Besluit van 4 september 2025 tot wijziging van het Besluit activiteiten leefomgeving, het Besluit bouwwerken leefomgeving, het Besluit kwaliteit leefomgeving, het Omgevingsbesluit, het Invoeringsbesluit Omgevingswet, het Asbestverwijderingsbesluit 2005, het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer, het Besluit veiligheidsregio’s en het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen (Verzamelbesluit Omgevingswet IenW milieu 2025) [Ketenid WGK025523]
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, gedaan in overeenstemming met de Minister van Justitie en Veiligheid, van 18 maart 2025, nr. IenW/BSK-2025/37846, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;
Gelet op de artikelen 2.24, eerste lid, 2.28, aanhef en onder c, 2.29a, 4.3, eerste lid, 4.20, eerste lid, onder n, 5.1, tweede lid, 5.18, eerste lid, 13.5, eerste lid, 16.24a, 18.22, eerste lid, en 20.6 van de Omgevingswet, artikel 18, derde lid, van de Wegenverkeerswet 1994, de artikelen 8.10, 9.2.2.1, eerste lid, 9.5.2 in samenhang met artikel 9.5.6 en 10.2, tweede lid, van de Wet milieubeheer en artikel 31, vierde lid, van de Wet op de veiligheidsregio’s;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 28 mei 2025, nr. W17.25.00064/IV);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, uitgebracht in overeenstemming met de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, van, 29 augustus 2025, nr. IenW/BSK-2025/188462, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I (WIJZIGING BESLUIT ACTIVITEITEN LEEFOMGEVING)
Het Besluit activiteiten leefomgeving wordt als volgt gewijzigd:
A
Aan artikel 3.5, eerste lid, wordt, onder vervanging van «; en» aan het slot van onderdeel h door een puntkomma en onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel i door «; en», een onderdeel toegevoegd, luidende:
- waterstof.
B
In artikel 3.40f, tweede lid, onder b, vervalt «, voor zover de activiteiten als vergunningplichtig zijn aangewezen in artikel 3.40e, eerste of derde lid».
C
In artikel 3.46, tweede lid, onder d, vervalt «, voor zover de activiteiten als vergunningplichtig zijn aangewezen in artikel 3.45».
D
In artikel 3.109, derde lid, onder e, vervalt «, voor zover de activiteiten als vergunningplichtig zijn aangewezen in de artikelen 3.104 tot en met 3.108».
E
In artikel 3.116, derde lid, onder e, vervalt «voor zover de activiteiten als vergunningplichtig zijn aangewezen in de artikelen 3.112 tot en met 3.115».
F
In artikel 3.120, derde lid, onder c, vervalt «, voor zover de activiteiten als vergunningplichtig zijn aangewezen in artikel 3.119».
G
In artikel 3.126, tweede lid, onder e, vervalt «, voor zover de activiteiten als vergunningplichtig zijn aangewezen in de artikelen 3.123 tot en met 3.125».
H
In artikel 3.132, derde lid, onder e, vervalt «, voor zover de activiteiten als vergunningplichtig zijn aangewezen in de artikelen 3.129 tot en met 3.131».
I
In artikel 3.138, derde lid, onder e, vervalt «, voor zover de activiteiten als vergunningplichtig zijn aangewezen in de artikelen 3.135 tot en met 3.137».
J
In artikel 3.146, tweede lid, onder e, vervalt «, voor zover de activiteiten als vergunningplichtig zijn aangewezen in artikel 3.145».
K
Artikel 3.152 wordt als volgt gewijzigd:
L
Artikel 3.185, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:
- wrakken van gemotoriseerde voertuigen bij het onderhouden of repareren van gemotoriseerde voertuigen waarop paragraaf 4.22 van toepassing is;.
M
Artikel 3.186, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:
N
In artikel 3.198, tweede lid, onder d, vervalt «, voor zover de activiteiten als vergunningplichtig zijn aangewezen in de artikelen 3.185 tot en met 3.197».
O
In artikel 3.227, tweede lid, onder c, vervalt «, voor zover de activiteiten als vergunningplichtig zijn aangewezen in artikel 3.226».
P
In artikel 3.270, tweede lid, onder c, vervalt «, voor zover de activiteiten als vergunningplichtig zijn aangewezen in artikel 3.269».
Q
In artikel 3.294, tweede lid, onder b, vervalt «, voor zover de activiteiten als vergunningplichtig zijn aangewezen in artikel 3.293».
R
In artikel 3.302, onder c, vervalt «, voor zover de activiteit als vergunningplichtig is aangewezen in artikel 3.301».
S
In artikel 3.322, tweede lid, onder c, vervalt «, voor zover de activiteiten als vergunningplichtig zijn aangewezen in artikel 3.321, eerste lid».
T
In artikel 4.127, eerste lid, vervalt «, gemeten in een eenmalige meting».
