Part of Smart Yellow Suite

WGK025584
Fiscale klimaat maatregelen glastuinbouw

Updates ontvangen over deze regeling? Log in

Overheid.nl - XML - JSON

Type Wet
Fase Bekendmaking
Ministerie Financiën
Datum uitgave 7 september 2023
Datum inwerkingtreding -
Per KB Nee

Opschrift

Wijziging van enkele belastingwetten (Fiscale klimaat maatregelen 2024)

Samenvatting

Het kabinet heeft dit voorjaar een aanvullend klimaat beleidspakket aangekondigd. Hierin wordt aanvullend beleid voorgesteld om de emissiereductiedoelstelling voor 2030 te halen. Dit wetsvoorstel bevat een belangrijk deel van de fiscale voorstellen die in dit aanvullend beleidspakket zijn afgesproken.

Documenten

stb-2023-505 (PDF)

Wet van 20 december 2023 tot wijziging van enkele belastingwetten (Wet fiscale Klimaatmaatregelen glastuinbouw)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van. Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is fiscale klimaatmaatregelen te treffen die de glastuinbouw aan een CO2-heffing onderwerpen, het verlaagde tarief van de glastuinbouw in de energiebelasting uitfaseren en de vrijstelling voor elektriciteitsopwekking middels gas gefaseerd inperken;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet belastingen op milieugrondslag wordt met ingang van 1 januari 2025 als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 wordt, onder verlettering van onderdeel g tot h, een onderdeel ingevoegd, luidende:

  1. een CO2-heffing glastuinbouw;.
B

Artikel 47, eerste lid, onderdeel g, komt te luiden:

  1. installatie voor elektriciteitsopwekking: een zelfstandige installatie waarin elektriciteit wordt opgewekt door middel van aardgas of elektriciteit, waarbij tot de installatie behoren onderdelen die rechtstreeks worden ingezet voor het opwekken van elektriciteit, daarmee in technisch verband staan en gevolgen kunnen hebben voor het opwekken van elektriciteit, alsmede onderdelen die zijn aangebracht uit het oogpunt van milieuverbetering, veiligheid of efficiëntie;.
C

Artikel 50, zesde lid, onderdeel d, komt te luiden:

  1. elektriciteit die de verbruiker heeft opgewekt door middel van een installatie voor elektriciteitsopwekking met een totaal opgesteld thermisch vermogen van niet meer dan 20 megawatt.
D

In artikel 60, eerste lid, komen het eerste en tweede aandachtsstreepje te luiden:

  1. niet hoger is dan 170 000 kubieke meter, per kubieke meter 23% van het tarief, genoemd in artikel 59, eerste lid, onderdeel a, tweede aandachtsstreepje;
  2. hoger is dan 170 000 kubieke meter, maar niet hoger dan 1 000 000 kubieke meter, per kubieke meter 43% van het tarief, genoemd in artikel 59, eerste lid, onderdeel a, derde aandachtsstreepje;.
E

Artikel 64 wordt als volgt gewijzigd:

1.
Vrijstelling van de belasting wordt verleend ter zake van de levering of het verbruik van:
  1. aardgas dat wordt gebruikt in een installatie voor elektriciteitsopwekking tot een volume dat correspondeert met 0,2808 Nm3 per opgewekte kWh elektriciteit;
  2. aardgas dat wordt gebruikt in een installatie voor elektriciteitsopwekking met behulp waarvan elektriciteit wordt opgewekt uitsluitend door middel van hernieuwbare energiebronnen en elektriciteit;
  3. elektriciteit die wordt gebruikt in een installatie voor elektriciteitsopwekking; en
  4. elektriciteit en aardgas die worden gebruikt voor de productie van elektriciteit en voor instandhouding van het vermogen elektriciteit te produceren.
2.
In afwijking van het eerste lid, onderdeel a, wordt bij een installatie voor elektriciteitsopwekking met een totaal opgesteld thermisch vermogen van niet meer dan 20 megawatt vrijstelling van de belasting verleend ter zake van de levering of het verbruik van aardgas dat wordt gebruikt voor het opwekken van elektriciteit tot een hoeveelheid die correspondeert met 0,2808 Nm3 per kWh elektriciteit die de exploitant van de installatie invoedt op een distributienet alsmede 0,1670 Nm3 per kWh elektriciteit die de exploitant van de installatie niet invoedt op een distributienet. De hoeveelheid opgewekte elektriciteit die wordt betrokken bij de berekening van de hoeveelheid aardgas waarvoor de vrijstelling wordt verleend is maximaal de hoeveelheid elektriciteit die de exploitant heeft opgewekt met de installatie.
3.
Indien het aardgas, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, en in het tweede lid, een bovenste verbrandingswaarde heeft die lager of hoger is dan 35,17 megajoule per Nm3, wordt het volume, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, naar evenredigheid verhoogd, onderscheidenlijk verlaagd.
F

Artikel 70 wordt als volgt gewijzigd:

4.
Op verzoek wordt aan de verbruiker van wie geen belasting wordt geheven als bedoeld in artikel 53 teruggaaf van de belasting verleend met betrekking tot aardgas dat wordt gebruikt op een in artikel 64, eerste lid, onderdeel a, en tweede lid bedoelde wijze.
G

Na artikel 71a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 71aa
Dit hoofdstuk is niet van toepassing op broeikasgasinstallaties van een glastuinbouwbedrijf of energiebedrijf voor glastuinbouw als bedoeld in artikel 71t, eerste lid, onderdelen d, onderscheidenlijk e.
H

Artikel 71i wordt als volgt gewijzigd:

I

Na hoofdstuk VIB wordt een hoofdstuk ingevoegd, luidende:

J

In artikel 90 vervalt in de eerste zin «60, eerste lid,» en wordt in de tweede zin «artikel 71f, vierde lid,» vervangen door «de artikelen 71f, vierde lid, en 71y, eerste lid,».

