Part of Smart Yellow Suite

WGK025498
Verzamelbesluit gegevensverwerking politie en justitie 2024

Updates ontvangen over deze regeling? Log in

Overheid.nl - XML - JSON

Type Algemene Maatregel van Bestuur
Fase Raad van State
Ministerie Justitie en Veiligheid
Datum uitgave 21 maart 2024
Datum inwerkingtreding -
Per KB Nee

Opschrift

Besluit van **, houdende enkele wijzigingen van het Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens, het Besluit politiegegevens, het Besluit politiegegevens bijzondere opsporingsdiensten, het Besluit politiegegevens buitengewoon opsporingsambtenaren, het Besluit inbeslaggenomen voorwerpen en het Besluit verplichte politiegegevens (Verzamelbesluit gegevensverwerking politie en justitie 2024)

Documenten

stb-2024-372 (PDF)

Besluit van 14 november 2024, houdende enkele wijzigingen van het Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens, het Besluit politiegegevens, het Besluit politiegegevens bijzondere opsporingsdiensten, het Besluit politiegegevens buitengewoon opsporingsambtenaren, het Besluit inbeslaggenomen voorwerpen en het Besluit verplichte politiegegevens (Verzamelbesluit gegevensverwerking politie en justitie 2024)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister voor Rechtsbescherming, gedaan mede namens Onze Minister van Defensie, van 8 maart 2024, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 5278195;

Gelet op de artikelen 21, 24 en 54 van de Politiewet 2012, de artikelen 9, eerste lid, 13, eerste lid, 15, eerste lid, 16, tweede lid, 16a, zevende lid, 40, tweede lid, en 42, vijfde lid, van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens, de artikelen 6, zesde lid, 10, eerste lid, 11, derde lid, 13, vierde lid, 15, tweede lid, 15a, tweede lid, 18, eerste lid, 23, tweede en derde lid, 32, vijfde lid, en 46, eerste lid, van de Wet politiegegevens, en artikel 118, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 22 mei 2024, nr. W16.24.00049/II);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, T.H.D. Struycken, van 7 november 2024, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 5762553, uitgebracht mede namens Onze Minister van Defensie;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 15b wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 15c
1.
Justitiële gegevens worden desgevraagd verstrekt aan De Nederlandsche Bank N.V., voor zover noodzakelijk ten behoeve van de beoordeling van de toepasselijkheid van de artikelen 9, juncto bijlage A, onder 1, 28, 29.01, tweede lid, onderdeel d, en 29.07, vierde lid, van het Besluit bijzondere prudentiële maatregelen, beleggerscompensatie en depositogarantie Wft, en uitsluitend voor zover het betreft gegevens omtrent de beleggers of depositohouders, bedoeld in artikel 3:261, eerste lid, van de Wet op het financieel toezicht.
2.
Indien de belegger of depositohouder een rechtspersoon is, betreffen de gegevens zowel de rechtspersoon als de bestuurders, alsmede de gegevens met betrekking tot strafbare feiten waaraan artikel 51, tweede lid, onder 2°, van het Wetboek van Strafrecht ten grondslag heeft gelegen. Indien een bestuurder een rechtspersoon is betreffen de gegevens eveneens deze rechtspersoon, alsmede de bestuurders daarvan. Indien de belegger of depositohouder een maatschap of vennootschap onder firma is betreffen de gegevens de maten, dan wel de vennoten, uitgezonderd de gegevens betreffende de vennoot en commandite, alsmede de gegevens met betrekking tot strafbare feiten waaraan artikel 51, tweede lid, onder 2°, van het Wetboek van Strafrecht ten grondslag heeft gelegen. Indien de vennoten of maten rechtspersoonlijkheid bezitten betreffen de gegevens deze rechtspersonen, alsmede de bestuurders daarvan.
B

Artikel 16 van het Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens wordt als volgt gewijzigd:

  1. Onze Minister, voor zover dit noodzakelijk is voor de uitvoering van de Wet kwaliteit incassodienstverlening.
C

In artikel 22, onderdeel b, wordt «Onze Minister van Infrastructuur en Milieu» vervangen door «Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat».

D

In artikel 26, eerste lid, vervalt onderdeel d, onder verlettering van onderdeel e tot onderdeel d.

E

In artikel 27, eerste lid, onderdeel b, wordt «SAGEM Identification bv.» vervangen door «IDEMIA The Netherlands B.V.»

F

Na artikel 31 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 31a
1.
Justitiële gegevens worden verstrekt aan het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum ten behoeve van beleidsinformatie, wetenschappelijk onderzoek en statistiek, voor zover dat noodzakelijk is ter uitvoering van zijn taken, bedoeld in het Organisatiebesluit Ministerie van Justitie en veiligheid.
2.
De op grond van het eerste lid verstrekte gegevens kunnen door het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum op verzoek aan derden worden verstrekt voor zover dat noodzakelijk is ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek en statistiek. De gegevens worden slechts in gepseudonimiseerde vorm verstrekt.
3.
Aan de verstrekking, bedoeld in het eerste en tweede lid, kunnen voorwaarden worden verbonden.