U
Aan tabel 4.127 Emissiegrenswaarden wordt een rij toegevoegd, luidende:
V
Artikel 4.129 wordt als volgt gewijzigd:
- voor benzeen: NPR-CEN/TS 13649.
3.
De toetsing aan de emissiegrenswaarde voor polycyclische aromatische koolwaterstoffen vindt plaats op basis van de som van de gemeten concentraties van naftaleen, acenaftyleen, acenafteen, fluoreen, fenantreen, anthraceen, fluorantheen, pyreen, benz(a)anthraceen, chryseen, benzo(b)fluorantheen, benzo(k)fluorantheen, benzo(a)pyreen, indeno(1,2,3,c,d)pyreen, dibenzo(a,h)anthraceen en benzo(g,h,i)peryleen.W
Artikel 4.130 komt te luiden:
Artikel 4.130 (lucht: monitoring en uitzondering meetplicht)
1.
Er wordt ten minste eenmalig gemeten of aan de emissiegrenswaarden voor totaal stof, stikstofoxiden, zwaveloxiden en vluchtige organische stoffen, bedoeld in tabel 4.127, wordt voldaan.2.
Het eerste lid is voor totaal stof niet van toepassing als de maatregelen, bedoeld in artikel 4.128, worden getroffen.3.
Er wordt ten minste één keer per jaar gemeten of aan de emissiegrenswaarden voor polycyclische aromatische koolwaterstoffen en benzeen, bedoeld in tabel 4.127, wordt voldaan.4.
Wanneer een emissiereductietechniek wordt toegepast vindt ook monitoring plaats door middel van een emissierelevante parameter.5.
Bij een emissierelevante parameter wordt aangetoond:- welke emissierelevante parameters de emissies van een specifieke component controleren; en
- binnen welke grenzen de emissierelevante parameters voldoen aan de emissiegrenswaarde.
X
Artikel 4.131 wordt als volgt gewijzigd:
1.
Een meting bestaat uit drie deelmetingen van ten minste vijftien minuten en ten hoogste een half uur. Als het meettechnisch niet mogelijk is om de deelmeting van polycyclische aromatische koolwaterstoffen en benzeen in die tijd te verrichten, kan de meting van deze stoffen ook bestaan uit een eenmalige meting van 2 uur.Y
Na artikel 4.132 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 4.132a (rapport)
1.
De resultaten van emissiemetingen of controles van emissierelevante parameters worden vastgelegd in een rapport.2.
De resultaten van emissiemetingen worden:- gerapporteerd bij condities van de lucht bij een temperatuur van 273 K, 101,3 kPa en betrokken op droge lucht voor temperatuur en druk, en bij droog afgas; en
- gecorrigeerd voor de meetonzekerheid.
Z
Artikel 4.313 wordt als volgt gewijzigd:
2.
Het eerste lid is niet van toepassing als:- het stralen van steen plaatsvindt met gereedschap dat is uitgerust met een geïntegreerde stofafzuiginstallatie; of
- het breken van puin plaatsvindt met een puinbreker met doelmatige stofbestrijdingstechnieken.
3.
Als doelmatige stofbestrijdingstechnieken in het tweede lid, onder b, worden aangemerkt:- effectieve natte werkmethoden waarbij de waterstraal of het watergordijn zo is gedimensioneerd dat geen visueel waarneembare stofverspreiding optreedt op een afstand van 2 m van de stofbron; of
- effectieve mechanische stofafzuiging waarbij de emissies door een geschikte filterende afscheider worden geleid zodat geen visueel waarneembare stofverspreiding optreedt bij de uitgang van de filterinstallatie.
AA
In artikel 4.314 wordt na «wordt» ingevoegd «bij het bewerken van steen in een gesloten ruimte».
AB
Artikel 4.315, eerste lid, komt te luiden:
1.
Voor de emissie in de lucht bij het bewerken van steen als bedoeld in artikel 4.313, eerste en tweede lid, onder a, en derde lid, onder b, is de emissiegrenswaarde van totaal stof 5 mg/Nm3, gemeten in een eenmalige meting.AC
Artikel 4.320 wordt als volgt gewijzigd:
2.
Deze paragraaf is niet van toepassing op het verkleinen van houtachtige resten van planten met een mobiel werktuig in de directe nabijheid van de locatie waar de te verkleinen resten zijn vrijgekomen.AD
In artikel 4.365 wordt «motorvoertuigen» vervangen door «gemotoriseerde voertuigen».
AE
Artikel 4.366 wordt als volgt gewijzigd:
AF
In de artikelen 4.518, tweede lid, 4.520, onder c, 4.573, 4.576, eerste lid, onder a, 4.577, eerste lid, 4.587, eerste lid, aanhef, 4.588, derde lid, 4.590, eerste lid, 4.1063, vierde lid, 4.1064, vierde lid, wordt «motorvoertuigen» vervangen door «gemotoriseerde voertuigen».
