, 2° of 4°, van de Wet forensische zorg is afgegeven» vervangen door «met toepassing van artikel 2.3 van de Wet forensische zorg een zorgmachtiging of rechterlijke machtiging is afgegeven op de gronden, genoemd in artikel 2.3, eerste lid, onderdeel 1°, 2° of 4°, van de Wet forensische zorg».
F
Artikel 412, eerste lid, tweede volzin, komt te luiden: «De artikelen 258, tweede lid, tweede tot en met vierde volzin, en 258a zijn van overeenkomstige toepassing.».
G
Aan artikel 434, eerste lid, wordt een zin toegevoegd, luidende: «De Hoge Raad bepaalt op welke wijze de stukken van het geding aan de Hoge Raad worden verstrekt.».
H
In artikel 495, zesde lid, wordt «artikel 263 of artikel 287» vervangen door «artikel 259 of artikel 285».
I
Artikel 511aa wordt als volgt gewijzigd:
J
In artikel 5.3.16, derde lid, wordt «artikel 5.3.7, eerste lid, aanhef en onder a,» vervangen door «artikel 5.3.7, tweede lid,».
K
In artikel 5.4.10, derde lid, wordt «De artikelen 552a, eerste tot en met zesde lid,» vervangen door «De artikelen 552a, eerste tot en met zevende lid,».
L
Artikel 6:6:1 wordt als volgt gewijzigd:
M
Indien artikel I, onderdeel Q, van de Wet uitbreiding slachtofferrechten in werking is getreden, wordt in artikel 6:6:13 het zesde lid dat begint met «Indien de rechter toepassing van artikel 2.3 van de Wet forensische zorg overweegt» vernummerd tot zevende lid en wordt in artikel 6:6:15, derde lid, «vijfde lid» vervangen door «zesde lid».
ARTIKEL XLVIII
In artikel 100, eerste lid, onderdeel b, van het Wetboek van Strafvordering BES wordt na «266,» ingevoegd «285,».
ARTIKEL XLIX
Het Faciliteitenbesluit opvangcentra wordt ingetrokken.
ARTIKEL L
Het griffierecht in burgerlijke zaken zoals het gold voor inwerkingtreding van artikel XXIX blijft van toepassing voor de verzoeker die dit griffierecht voor die datum verschuldigd is geworden.
ARTIKEL LI
Indien het bij koninklijke boodschap van 16 december 2022 ingediende voorstel van wet tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafrecht BES, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafvordering BES in verband met de uitbreiding van de strafbaarheid voor schadetoebrengende gedragingen ten behoeve van een buitenlandse mogendheid (uitbreiding strafbaarheid spionageactiviteiten) (36 280) tot wet is of wordt verheven en die wet eerder in werking treedt of is getreden dan deze wet, dan worden het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafrecht BES als volgt gewijzigd:
A
Artikel 98d van het Wetboek van Strafrecht wordt als volgt gewijzigd:
B
Artikel 104d van het Wetboek van Strafrecht BES wordt als volgt gewijzigd:
ARTIKEL LII
Indien het bij koninklijke boodschap van 16 december 2022 ingediende voorstel van wet tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafrecht BES, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafvordering BES in verband met de uitbreiding van de strafbaarheid voor schadetoebrengende gedragingen ten behoeve van een buitenlandse mogendheid (uitbreiding strafbaarheid spionageactiviteiten) (36 280) tot wet is of wordt verheven en die wet later in werking treedt dan deze wet, dan wordt die wet als volgt gewijzigd:
A
In artikel I wordt artikel 98d van het Wetboek van Strafrecht als volgt gewijzigd:
B
In artikel II wordt artikel 104d van het Wetboek van Strafrecht BES als volgt gewijzigd:
ARTIKEL LIIa
ARTIKEL LIII
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld, met uitzondering van artikel XLVII, onderdeel F, dat in werking treedt met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst.
ARTIKEL LIV
Deze wet wordt aangehaald als: Verzamelwet Justitie en Veiligheid en Asiel en Migratie 2025.