Besluit tot wijziging van het Besluit financiële markten BES in verband met een herziening van het depositogarantiestelsel BES
Om depositohouders te beschermen en de stabiliteit van het financiële stelsel te vergroten is er in 2017 voor Bonaire, Sint-Eustatius en Saba (de BES-eilanden) een depositogarantiestelsel voor Caribisch Nederland ingevoerd (DGS BES). Bij invoering is aangegeven om het depositogarantiestelsel na drie jaar te evalueren. De evaluatie is uitgevoerd in samenspraak met De Nederlandsche Bank (DNB). De conclusie is dat DGS BES in de huidige opzet niet voldoende bijdraagt aan het versterken van de financiële stabiliteit en bescherming van consumenten. De voorgenomen aanpassingen van het stelsel vereisen wijziging van het Besluit financiële markten BES.
Wet van 1 oktober 2025, houdende wijziging van diverse wetten in verband met het invoeren van het burgerservicenummer en de voorzieningen van de digitale overheid in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Wet invoering BSN en voorzieningen digitale overheid BES)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om het burgerservicenummer en de voorzieningen van de digitale overheid in de openbare lichamen in te voeren, teneinde burgers en bedrijven beter van dienst te zijn;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Wet algemene bepalingen burgerservicenummer wordt als volgt gewijzigd:
A
Na artikel 1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 1a
1.
Deze wet en de daarop berustende bepalingen zijn mede van toepassing in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.2.
In afwijking van het eerste lid is artikel 13 eerst van toepassing met ingang van een bij Koninklijk Besluit te bepalen tijdstip.B
In artikel 5, eerste lid, wordt na «Een college van burgemeester en wethouders» ingevoegd «of een bestuurscollege».
C
Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:
2.
Het bestuurscollege kent onmiddellijk na een inschrijving in de basisadministratie als bedoeld in artikel 5 van de Wet basisadministraties persoonsgegevens BES, aan de ingeschrevene een burgerservicenummer toe, tenzij aan hem reeds een burgerservicenummer is toegekend.D
Na artikel 21 worden in hoofdstuk 6 twee artikelen ingevoegd, luidende:
Artikel 22
1.
Het bestuurscollege kent onmiddellijk een burgerservicenummer toe aan een persoon die op het moment van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel C, van de Wet invoering BSN en voorzieningen digitale overheid BES reeds in de basisadministratie is ingeschreven op grond van artikel 5 van de Wet basisadministraties persoonsgegevens BES, tenzij aan hem reeds een burgerservicenummer is toegekend.2.
Artikel 8, derde tot en met zesde lid, is van overeenkomstige toepassing.Artikel 23
Na de inwerkingtreding van artikel I, onderdeel C, van de Wet invoering BSN en voorzieningen digitale overheid BES berust het Besluit burgerservicenummer mede op de artikelen 8, zesde lid, en 22, tweede lid, van deze wet.Artikel 1a
Artikel 22
Artikel 23
Na de inwerkingtreding van artikel I, onderdeel C, van de Wet invoering BSN en voorzieningen digitale overheid BES berust het Besluit burgerservicenummer mede op de artikelen 8, zesde lid, en 22, tweede lid, van deze wet.
ARTIKEL II
De Wet basisadministraties persoonsgegevens BES wordt als volgt gewijzigd:
aA
Na het opschrift van hoofdstuk I wordt een paragraafopschrift ingevoegd, luidende: «Paragraaf 1. Algemeen»
A
Artikel 1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
Aa
Na artikel 4c wordt aan hoofdstuk 1 een paragraaf toegevoegd, luidende:
Ab
Na artikel 4e wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 4f
Een ingeschrevene aan wie door de afnemer of het overheidsorgaan een gegeven wordt gevraagd, waarop artikel 4e, eerste lid, van toepassing is, behoeft dat gegeven niet mede te delen, behoudens voor zover het gegeven naar het oordeel van de afnemer of het overheidsorgaan noodzakelijk is voor een deugdelijke vaststelling van de identiteit van betrokkene.Ac
Aan het slot van hoofdstuk 1, paragraaf 2, wordt een artikel toegevoegd, luidende:
Artikel 4g
1.
De afnemer of het overheidsorgaan dat in verband met de verstrekking van een authentiek gegeven uit de basisadministratie gerede twijfel heeft over de juistheid van dat gegeven, doet hiervan mededeling aan het bestuurscollege van het bijhoudende openbaar lichaam.2.