AG
Artikel 4.685b komt te luiden:
Artikel 4.685b (informeren bevoegd gezag: uitzondering havenafvalplan)
Als artikel 4.685, vierde lid, van toepassing is, wordt het bevoegd gezag, bedoeld in afdeling 2.2, daarover binnen vier weken geïnformeerd.AH
Artikel 4.1069 komt te luiden:
Artikel 4.1069 (lucht: maatregelen bij laden en lossen van stuifgevoelige goederen)
Met het oog op het voorkomen of beperken van diffuse emissies worden bij het laden en lossen de volgende maatregelen getroffen:- laden en lossen met storttrechters: de trechters hebben afzuiging;
- laden en lossen met grijpers: de bovenkant van de grijpers is afgesloten;
- laden en lossen van lichters: de stortkoker van de lichterbelader reikt tot:
- op de bodem van het ruim; of
- op het materiaal dat al is gestort; en
- laden en lossen met pneumatische elevatoren:
- de weegbunkers en overstortpunten zijn gesloten uitgevoerd;
- het neergeslagen stof in de overstortpunten wordt regelmatig verwijderd; of
- de stortschoen heeft afzuiging.
AI
Artikel 4.1073a, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
AJ
Aan artikel 4.1292, eerste lid, wordt onder vervanging van «; of» aan het slot van onderdeel h door een puntkomma en onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel i door «; of» een onderdeel toegevoegd, luidende:
- waterstof.
AK
In de artikelen 4.1293, tweede lid, onder c, en 4.1294, eerste lid, onder c, wordt na «vergistingsgas» ingevoegd «, waterstof».
AL
Aan artikel 4.1303 wordt een lid toegevoegd, luidende:
5.
Aan het eerste lid wordt bij verbranding van waterstof in een ketel met een nominaal thermisch ingangsvermogen van 400 kW of minder in ieder geval voldaan als Verordening (EU) van de Commissie van 2 augustus 2013 totuitvoering van Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de eisen inzake ecologisch ontwerp voor ruimteverwarmingstoestellen en combinatieverwarmingstoestellen betreft (PbEU 2013 L 239/136) van toepassing is.AM
Tabel 4.1303 wordt als volgt gewijzigd:
AN
In tabel 4.1304 wordt na de een-na-laatste rij een rij ingevoegd, luidende:
AO
Tabel 4.1307 wordt als volgt gewijzigd:
AP
In tabel 4.1308 wordt in de een-na-laatste rij na «Aardgas» ingevoegd «of waterstof».
AQ
In artikel 4.1312, vijfde lid, onder b, vervallen «voor het kwaliteitsmanagementsysteem» en «NEN-EN-ISO/IEC 17021-1 voor».
AR
Artikel 4.1326 wordt als volgt gewijzigd:
AS
Artikel 4.1327, wordt als volgt gewijzigd:
- de datum en meetresultaten van de laatst verrichte emissiemetingen en de tijdens de keuring gemeten koolmonoxide- en zuurstofconcentratie;
AT
Artikel 5.23 komt te luiden:
Artikel 5.23 (informeren en minimaliseren: emissies zeer zorgwekkende stoffen en vermijdings- en reductieprogramma’s)
Eenmaal per vijf jaar worden aan het bevoegd gezag, bedoeld in afdeling 2.2, verstrekt:- gegevens over de mate waarin zeer zorgwekkende stoffen naar de lucht of het water worden geëmitteerd, en
- de vermijdings- en reductieprogramma’s, bedoeld in artikel 5.24.
AU
Artikel 5.29 komt te luiden:
Artikel 5.29. (emissierelevante parameter)
1.
In deze paragraaf wordt onder een emissierelevante parameter categorie A verstaan: een parameter die, zo nodig na kalibratie, een kwantitatief beeld geeft van de emissie.2.
Onder een emissierelevante parameter categorie B wordt verstaan: een parameter die een kwalitatief beeld geeft van de emissie.AV
Bijlage I, onder A, wordt als volgt gewijzigd:
AW
In bijlage II, onder categorie 21, vervalt «(gewolmaniseerd C-hout)».
AX
In bijlage IVa, onder A, onder a, wordt «motorvoertuigen» vervangen door «gemotoriseerde voertuigen».
AY
Bijlage VIII, onderdeel M, komt te luiden:
De activiteit, bedoeld in artikel 3.144, als de activiteit als vergunningplichtig is aangewezen in artikel 3.145, eerste lid, en wordt verricht aan metalen vaartuigen of drijvende werktuigen met een langs de waterlijn te meten lengte van 25 m of meer en bestaat uit:- het bewerken van metaal in de openlucht; of
- het proefdraaien van verbrandingsmotoren tussen 19.00 uur en 07.00 uur.
AZ
In bijlage VIII, onderdeel P, vervalt «als de activiteit als vergunningplichtig is aangewezen in artikel 3.293, en».
