Part of Smart Yellow Suite

WGK025239
Wijziging Besluit gezondheidszorgpsycholoog en Besluit psychotherapeut om nadere eisen te stellen t.b.v. de kwaliteit van de opleidingen

Updates ontvangen over deze regeling? Log in

Overheid.nl - XML - JSON

Type Algemene Maatregel van Bestuur
Fase Raad van State
Ministerie Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Datum uitgave 3 april 2023
Datum inwerkingtreding -
Per KB Nee

Opschrift

Besluit tot wijziging van het Besluit gezondheidszorgpsycholoog en Besluit psychotherapeut om nadere eisen te stellen ten behoeve van de kwaliteit van de opleidingen

Samenvatting

Voor zowel het beroep van gezondheidszorgpsycholoog als psychotherapeut is een BIG-register in het leven geroepen. De opleidingseisen die voor inschrijving in het desbetreffende register gelden zijn vastgelegd in het Besluit gezondheidszorgpsycholoog en het Besluit psychotherapeut. Het onderhavige besluit strekt tot wijziging van deze besluiten. Allereerst zijn aanvullende kwaliteitseisen aan de opleidingen en opleidingsinstellingen vastgesteld. Daarnaast zijn nadere regels vastgelegd over de werkwijze bij de aanwijzing van een opleidingsinstelling die een opleiding tot gezondheidszorgpsycholoog respectievelijk psychotherapeut mag verzorgen.

Documenten

stb-2023-299 (PDF)

Besluit van 13 september 2023 tot wijziging van het Besluit gezondheidszorgpsycholoog en Besluit psychotherapeut om nadere eisen te stellen ten behoeve van de kwaliteit van de opleidingen

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 26 juni 2023, kenmerk 3624131-1050121-WJZ;

Gelet op de artikelen 24 en 26, eerste lid, van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 19 juli 2023, No. W13.23.00152/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 11 september 2023, kenmerk 3675171-1050121-WJZ;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit gezondheidszorgpsycholoog wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 1 wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel f door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:

B

In artikel 4, tweede lid, onderdeel d, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel 5° door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:

  1. betrekken van beschikbaar wetenschappelijk bewijs bij beslissingen en handelingen in de praktijk.
C

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

D

In artikel 6 worden onder vernummering van het tweede en derde lid tot vierde en vijfde lid twee leden ingevoegd, luidende:

2.
De aanwijzing vindt niet plaats voordat Onze Minister de CRT heeft uitgenodigd om, met inachtneming van de vereiste onafhankelijkheid ten opzichte van de opleidingsinstelling, binnen een door Onze Minister aan te geven termijn advies uit te brengen over de vraag of de opleidingsinstelling voldoet aan artikel 7 en deze termijn is verstreken.
3.
De aangewezen opleidingsinstelling verstrekt Onze Minister ten behoeve van de beoordeling of de opleidingsinstelling op enig moment voldoet aan artikel 7 van dit besluit de daarvoor noodzakelijke informatie en verleent medewerking aan een in dit kader in opdracht van Onze Minister door of namens de CRT uit te voeren visitatie.
E

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

1.
Aan onderdeel c wordt toegevoegd «, onder meer door te voorzien in een regelmatige beoordeling, mede door onafhankelijke deskundigen, van de kwaliteit van de opleiding».
  1. zorg dragen voor het op zodanige wijze inrichten van de opleiding dat degene die tot de opleiding is toegelaten in de gelegenheid wordt gesteld om aan de opleidingseisen te voldoen door:
    1. het bewaken en bevorderen van de inhoudelijke en didactische deskundigheid van het docententeam;
    2. zorg te dragen voor voldoende en deskundige begeleiding bij het praktisch onderwijs en het opdoen van de vereiste werkervaring;
    3. zorg te dragen voor een deugdelijke wijze van beoordeling, toetsing en examinering; en
    4. zorg te dragen voor een veilig leer- en werkklimaat.
F

Artikel 9 komt te luiden:

Artikel 9
1.
De opleidingsinstelling organiseert het onderwijs overeenkomstig de artikelen 7.2, 7.3, vijfde en zesde lid, 7.6, eerste en derde lid, 7.10, eerste, derde en vierde lid, 7.11, eerste lid, tweede lid, onderdelen a en b, derde en vijfde lid, 7.12, 7.12a, 7.12b, eerste lid, onderdelen a, b, d en e, en tweede tot en met vijfde lid, 7.12c, 7.13, eerste lid, en tweede lid, onderdelen a tot en met d, j tot en met u en x, 7.14, 7.15, eerste lid, onderdelen a tot en met e, en tweede lid, 7.42a, eerste tot en met derde lid, 7.57h, 7.59 tot en met 7.60, 7.61, eerste lid, onderdelen c en e, en tweede tot en met zesde lid, 7.62 en 7.63 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.
2.
In aanvulling op het eerste lid legt de opleidingsinstelling in het opleidings- en examenreglement een procedure vast in geval van een verschil van mening tussen de hoofdopleider en de aspirant-gezondheidszorgpsycholoog over de begeleiding tijdens de opleiding.
G