Onze Minister wijst de afnemers of overheidsorganen aan die tevens mededeling doen in verband met de verstrekking van andere dan authentieke gegevens.3.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden de gevallen waarin en de wijze waarop de mededeling wordt gedaan geregeld, evenals de kennisgeving van het bestuurscollege aan de afnemer of het overheidsorgaan naar aanleiding van een mededeling.4.
Het bestuurscollege kan nadere regels stellen omtrent het doen van mededeling door en de kennisgeving aan afnemers of overheidsorganen die een orgaan zijn van het openbaar lichaam en kan een of meer van deze afnemers of overheidsorganen aanwijzen om tevens mededeling te doen in verband met de verstrekking van andere dan authentieke gegevens.5.
Voor zover een mededeling als bedoeld in het eerste lid betrekking heeft op een gegeven dat op grond van een andere wet is overgenomen uit een andere registratie, zendt het bestuurscollege die mededeling door aan de verantwoordelijke voor de verwerking van dat gegeven in die andere registratie.B
Artikel 10, eerste lid, onderdeel a, onder 9°, komt te luiden:
- gegevens over het burgerservicenummer van de ingeschrevene, de ouders, de echtgenoot, de eerdere echtgenoten, de geregistreerde partner, de eerdere geregistreerde partners en de kinderen;
C
Na artikel 12 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 12a
1.
Het burgerservicenummer dat aan een persoon is toegekend overeenkomstig artikel 8 van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer wordt opgenomen op diens persoonslijst, voordat over de betrokken persoon voor de eerste keer gegevens worden verstrekt.2.
De gegevens over het burgerservicenummer van de ouders, de echtgenoot, de eerdere echtgenoten, de geregistreerde partner, de eerdere geregistreerde partners en de kinderen worden ontleend aan de desbetreffende persoonslijsten.D
Artikel 13, tweede lid, komt te luiden:
2.
De ingezetene die zijn adres wijzigt binnen het openbaar lichaam, doet hiervan binnen vijf dagen na wijziging van het adres schriftelijk aangifte bij het bestuurscollege.E
Na artikel 17a wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 17b
1.
Het bestuurscollege verstrekt aan de ingeschrevene binnen vier weken na een inschrijving als bedoeld in artikel 5 in begrijpelijke vorm een volledig overzicht van zijn persoonslijst.2.
Bij minderjarigen jonger dan 16 jaar en bij onder curatele gestelden geschiedt de verstrekking aan de ouders, voogden of verzorgers, onderscheidenlijk aan de curator.3.
Bij de verstrekking van de persoonslijst wordt schriftelijk mededeling gedaan van de hoofdlijnen van de ter zake van de basisadministratie geldende regels, waaronder ten minste de hoofdlijnen van de regels betreffende de identiteit van de voor de verwerking verantwoordelijke, de doeleinden van de basisadministratie, de opgenomen gegevenscategorieën, de categorieën van ontvangers van gegevens en de rechten van de ingeschrevene.4.
Degene die aangifte van verblijf en adres doet, wordt bij die gelegenheid schriftelijk op de hoogte gesteld van het recht, bedoeld in artikel 28.F
Aan artikel 27b worden twee leden toegevoegd, luidende:
4.
Aan Onze Minister worden spontaan de gegevens verstrekt die hij nodig heeft in verband met de uitvoering van artikel 1.4, tweede lid, van de Wet basisregistratie personen wat betreft het bijhouden van persoonsgegevens overeenkomstig afdeling 3 van hoofdstuk 2 van die wet.5.
Op verzoek van Onze Minister worden voor de uitvoering van artikel 4.3a, eerste lid, van de Wet basisregistratie personen, gegevens als bedoeld in artikel 10, eerste lid, over personen die als ingezetene in de basisadministratie zijn of waren ingeschreven, aan hem medegedeeld.G
Na artikel 30 worden in paragraaf 1 van hoofdstuk IV twee artikelen toegevoegd, luidende:
Artikel 30a
1.
Het bestuurscollege verricht periodiek een onderzoek naar de inrichting, de werking en de beveiliging van de basisadministratie, alsmede naar de verwerking van gegevens in de basisadministratie.2.
Het bestuurscollege zendt periodiek een uittreksel van de resultaten van het onderzoek aan Onze Minister en de Commissie toezicht bescherming persoonsgegevens BES.3.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld met betrekking tot de periodiciteit en de uitvoering van de onderzoeken, bedoeld in het eerste lid, en de periodiciteit van de in het tweede lid bedoelde verzendingen en de inhoud van het in dat lid bedoelde uittreksel.4.