Artikel 4.130 (lucht: monitoring en uitzondering meetplicht)
Artikel 4.132a (rapport)
Artikel 4.685b (informeren bevoegd gezag: uitzondering havenafvalplan)
Als artikel 4.685, vierde lid, van toepassing is, wordt het bevoegd gezag, bedoeld in afdeling 2.2, daarover binnen vier weken geïnformeerd.
Artikel 4.1069 (lucht: maatregelen bij laden en lossen van stuifgevoelige goederen)
Met het oog op het voorkomen of beperken van diffuse emissies worden bij het laden en lossen de volgende maatregelen getroffen:
Artikel 5.23 (informeren en minimaliseren: emissies zeer zorgwekkende stoffen en vermijdings- en reductieprogramma’s)
Eenmaal per vijf jaar worden aan het bevoegd gezag, bedoeld in afdeling 2.2, verstrekt:
Artikel 5.29. (emissierelevante parameter)
ARTIKEL II (WIJZIGING BESLUIT BOUWWERKEN LEEFOMGEVING)
Het Besluit bouwwerken leefomgeving wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 6.40 vervalt «voor het kwaliteitsmanagement» en «NEN-EN-ISO/IEC 17021-1 voor».
B
Artikel 7.12 komt te luiden:
Artikel 7.12. (informeren: begin en beëindiging sloopwerkzaamheden)
1.
Ten minste twee werkdagen voor het begin van sloopwerkzaamheden wordt het bevoegd gezag, bedoeld in artikel 2.2, daarover geïnformeerd.2.
Het bevoegd gezag, bedoeld in artikel 2.2, wordt uiterlijk op de eerste werkdag na beëindiging van de sloopwerkzaamheden daarover geïnformeerd.3.
Het eerste en tweede lid zijn alleen van toepassing op het slopen van een bouwwerk waarvoor een sloopmelding nodig is.C
In paragraaf 7.1.3 wordt na artikel 7.12 een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 7.12a. (informeren: begin en beëindiging sloopwerkzaamheden asbest in risicoklasse 2 of 2A)
1.
Dit artikel is van toepassing als bij de sloopwerkzaamheden asbest is of wordt verwijderd dat is ingedeeld in risicoklasse 2 of 2A als bedoeld in artikel 4.48 of 4.53a van het Arbeidsomstandighedenbesluit.2.
In afwijking van artikel 7.12, eerste lid, wordt ten minste twee werkdagen voor het begin van de sloopwerkzaamheden de datum waarop wordt begonnen met de werkzaamheden in het LAVS ingevoerd.3.
In afwijking van het artikel 7.12, tweede lid, wordt uiterlijk de eerste werkdag na de beëindiging van de sloopwerkzaamheden de datum van beëindiging in het LAVS ingevoerd.4.
Degene die de eindbeoordeling, bedoeld in artikel 7.22, eerste lid, of de visuele inspectie, bedoeld artikel 7.22, tweede lid, heeft verricht, voert binnen twee weken nadat de eindbeoordeling of visuele inspectie is verricht, het eindresultaat daarvan in het LAVS in.5.
Binnen twee weken nadat de eindbeoordeling, bedoeld in artikel 7.22, eerste lid, of de visuele inspectie, bedoeld artikel 7.22, tweede lid, is verricht, wordt in het LAVS een bewijs ingevoerd van de afvoer van het asbestafval, onder opgave van het gewicht en van de afvoerbestemming van het asbestafval.6.
Het tweede tot en met vierde lid zijn alleen van toepassing op het slopen van een bouwwerk waarvoor een sloopmelding nodig is.D
Artikel 7.21 wordt als volgt gewijzigd:
- na het verwijderen volgens onderdeel a geen resten asbest achterblijven;.
E
In paragraaf 7.2.3 wordt na artikel 7.39 een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 7.39a (stofemissie)
1.
Het breken van steen of puin vindt plaats met een puinbreker met doelmatige stofbestrijdingstechnieken.2.
Als doelmatige stofbestrijdingstechnieken worden aangemerkt:- effectieve natte werkmethoden waarbij de waterstraal of het watergordijn zo is gedimensioneerd dat geen visueel waarneembare stofverspreiding optreedt op een afstand van 2 m van de stofbron; of
- effectieve mechanische stofafzuiging waarbij de emissies door een geschikte filterende afscheider worden geleid zodat geen visueel waarneembare stofverspreiding optreedt bij de uitgang van de filterinstallatie.
Artikel 7.12. (informeren: begin en beëindiging sloopwerkzaamheden)
Artikel 7.12a. (informeren: begin en beëindiging sloopwerkzaamheden asbest in risicoklasse 2 of 2A)
Artikel 7.39a (stofemissie)
ARTIKEL III (WIJZIGING BESLUIT KWALITEIT LEEFOMGEVING)
Het Besluit kwaliteit leefomgeving wordt als volgt gewijzigd:
A
In de artikelen 3.26, onder a, 5.78, eerste lid, onder c, 5.78i, eerste lid, onder a, en 5.78ae, eerste lid, onder a, , wordt «1.000 motorvoertuigen» vervangen door «2.500 motorvoertuigen».