Artikel 15c

Artikel 31a

ARTIKEL II

Het Besluit politiegegevens wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 4:1, eerste lid, onderdeel d, wordt «Onze Minister voor Immigratie, Integratie en Asiel» vervangen door «Onze Minister van Asiel en Migratie».

B

Artikel 4:2, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

  1. het Centraal Orgaan opvang asielzoekers, ten behoeve van het uitvoeren van de taken, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdelen a en b, van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers;
C

Artikel 4:3 wordt als volgt gewijzigd:

  1. de tenuitvoerlegging van een geldboete als bedoeld in artikel 23 van het Wetboek van Strafrecht, van de verbeurdverklaring van niet in beslaggenomen voorwerpen, bedoeld in artikel 34 van het Wetboek van Strafrecht of van een maatregel als bedoeld in de artikelen 36b, eerste lid, 36e, eerste lid, of 36f, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht;
  1. de uitvoering van de taken, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdelen d en e, en tweede lid, van de Wet beveiliging netwerk- en informatiesystemen, door het Nationaal Cyber Security Centrum.
  1. de Nationaal rapporteur mensenhandel en seksueel geweld tegen kinderen, bedoeld in artikel 1 van de Wet Nationaal rapporteur mensenhandel en seksueel geweld tegen kinderen, ten behoeve van de onderzoeks-, advies- en rapportagetaken, bedoeld in artikel 5 van de Wet Nationaal rapporteur mensenhandel en seksueel geweld tegen kinderen;
  2. de leden van een commissie ingesteld op grond van artikel 68, tweede lid, onderdeel a, of 69 van de Politiewet 2012, ten behoeve van de behandeling van en advisering over klachten over gedragingen van ambtenaren van politie of militairen van de Koninklijke Marechaussee dan wel van enig ander onderdeel van de krijgsmacht, de leden van een commissie van toezicht op de arrestantenzorg als bedoeld in artikel 50, eerste lid, van het Besluit beheer politie, ten behoeve van het toezicht op de arrestantenzorg, en de leden van een commissie als bedoeld in artikel 14, tweede lid, onderdeel a, van de Wet op de bijzondere opsporingsdiensten, ten behoeve van de behandeling van en advisering over klachten over gedragingen van ambtenaren van bijzondere opsporingsdiensten, alsmede de personen die zijn belast met de ondersteuning van de leden van die commissies;
  3. het Bureau Financieel Toezicht ten behoeve van zijn toezichthoudende taak genoemd in artikel 1d, eerste lid, onderdeel c, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme, voor zover het instellingen betreft als bedoeld in artikel 1a, vierde lid, onderdeel a, b, d en e, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme, Onze Minister van Financiën ten behoeve van zijn toezichthoudende taak genoemd in artikel 1d, eerste lid, onderdeel e, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme, voor zover het instellingen betreft als bedoeld in artikel 1a, vierde lid, onderdeel g, h, i, j, k, o en p, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme, en de Kansspelautoriteit ten behoeve van zijn toezichthoudende taak genoemd in artikel 1d, eerste lid, onderdeel f, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme, voor zover het instellingen betreft als bedoeld in artikel 1a, vierde lid, onderdeel n, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme;
  4. De Nationale ombudsman, bedoeld in artikel 9:17, onderdeel a, van de Algemene wet bestuursrecht, ten behoeve van het verrichten van een onderzoek naar gedragingen van bestuursorganen als bedoeld in artikel 1a, eerste lid, onderdeel c, van de Wet Nationale ombudsman;
  5. Onze Minister van Financiën, wanneer de door Onze Minister van Financiën aangewezen inspecteur of een andere aangewezen ambtenaar, bedoeld in Hoofdstuk 2 van de Uitvoeringsregeling Belastingdienst 2003, een verzoek doet om deze gegevens in verband met de bevoegdheid op grond van artikel 55 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, en wanneer de door Onze Minister van Financiën aangewezen ontvanger of een andere aangewezen ambtenaar, bedoeld in Hoofdstuk 2 van de Uitvoeringsregeling Belastingdienst 2003, een verzoek doet om deze gegevens in verband met de bevoegdheid op grond van artikel 62, derde lid, van de Invorderingswet 1990;
  6. de Politieacademie, bedoeld in artikel 73 van de Politiewet 2012, ten behoeve van de uitvoering van de taak, bedoeld in artikel 74, eerste lid, van de Politiewet 2012;
  7. de korpschef, ten behoeve van de voordracht voor toekenning van de Eremedaille voor verdienste politie aan een ambtenaar van politie als bedoeld in artikel 5, eerste lid van het Besluit tot een Eremedaille voor verdienste politie.
  1. het nemen van beslissingen omtrent het register van verrichters en aanbieders van buitengerechtelijke incassowerkzaamheden op grond van de Wet kwaliteit incassodienstverlening.
  1. de werkgever van een ambtenaar van politie, bedoeld in artikel 1, onderdeel k, van de wet, ten behoeve van het vaststellen en behandelen van bedrijfsziekten, bedrijfsongevallen of PTSS als uitvoering van de aan die werkgever opgelegde taak in de zin van hoofdstuk 2 Arbeidsomstandighedenwet.
D