Onze Minister verricht periodiek een onderzoek naar de consistentie en integriteit van de in de verstrekkingenvoorziening opgeslagen gegevens.Artikel 30b
Onze Minister verstrekt aan een bestuurscollege dat daar belang bij heeft spontaan of op verzoek zo spoedig mogelijk alle inlichtingen die van belang zijn voor een goede uitvoering van de taak met betrekking tot de basisadministratie.H
Na artikel 34 worden aan hoofdstuk V twee artikelen toegevoegd, luidende:
Artikel 35
1.
Naast de in artikel 10, eerste lid, bedoelde gegevens worden tot een bij Koninklijk Besluit te bepalen datum over de ingeschrevene de volgende algemene gegevens opgenomen:
- gegevens over het ID-nummer, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel e, van de Wet identiteitskaarten BES, van de ingeschrevene, de ouders, de echtgenoot, de eerdere echtgenoten, de geregistreerde partner, de eerdere geregistreerde partners en de kinderen;
- de datum van opneming van de in onderdeel a genoemde ID-nummers.
2.
Naast de in artikel 11, eerste lid, bedoelde gegevens worden tot de in het eerste lid bedoelde datum over de ingeschrevene de volgende verwijsgegevens en administratieve gegevens in verband met de verwijsgegevens opgenomen:
- het ID-nummer;
- datum van kracht worden ID-nummer.
3.
Het ID-nummer wordt opgenomen overeenkomstig de Wet identiteitskaarten BES.4.
De ID-nummers van de ouders, de echtgenoot, de eerdere echtgenoten, de geregistreerde partner, de eerdere geregistreerde partners en de kinderen worden ontleend aan de desbetreffende persoonslijsten in de basisadministratie.Artikel 35a
Artikel 12a, eerste lid, is niet van toepassing als een persoon op het moment van inwerkingtreding van dat artikel reeds in de basisadministratie is ingeschreven. In dat geval wordt het burgerservicenummer dat aan diegene is toegekend overeenkomstig artikel 8, tweede lid, of artikel 22, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer onmiddellijk opgenomen op diens persoonslijst.I
In artikel 35, eerste lid, onderdeel a, wordt na «artikel 2, eerste lid, onderdeel e, van de Wet identiteitskaarten BES,» ingevoegd «zoals dat luidde vóór de inwerkingtreding van artikel Va, onderdeel A, van de Wet invoering BSN en voorzieningen digitale overheid BES,».
Artikel 4d
Bij algemene maatregel van bestuur wordt bepaald welke van de algemene gegevens, bedoeld in de artikel 10, worden aangemerkt als authentieke gegevens.
Artikel 4e
Artikel 4f
Een ingeschrevene aan wie door de afnemer of het overheidsorgaan een gegeven wordt gevraagd, waarop artikel 4e, eerste lid, van toepassing is, behoeft dat gegeven niet mede te delen, behoudens voor zover het gegeven naar het oordeel van de afnemer of het overheidsorgaan noodzakelijk is voor een deugdelijke vaststelling van de identiteit van betrokkene.
Artikel 4g
Artikel 12a
Artikel 17b
Artikel 30a
Artikel 30b
Onze Minister verstrekt aan een bestuurscollege dat daar belang bij heeft spontaan of op verzoek zo spoedig mogelijk alle inlichtingen die van belang zijn voor een goede uitvoering van de taak met betrekking tot de basisadministratie.
Artikel 35
Artikel 35a
Artikel 12a, eerste lid, is niet van toepassing als een persoon op het moment van inwerkingtreding van dat artikel reeds in de basisadministratie is ingeschreven. In dat geval wordt het burgerservicenummer dat aan diegene is toegekend overeenkomstig artikel 8, tweede lid, of artikel 22, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer onmiddellijk opgenomen op diens persoonslijst.
ARTIKEL III
De Wet basisregistratie personen wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1.1 wordt als volgt gewijzigd:
B
In artikel 1.2 wordt na «persoonsgegevens over niet-ingezetenen» ingevoegd «en de ingezetenen van een openbaar lichaam».
C
In artikel 1.4, tweede lid, wordt «overeenkomstig afdeling 2 van hoofdstuk 2» vervangen door «overeenkomstig afdelingen 2 en 3 van hoofdstuk 2».