B
Aan artikel 3.27, tweede lid, wordt een zin toegevoegd, luidende: Als toepassing is gegeven aan artikel 5.78m, derde lid, of artikel 5.78n, derde lid, wordt de basisgeluidemissie van die gemeenteweg gebaseerd op het geluid door die gemeenteweg en die lokale spoorweg gezamenlijk.
C
In artikel 3.39, eerste lid, vervalt «de gevel van» en wordt «geluidgevoelige gebouwen» vervangen door «een geluidgevoelige gebouw».
D
Artikel 3.52 komt te luiden:
Artikel 3.52. (besluit over geluidwerende maatregelen; gevallen)
1.
De volgende bestuursorganen nemen in de daarbij bedoelde gevallen een besluit of, en zo ja welke geluidwerende maatregelen aan een geluidgevoelig gebouw worden getroffen:- het college van burgemeester en wethouders, als:
- naar aanleiding van de afweging, bedoeld in artikel 3.28, geen geluidbeperkende maatregelen worden getroffen die de overschrijding van de basisgeluidemissie of de grenswaarde ongedaan maken;
- bij de vaststelling van een geluidproductieplafond als omgevingswaarde door een bestuursorgaan van de gemeente toepassing is gegeven aan artikel 3.35, 3.36, 3.37 of 3.41;
- in een omgevingsplan of een omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit toepassing is gegeven aan artikel 5.78n, 5.78o of 5.78af, derde lid, en het geluid op het geluidgevoelige gebouw hoger is dan het geluid op het tijdstip van de toepassing; of
- het geluid op een geluidgevoelig gebouw toeneemt door een verkeersbesluit als bedoeld in artikel 21a van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer dat is vastgesteld door dit college of een door hem ingestelde bestuurscommissie;
- het dagelijks bestuur van een waterschap, als:
- naar aanleiding van de afweging, bedoeld in artikel 3.28, geen geluidbeperkende maatregelen worden getroffen die de overschrijding van de basisgeluidemissie of de grenswaarde ongedaan maken; of
- het geluid op een geluidgevoelig gebouw toeneemt door een verkeersbesluit als bedoeld in artikel 21a van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer dat is vastgesteld door het algemeen bestuur of dagelijks bestuur van het waterschap;
- gedeputeerde staten, als:
- bij de vaststelling van een geluidproductieplafond door een bestuursorgaan van de provincie toepassing is gegeven aan artikel 3.35, 3.36, 3.37 of 3.41; of
- het geluid op een geluidgevoelig gebouw in het geluidaandachtsgebied van een gemeenteweg of waterschapsweg toeneemt door een verkeersbesluit als bedoeld in artikel 21a van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer dat door hen is vastgesteld;
- Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat, als:
- bij de vaststelling van een geluidproductieplafond door een bestuursorgaan van het Rijk toepassing is gegeven aan artikel 3.35, 3.36, 3.37 of 3.41; of
- het geluid op een geluidgevoelig gebouw in het geluidaandachtsgebied van een gemeenteweg of waterschapsweg toeneemt door een verkeersbesluit als bedoeld in artikel 21a van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer dat door hem is vastgesteld.
2.
In afwijking van het eerste lid wordt het besluit, als sprake is van een projectbesluit of een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit van provinciaal of nationaal belang, genomen door het bevoegd gezag voor dat besluit of, als dat een andere minister is, Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat.3.
In afwijking van het eerste lid, onder a, b en c, en het tweede lid, wordt het besluit over een geluidgevoelig gebouw dat gelegen is buiten het grondgebied van de gemeente, het waterschap of de provincie waar de geluidbron gelegen is, genomen door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente waar het gebouw gelegen is.E
Artikel 5.12, derde lid, komt te luiden:
3.
Een gifwolkaandachtsgebied is de locatie begrensd door de afstand, waar als gevolg van een ongewoon voorval dat leidt tot een gifwolk, personen in een gebouw kunnen overlijden door blootstelling aan de bij ministeriële regeling vastgestelde dosis van een gevaarlijke stof.F
Artikel 5.15a wordt als volgt gewijzigd:
2.
Artikel 5.15 is ook niet van toepassing:- voor zover activiteiten op grond van een omgevingsplan of een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit al rechtmatig op een locatie worden verricht of zijn toegestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van artikel III, onder E, of zijn toegestaan met toepassing van artikel IX, eerste lid, van het Verzamelbesluit Omgevingswet IenW milieu 2025 of
- op beperkt kwetsbare, kwetsbare en zeer kwetsbare gebouwen en beperkt kwetsbare en kwetsbare locaties voor zover die op grond van een omgevingsplan of een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit al rechtmatig op een locatie zijn toegestaan op het onder a bedoelde tijdstip of zijn toegestaan met toepassing van artikel X, eerste lid, van het Verzamelbesluit Omgevingswet IenW milieu 2025.
