Wijziging van het Mediabesluit 2008 op het punt van reserves en hoeveelheid reclame
Betreft een indexering van de reserve van omroeporganisaties en het stopzetten van de eerder ingezette halvering van reclame op de verschillende aanbodkanalen
Besluit van 20 november 2024, houdende wijziging van het Mediabesluit 2008 in verband met de wijziging van het maximum aandeel televisiereclame en de verhoging van de maximum verenigingsreserve voor de landelijke publieke mediadienst
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 17 april 2024, nr. WJZ/45646255 (ID 25569) directie Wetgeving en Juridische Zaken;
Gelet op artikel 2.95, eerste lid, aanhef en onder a, artikel 2.174a, eerste lid, en artikel 9.14e, eerste lid, van de Mediawet 2008;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 12 juni 2024, nr. W05.24.00096/I);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 22 november 2024, nr. WJZ/45950994 (ID25569), directie Wetgeving en Juridische Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I.
Het Mediabesluit wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 5a, onder a, wordt «vijf procent» vervangen door «acht procent».
B
In artikel 16a wordt «€ 750.000» vervangen door «€ 1.500.000».
C
Artikel 29c vervalt.
ARTIKEL II. INWERKINGTREDING
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2025.
Besluit van 4 november 2025 tot wijziging van het Rechtspositiebesluit politieke gezagdragers BES (verhoging bezoldiging en vergoedingen politieke gezagdragers BES 2024–2026) [KetenID WGK026959]
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 3 september 2025, nr. 2025-0000532625;
Gelet op de artikelen 56, eerste, tweede en zevende lid, 78, eerste, tweede en zevende lid, 92, 120, vierde lid, en 121, derde lid, van de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 15 oktober 2025, nr. W04.25.00261/I);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 31 oktober 2025, nr. 2025-0000602001;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Het Rechtspositiebesluit politieke gezagdragers BES wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:
B
Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:
C
Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:
D
In artikel 6a, eerste lid, wordt «74 USD» vervangen door «USD 91».
E
In artikel 6a, eerste lid, wordt «USD 91» vervangen door «USD 92».
F
In artikel 6a, eerste lid, wordt «USD 92» vervangen door «USD 93».
G
Aan artikel 7 wordt toegevoegd «Als de bezoldiging niet met een voor alle ambtenaren gelijk percentage wijzigt, wordt voor de toepassing van dit artikel uitgegaan van het percentage waarmee de bezoldiging gemiddeld wijzigt of het percentage dat met toepassing van artikel 2.2 van het Besluit overlegstelsel BES is afgesproken.»
H
Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:
I
De tabel in artikel 9, eerste lid, wordt vervangen door:
J
De tabel in artikel 9, eerste lid, wordt vervangen door:
K
Artikel 15, zesde lid, komt te luiden:
6.
In het geval, bedoeld in het eerste lid, onder c, alsmede indien de gezaghebber of de eilandgedeputeerde binnen zes maanden na afloop van het kalenderjaar geen opgave of verklaring als bedoeld in het eerste lid heeft ingezonden of niet heeft voldaan aan het vijfde lid, en het bestuurscollege niet uit anderen hoofde kan vaststellen tot welk bedrag er verrekend moet worden, stelt het bestuurscollege de bezoldiging over het afgelopen jaar vast op 65% van de bezoldiging op jaarbasis.L
Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:
ARTIKEL II. INWERKINGTREDING