D
Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door een puntkomma wordt aan artikel 1.10 een onderdeel toegevoegd, luidende:
- De uitwisseling van berichten tussen de centrale voorzieningen en de verstrekkingenvoorziening, bedoeld in artikel 3a van de Wet basisadministraties persoonsgegevens BES.
E
In artikel 2.63, eerste lid, wordt «ingezetene» vervangen door «ingezetene of ingezetene van een openbaar lichaam».
F
In artikel 2.64 wordt na «in Nederland» ingevoegd «en in een of meerdere van de openbare lichamen».
G
Artikel 2.65 wordt als volgt gewijzigd:
2.
Een aanwijzing als bedoeld in het eerste lid kan ook betrekking hebben op bestuursorganen als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet administratieve rechtspraak BES.H
In artikel 2.67, vijfde lid, wordt «eerste» vervangen door «eerste of derde».
I
Aan hoofdstuk 2 wordt een afdeling toegevoegd, luidende:
J
Na artikel 4.3 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 4.3a
1.
Onze Minister verricht periodiek een onderzoek naar de consistentie tussen en integriteit van de in de centrale voorzieningen en de verstrekkingenvoorziening, bedoeld in artikel 3a van de Wet basisadministraties persoonsgegevens BES, opgeslagen gegevens.2.
Onze Minister verstrekt naar aanleiding van een onderzoek als bedoeld in het eerste lid aan een college van burgemeester en wethouders respectievelijk een bestuurscollege dat daar belang bij heeft zo spoedig mogelijk alle inlichtingen die van belang zijn voor een goede uitvoering van de taak met betrekking tot de basisregistratie dan wel de basisadministraties, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisadministraties persoonsgegevens BES.K
Artikel 4.9 wordt als volgt gewijzigd:
3.
Naast de in artikel 2.84 bedoelde algemene gegevens worden tot een bij Koninklijk Besluit te bepalen datum over de op grond van hoofdstuk 2, afdeling 3, paragraaf 2 ingeschreven personen de volgende algemene gegevens opgenomen:
- het administratienummer van de ingeschrevene;
- de datum waarop het nummer van kracht is geworden of beëindigd.
L
In artikel 4.16a, tweede lid, wordt «afdeling 2» vervangen door «afdelingen 2 en 3».
M
In artikel 4.18 wordt na «ingezetene» ingevoegd «of ingezetene van een openbaar lichaam».
Artikel 2.82
Artikel 2.83
Artikel 2.84
Artikel 2.85
Artikel 2.86
De artikelen 2.55, 2.56a, vierde lid, 2.57, 2.58, 2.58a, 2.60, onderdeel g, en 2.61, zijn van overeenkomstige toepassing ten aanzien van ingezetenen van een openbaar lichaam met dien verstande dat Onze Minister in de plaats treedt van het college van burgemeester en wethouders en dat het verzoek wordt gedaan door tussenkomst van een inschrijfvoorziening of een bestuurscollege.
Artikel 4.3a
ARTIKEL IV
Het tweede lid van artikel 24 van de Wet bescherming persoonsgegevens BES alsmede de aanduiding «1.» voor het eerste lid vervallen.
ARTIKEL V
In de Wet digitale overheid wordt na hoofdstuk 7 een hoofdstuk ingevoegd, luidende:
Artikel 22a
Deze wet en de daarop berustende bepalingen zijn mede van toepassing in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, met inachtneming van dit hoofdstuk, met ingang van een bij Koninklijk Besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Artikel 22b
Artikel 22c
Artikel 7, eerste lid, onderdeel c, en tweede lid, onderdeel c, en artikel 15, achtste lid, zijn niet van toepassing in een openbaar lichaam.
Artikel 22d
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 3, 6, 7, 8, eerste lid, en 15 door bestuursorganen op het niveau van de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba zijn belast de bij besluit van Onze Minister aangewezen ambtenaren.
Artikel 22e
Bij regeling van Onze Minister kunnen regels worden gesteld over een bijzondere uitkering aan de openbare lichamen ter bekostiging van de transitie naar digitale dienstverlening in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
ARTIKEL VA
De Wet identiteitskaarten BES wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 2, eerste lid, onderdeel e, komt te luiden:
- het burgerservicenummer, bedoeld in artikel 1, onder b, van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer.
B
Artikel 6, derde lid, vervalt.
ARTIKEL VI
Deze wet treedt in werking op een bij Koninklijk Besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
ARTIKEL VII
Deze wet wordt aangehaald als: Wet invoering BSN en voorzieningen digitale overheid BES.