G
Artikel 5.78m, derde lid, komt te luiden:
3.
Als een aan te leggen of te wijzigen lokale spoorweg grotendeels is verweven of gebundeld met een gemeenteweg, of een aan te leggen of te wijzigen gemeenteweg grotendeels is verweven of gebundeld met een lokale spoorweg, kan voor het geluid van de gemeenteweg en lokale spoorweg gezamenlijk de standaardwaarde voor gemeentewegen, bedoeld in tabel 3.34, worden gehanteerd.H
Artikel 5.78n, derde lid, komt te luiden:
3.
Als een aan te leggen of te wijzigen lokale spoorweg grotendeels is verweven of gebundeld met een gemeenteweg, of een aan te leggen of te wijzigen gemeenteweg grotendeels is verweven of gebundeld met een lokale spoorweg, kan voor het geluid van de gemeenteweg en lokale spoorweg gezamenlijk de grenswaarde voor gemeentewegen, bedoeld in tabel 3.35, worden gehanteerd.I
In artikel 5.78q vervalt «de gevel van» en wordt «geluidgevoelige gebouwen» vervangen door «het geluidgevoelige gebouw».
J
Artikel 5.78aa wordt als volgt gewijzigd:
- geen andere maatregelen dan de maatregelen, bedoeld in artikel 5.78z kunnen worden getroffen om te voldoen aan de grenswaarde, bedoeld in tabel 5.78u.
2.
Andere maatregelen als bedoeld in het eerste lid, onder b, worden in aanmerking genomen als deze in redelijkheid niet te kostbaar zijn en daartegen geen zwaarwegende bezwaren van stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerskundige, landschappelijke of technische aard bestaan.K
In artikel 5.78ad vervalt «de gevel van» en wordt «geluidgevoelige gebouwen» vervangen door «het geluidgevoelige gebouw».
L
Artikel 8.18 wordt als volgt gewijzigd:
- het geluid van de activiteit op het gebouw voldoet aan de standaardwaarden, bedoeld in artikel 5.65, eerste lid, aanhef en onder a;
M
Artikel 11.46, derde lid, komt te luiden:
3.
De gegevens worden uiterlijk op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip verzameld voor de basisgeluidemissie over een kalenderjaar, maar uiterlijk het jaar 2026.N
Artikel 11.52 wordt als volgt gewijzigd:
- een verwijzing naar het internetadres waar het verslag van de monitoring van geluidproductieplafonds, bedoeld in artikel 11.45, elektronisch beschikbaar is gesteld; en
- een verwijzing naar de vindplaats waar het verslag van de waarde van de basisgeluidemissie, bedoeld in artikel 11.46, elektronisch is gepubliceerd;
- een verwijzing naar de vindplaats waar het verslag van de monitoring van de basisgeluidemissie, bedoeld in artikel 11.47, elektronisch is gepubliceerd; en
- voor het geluid door luchtvaart:
- de 48 Lden geluidcontour, de 20 Kosteneenheden geluidcontour en de binnen die contouren gelegen 1 Lden geluidcontouren; en
- een aanduiding van het besluit waarin de 48 Lden geluidcontour of de 20 Kosteneenheden geluidcontour is vastgesteld;
- voor het geluid door een windturbine of een windpark op een industrieterrein:
- de geluidbrongegevens; en
- een aanduiding van het document op basis waarvan de activiteit rechtmatig wordt verricht en waaraan die gegevens zijn ontleend; en
- een aanduiding van het document op basis waarvan de activiteit rechtmatig wordt verricht en waaraan de gegevens zijn ontleend.
O
Artikel 12.1 wordt als volgt gewijzigd:
- de ten hoogste toelaatbare waarden van de geluidsbelasting vanwege het industrieterrein, die op grond van artikel 63, tweede lid, van de Wet geluidhinder door Onze Minister zijn vastgesteld.
P
In de artikelen 12.2, eerste lid, 12.5, eerste lid, en 12.6, eerste lid wordt «3.40» vervangen door «3.39».
Q
Aan artikel 12.2a wordt een lid toegevoegd, luidende:
3.
Artikel 5.78g is niet van toepassing als alleen toepassing wordt gegeven aan artikel 12.2.R
Artikel 12.3 komt te luiden:
Artikel 12.3 (aanwezig industrieterrein waarop redelijke sommatie is toegepast bij het vaststellen van grenswaarden Wet geluidhinder)
Als bij het vaststellen van een grenswaarde Wet geluidhinder een aftrek is toegepast als bedoeld in artikel 2.3, tweede lid, van het Reken- en meetvoorschrift geluid 2012 zoals dat luidde tot 1 januari 2024, wordt bij het toepassen van artikel 12.2, eerste lid, die grenswaarde verhoogd met de waarde van de aftrek en wordt de geluidproductie op het industrieterrein met diezelfde waarde van de aftrek verminderd.S
Artikel 12.4, tweede lid, komt te luiden:
2.