Artikel 71aa

Dit hoofdstuk is niet van toepassing op broeikasgasinstallaties van een glastuinbouwbedrijf of energiebedrijf voor glastuinbouw als bedoeld in artikel 71t, eerste lid, onderdelen d, onderscheidenlijk e.

Artikel 71t

Artikel 71u

Onder de naam CO2-heffing glastuinbouw wordt een belasting geheven ter zake van de emissie van kooldioxide.

Artikel 71v

Artikel 71w

Artikel 71x

De belasting wordt verschuldigd op het tijdstip waarop de emissie van kooldioxide plaatsvindt.

Artikel 71y

Artikel 71z

Voor de heffing en invordering van de belasting wordt voor de toepassing van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Invorderingswet 1990 en de op die wetten berustende bepalingen onder rijksbelastingdienst verstaan Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

ARTIKEL II

De Wet belastingen op milieugrondslag wordt met ingang van 1 januari 2026 als volgt gewijzigd:

A

Artikel 60, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

B

Artikel 64 wordt als volgt gewijzigd:

ARTIKEL III

De Wet belastingen op milieugrondslag wordt met ingang van 1 januari 2027 als volgt gewijzigd:

A

Artikel 60, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

B

Artikel 64 wordt als volgt gewijzigd:

ARTIKEL IV

De Wet belastingen op milieugrondslag wordt met ingang van 1 januari 2028 als volgt gewijzigd:

A

Artikel 60, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

B

Artikel 64 wordt als volgt gewijzigd:

ARTIKEL V

De Wet belastingen op milieugrondslag wordt met ingang van 1 januari 2029 als volgt gewijzigd:

A

Artikel 60, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

B

Artikel 64 wordt als volgt gewijzigd:

ARTIKEL VI

De Wet belastingen op milieugrondslag wordt met ingang van 1 januari 2030 als volgt gewijzigd:

A

Artikel 60, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

B en C

[vervallen]

D

Artikel 64 wordt als volgt gewijzigd:

ARTIKEL VIA

In de Wet belastingen op milieugrondslag wordt met ingang van 1 januari 2031 artikel 60, eerste lid, als volgt gewijzigd:

ARTIKEL VIB

In de Wet belastingen op milieugrondslag wordt met ingang van 1 januari 2032 artikel 60, eerste lid, als volgt gewijzigd:

ARTIKEL VIC

In de Wet belastingen op milieugrondslag wordt met ingang van 1 januari 2033 artikel 60, eerste lid, als volgt gewijzigd:

ARTIKEL VID

In de Wet belastingen op milieugrondslag wordt met ingang van 1 januari 2034 artikel 60, eerste lid, als volgt gewijzigd:

ARTIKEL VIE

De Wet belastingen op milieugrondslag wordt met ingang van 1 januari 2035 als volgt gewijzigd:

A

Artikel 60 vervalt.

B

In artikel 61 vervalt «artikel 60, eerste en derde lid,».

C

In artikel 62 vervalt «en artikel 60, eerste lid,».

ARTIKEL VII

In de Wet op de accijns vervalt met ingang van 1 januari 2025 artikel 71e.

ARTIKEL VIII

De Wet fiscale maatregelen Klimaatakkoord wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel XXVI, onderdeel B, vervalt.

B

Artikel XXVII, onderdeel B, vervalt.

ARTIKEL IX

Het Belastingplan 2023 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel XXIX, onderdeel B, vervalt.

B

Artikel XXX, onderdeel B, vervalt.

C

Artikel XXXI, onderdeel B, vervalt.

D

Artikel XXXII, onderdeel B, vervalt.

E

Artikel XXXIII, onderdeel B, vervalt.

F

Artikel XXXIV, onderdeel B, vervalt.

ARTIKEL X

Titel 15.13 van de Wet milieubeheer vervalt en het Besluit kostenverevening reductie CO2-emissies glastuinbouw en de Regeling kostenverevening reductie CO2-emissies glastuinbouw worden ingetrokken, met dien verstande dat die titel, dat besluit en die regeling van toepassing blijven voor zover de emissie van kooldioxide heeft plaatsgevonden voorafgaand aan de inwerkingtreding van dit artikel.

ARTIKEL XA

Onze Minister van Financiën zendt, in overeenstemming met Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en Onze Minister voor Klimaat en Energie, binnen twee jaar na inwerkingtreding van artikel I, onderdeel E, van deze wet en vervolgens telkens na een jaar, aan de Staten-Generaal een verslag over de effecten op de omvang van het regelbaar vermogen binnen het Nederlandse energiesysteem van artikel 64, eerste lid, onderdeel a, van de Wet belastingen op milieugrondslag, zoals dat luidt met ingang van 1 januari 2025 en zoals dat luidt met ingang van 1 januari 2026, in vergelijking met dat artikel zoals dat luidde op 31 december 2024, waarbij tevens aandacht wordt besteed aan de impact op de glastuinbouw en aan de vraag of de geraamde budgettaire opbrengst van de genoemde wijzigingen overeenkomt met de gerealiseerde budgettaire opbrengst.

ARTIKEL XI

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2024, met uitzondering van artikel X, dat in werking treedt met ingang van 1 januari 2025.

ARTIKEL XII

Deze wet wordt aangehaald als: Wet fiscale klimaatmaatregelen glastuinbouw.

Wetswijzigingen integreren met je processen? Probeer Way 3 weken gratis.