Artikel 4:6, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

  1. de functionarissen van de Dienst Justitiële Inrichtingen van het ministerie van Justitie en Veiligheid, ten behoeve van het doel, bedoeld in artikel 4:3, eerste lid, onderdeel c, subonderdeel 4;
  2. de door Onze Minister van Financiën aangewezen ambtenaren van de Douane, voor zover zij werkzaam zijn in de landelijke meldkamer van de Douane, ten behoeve van het doel, bedoeld in artikel 4:2, derde lid.
E

In artikel 6:4, vierde lid, wordt «vierde en vijfde lid» vervangen door «tweede en derde lid».

F

Aan artikel 6a:4 wordt, onder vervanging in onderdeel c van de punt door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  1. de omkoping van een ambtenaar als bedoeld in de artikelen 183, eerste lid, 183a eerste lid, 378, eerste lid, en 379, eerste lid, van een toekomstig ambtenaar als bedoeld in de artikelen 183, tweede lid, 183a, tweede lid, 378, tweede lid, en 379, tweede lid, of van een voormalig ambtenaar als bedoeld in de artikelen 184a, tweede lid, en 380a, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht BES.
G

In artikel 6a:5, eerste lid, onderdeel d, wordt «Onze Minister voor Immigratie en Asiel» vervangen door «Onze Minister van Asiel en Migratie».

ARTIKEL III

Het Besluit politiegegevens bijzondere opsporingsdiensten wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 3, eerste lid, vervalt de tweede volzin.

B

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

1.
Politiegegevens over de naleving of uitvoering van wetgeving op een bepaald beleidsterrein, die overeenkomstig de artikelen 8, 9 en 13 van de wet door een ambtenaar van politie worden verwerkt ter uitvoering van de taak, bedoeld in artikel 3 van de Wet op de bijzondere opsporingsdiensten, kunnen voor zover dat noodzakelijk is voor een goede uitvoering van zijn of hun taak worden verstrekt aan:
  1. een bestuursorgaan dat of aan personen die bij of krachtens wetgeving is of zijn belast met het houden van toezicht op de naleving van wetgeving op dat bepaalde beleidsterrein, en
  2. een bestuursorgaan dat of aan personen die bij of krachtens wetgeving is of zijn belast met het houden van toezicht op de naleving dan wel de uitvoering van wetgeving op het beleidsterrein van de verwerkingsverantwoordelijke.

ARTIKEL IV

Artikel 2, tweede lid, van het Besluit politiegegevens buitengewoon opsporingsambtenaren, komt te luiden:

2.
Onverminderd artikel 46, eerste lid, van de wet is het in het Besluit politiegegevens bepaalde met betrekking tot de verwerking van politiegegevens van overeenkomstige toepassing op de verwerking van persoonsgegevens door een buitengewoon opsporingsambtenaar, met uitzondering van de artikelen 2:2, tweede en derde lid, 2:3 tot en met 2:7, 2:10, tweede lid, 2:13, tweede lid, 3:1, 3:2, 4:1, eerste lid, onderdeel b, en tweede lid, 4:2, eerste lid, de onderdelen a, c, d, e, i, k, q en y, tweede en derde lid, 6:1, 6:6, en 6a:1 tot en met 6a:7 van het Besluit politiegegevens.

ARTIKEL V

In artikel 1, onderdeel b, van het Besluit inbeslaggenomen voorwerpen wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» vervangen door «Onze Minister van Economische Zaken».

ARTIKEL VI

In Bijlage 1. als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van het Besluit verplichte politiegegevens bij het Besluit verplichte politiegegevens wordt «operationaal» vervangen door «operationeel».

ARTIKEL VII

Indien het op 12 april 2024 gepubliceerde besluit van 8 april 2024, houdende uitvoering van de Wet bevorderen samenwerking en rechtmatige zorg (Besluit bevorderen samenwerking en rechtmatige zorg) (Stb. 2024, 85) later in werking treedt dan dit besluit, komt artikel 4.1 van dat besluit als volgt te luiden:

  1. het Informatieknooppunt zorgfraude, genoemd in artikel 1.1 van de Wet bevorderen samenwerking en rechtmatige zorg, ten behoeve van de taak, bedoeld in artikel 2.4, van die wet.

ARTIKEL VIII

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2025.

Wetswijzigingen integreren met je processen? Probeer Way 3 weken gratis.