Als bij een aanwezig industrieterrein een aftrek is toegepast als bedoeld in artikel 2.3, tweede lid, van het Reken- en meetvoorschrift geluid 2012 zoals dat luidde tot 1 januari 2024 hoeft, in afwijking van artikel 3.44, gedurende een periode van ten hoogste vijf jaar niet te worden voldaan aan het geluidproductieplafond dat is vastgesteld met toepassing van artikel 12.2, eerste lid, waarbij het geluidproductieplafond mag worden overschreden met ten hoogste de waarde van de aftrek.T
Artikel 12.12 wordt als volgt gewijzigd:
1.
Een programma als bedoeld in artikel 22.18, eerste lid, van de wet bevat geluidbeperkende maatregelen die worden getroffen om het geluid op de gebouwen, bedoeld in artikel 15.2, tweede lid, onder d, van het Omgevingsbesluit, en artikel 12.11, tweede lid, voor zover die liggen in het geluidaandachtsgebied van een gemeenteweg of een lokale spoorweg die niet bij omgevingsverordening is aangewezen, te beperken tot ten hoogste 65 dB.2.
De beperking van het geluid, bedoeld in het eerste lid, wordt bepaald ten opzichte van het geluid op het gebouw in het jaar, bedoeld in artikel 11.46, derde lid.U
Artikel 12.13 wordt als volgt gewijzigd:
1.
Een programma als bedoeld in artikel 22.18, tweede lid, van de wet bevat geluidbeperkende maatregelen die worden getroffen om het geluid op de gebouwen, bedoeld in artikel 15.2, tweede lid, onder d, van het Omgevingsbesluit, en artikel 12.11, tweede lid, voor zover die liggen in het geluidaandachtsgebied van een waterschapsweg, te beperken tot ten hoogste 65 dB.2.
De beperking van het geluid, bedoeld in het eerste lid, wordt bepaald ten opzichte van het geluid op het gebouw in het jaar, bedoeld in artikel 11.46, derde lid.V
Artikel 12.13a, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
- 65 dB voor de gebouwen, bedoeld in artikel 15.2, tweede lid, onder a en c, van het Omgevingsbesluit, en de gebouwen, bedoeld in artikel 12.11, tweede lid, als het geluid afkomstig is van een provinciale weg die binnen een krachtens de Wegenverkeerswet 1994 vastgestelde bebouwde kom ligt of van een lokale spoorweg die bij omgevingsverordening is aangewezen;.
- 60 dB voor de gebouwen, bedoeld in artikel 15.2, tweede lid, onder b, van het Omgevingsbesluit, en de gebouwen, bedoeld in artikel 12.11, tweede lid, als het geluid afkomstig is van een provinciale weg die buiten die bebouwde kom ligt.
W
In bijlage IX, onder D, vervalt de rij met de locatie «Complex TNO Rijswijk».
Artikel 3.52. (besluit over geluidwerende maatregelen; gevallen)
Artikel 12.3 (aanwezig industrieterrein waarop redelijke sommatie is toegepast bij het vaststellen van grenswaarden Wet geluidhinder)
Als bij het vaststellen van een grenswaarde Wet geluidhinder een aftrek is toegepast als bedoeld in artikel 2.3, tweede lid, van het Reken- en meetvoorschrift geluid 2012 zoals dat luidde tot 1 januari 2024, wordt bij het toepassen van artikel 12.2, eerste lid, die grenswaarde verhoogd met de waarde van de aftrek en wordt de geluidproductie op het industrieterrein met diezelfde waarde van de aftrek verminderd.
ARTIKEL IV (WIJZIGING OMGEVINGSBESLUIT)
Het Omgevingsbesluit wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 8.5, onder p, wordt «motorvoertuigen» vervangen door «gemotoriseerde voertuigen».
B
In artikel 10.6e wordt «3.43 of 3.46, tweede lid, van het Besluit kwaliteit leefomgeving» vervangen door «3.43, 3.46, tweede lid, of 12.13k van het Besluit kwaliteit leefomgeving».
C
Artikel 10.17, tweede lid, komt te luiden:
2.
Een actieplan wordt geactualiseerd uiterlijk op 18 juli in elk vijfde kalenderjaar na 2024. Als er sprake is van een belangrijke ontwikkeling die van invloed is op de geluidhindersituatie wordt het actieplan zo nodig tussentijds geactualiseerd. Een tussentijdse actualisatie van een actieplan laat onverlet de verplichting genoemd in de eerste volzin.D
Artikel 10.42a, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
E
Artikel 10.42c, derde lid, komt te luiden:
3.