In artikel 10, tweede lid, wordt na «de hoofdopleider is gezondheidszorgpsycholoog» ingevoegd «, beschikt over aantoonbaar relevante wetenschappelijke en didactische expertise».

Artikel 9

ARTIKEL II

Het Besluit psychotherapeut wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 1 wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel f door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:

B

In artikel 4, tweede lid, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel l door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:

  1. betrekken van beschikbaar wetenschappelijk bewijs bij beslissingen en handelingen in de praktijk.
C

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

D

In artikel 6 worden onder vernummering van het tweede en derde lid tot vierde en vijfde lid twee leden ingevoegd, luidende:

2.
De aanwijzing vindt niet plaats voordat Onze Minister de CRT heeft uitgenodigd om, met inachtneming van de vereiste onafhankelijkheid ten opzichte van de opleidingsinstelling, binnen een door Onze Minister aan te geven termijn advies uit te brengen over de vraag of de opleidingsinstelling voldoet aan artikel 7 en deze termijn is verstreken.
3.
De aangewezen opleidingsinstelling verstrekt Onze Minister ten behoeve van de beoordeling of de opleidingsinstelling op enig moment voldoet aan artikel 7 van dit besluit de daarvoor noodzakelijke informatie en verleent medewerking aan een in dit kader in opdracht van Onze Minister door of namens de CRT uit te voeren visitatie.
E

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

  1. zorg dragen voor het op zodanige wijze inrichten van de opleiding dat degene die tot de opleiding is toegelaten in de gelegenheid wordt gesteld om aan de opleidingseisen te voldoen door:
    1. het bewaken en bevorderen van de inhoudelijke en didactische deskundigheid van het docententeam;
    2. zorg te dragen voor voldoende en deskundige begeleiding bij het praktisch onderwijs en het opdoen van de vereiste werkervaring;
    3. zorg te dragen voor een deugdelijke wijze van beoordeling, toetsing en examinering; en
    4. zorg te dragen voor een veilig leer- en werkklimaat.
F

Artikel 9 komt te luiden:

Artikel 9
1.
De opleidingsinstelling organiseert het onderwijs overeenkomstig de artikelen 7.2, 7.3, vijfde en zesde lid, 7.6, eerste en derde lid, 7.10, eerste, derde en vierde lid, 7.11, eerste lid, tweede lid, onderdelen a en b, derde en vijfde lid, 7.12, 7.12a, 7.12b, eerste lid, onderdelen a, b, d en e, en tweede tot en met vijfde lid, 7.12c, 7.13, eerste lid, en tweede lid, onderdelen a tot en met d, j tot en met u en x, 7.14, 7.15, eerste lid, onderdelen a tot en met e, en tweede lid, 7.42a, eerste tot en met derde lid, 7.57h, 7.59 tot en met 7.60, 7.61, eerste lid, onderdelen c en e, en tweede tot en met zesde lid, 7.62 en 7.63 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.
2.
In aanvulling op het eerste lid legt de opleidingsinstelling in het opleidings- en examenreglement een procedure vast in geval van een verschil van mening tussen de hoofdopleider en de aspirant-psychotherapeut over de begeleiding tijdens de opleiding.
G

In artikel 10, tweede lid, wordt na «de hoofdopleider is psychotherapeut» ingevoegd «, beschikt over aantoonbaar relevante wetenschappelijke en didactische expertise».

Artikel 9

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2024.

stb-2024-299 (PDF)

Wet van 31 januari 2024 tot wijziging van de begrotingsstaat van het Mobiliteitsfonds (A) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de noodzaak is gebleken van een wijziging van de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat voor het jaar 2023;

Zo is het, dat Wij, met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

De departementale begrotingsstaat van het Mobiliteitsfonds (A) voor het jaar 2023 wordt gewijzigd, zoals blijkt uit de desbetreffende bij deze wet behorende staat.

Artikel 2

De vaststelling van de begrotingsstaat geschiedt in duizenden euro’s.

Artikel 3

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 december 2023.

Wetswijzigingen integreren met je processen? Probeer Way 3 weken gratis.