Het verslag van de waarde van de basisgeluidemissie en het verslag van de resultaten van de monitoring worden voor een ieder elektronisch beschikbaar gesteld.F
Na paragraaf 10.8.5a wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:
G
Artikel 10.50, tweede lid, komt te luiden:
2.
Het bevoegd gezag actualiseert een geluidbelastingkaart uiterlijk op 30 juni 2027 en daarna uiterlijk op 30 juni in elk vijfde kalenderjaar na 2027.H
In artikel 13.12, eerste lid, wordt «de belangen, bedoeld in artikel 2.2 of 18.3 of 19.1b van het Besluit activiteiten leefomgeving,» vervangen door «de belangen, bedoeld in artikel 2.2, 18.3 of 19.1b van het Besluit activiteiten leefomgeving,».
I
Artikel 15.2 wordt als volgt gewijzigd:
5.
Na het tijdstip, bedoeld in het eerste lid, aanhef, kan de lijst alleen worden gewijzigd als sprake is van een onjuistheid.J
Artikel 15.3 wordt als volgt gewijzigd:
K
In artikel 15.4, eerste lid, wordt «7°» vervangen door «8°».
Artikel 10.42c3 (gegevensverstrekking uitzondering havenafvalplan)
Wanneer het bevoegd gezag, bedoeld in afdeling 2.2 van het Besluit activiteiten leefomgeving, beschikt over gegevens als bedoeld in artikel 4.685b van dat besluit, stelt het die gegevens beschikbaar aan Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat.
ARTIKEL V (WIJZIGING INVOERINGSBESLUIT OMGEVINGSWET)
Het Invoeringsbesluit Omgevingswet wordt als volgt gewijzigd:
ARTIKEL VI (WIJZIGING ASBESTVERWIJDERINGSBESLUIT 2005)
Het Asbestverwijderingsbesluit 2005 wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1 wordt in de begripsomschrijving van object «zodanig een» vervangen door «een zodanig».
B
In artikel 3, vierde lid, wordt «het object» vervangen door «het object of de locatie».
C
Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:
- na het verwijderen volgens onderdeel a resten asbest die verspreid zijn geraakt, worden opgeruimd;
- bij het verwijderen volgens onderdeel a, het scheiden en verzamelen volgens onderdeel b en het verpakken volgens onderdeel c, de verspreiding van asbest zoveel mogelijk wordt voorkomen;.
D
In artikel 8, eerste lid, vervalt de zinsnede «anders dan in de uitoefening van een beroep of bedrijf».
E
Aan artikel 11 wordt een lid toegevoegd, luidende:
6.
De LAVS-beheerder kan op grond van de gegevens en bescheiden die in het LAVS zijn opgenomen, analyses en overzichten opstellen ten behoeve van de monitoring en evaluatie van het lopende overheidsbeleid en de voorbereiding van toekomstig overheidsbeleid met betrekking tot asbestsaneringen. Deze analyses en overzichten bevatten geen persoonsgegevens als bedoeld in de algemene verordening gegevensbescherming.F
Artikel 13, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
- de LAVS-beheerder.
G
In paragraaf 5 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 16
Voor zover het handelingen als bedoeld in artikel 3, derde lid, en vierde lid in samenhang met het derde lid, of artikel 9 met betrekking tot bouwwerken betreft, zijn burgemeester en wethouders in plaats van Onze Minister belast met de bestuursrechtelijke handhaving van dit besluit.Artikel 16
Voor zover het handelingen als bedoeld in artikel 3, derde lid, en vierde lid in samenhang met het derde lid, of artikel 9 met betrekking tot bouwwerken betreft, zijn burgemeester en wethouders in plaats van Onze Minister belast met de bestuursrechtelijke handhaving van dit besluit.
ARTIKEL VII (WIJZIGING BESLUIT ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN INZAKE HET WEGVERKEER)
In artikel 21a, eerste lid, van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer wordt na «artikelen» ingevoegd «5.78a,».
ARTIKEL VIII (WIJZIGING BESLUIT VEILIGHEIDSREGIO’S)
Aan artikel 7.1, eerste lid, onder e, van het Besluit veiligheidsregio’s wordt toegevoegd
«voor zover het gaat om een spoorwegemplacement als bedoeld bijlage VII, onder E, onder 13, bij het Besluit kwaliteit leefomgeving».ARTIKEL IX (WIJZIGING BESLUIT STORTPLAATSEN EN STORTVERBODEN AFVALSTOFFEN)
In artikel 1, eerste lid, categorie 37, wordt «met uitzondering van gewolmaniseerd C-hout» vervangen door «met uitzondering van hout behandeld met middelen die koper en chroom (CC-hout) of koper, chroom en arseen (CCA-hout) bevatten».
ARTIKEL X (OVERGANGSRECHT)
ARTIKEL XI (INWERKINGTREDING)
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2026, met uitzondering van:
ARTIKEL XII (CITEERTITEL)
Dit besluit wordt aangehaald als: Verzamelbesluit Omgevingswet IenW milieu 2025.