Besluit van 26 oktober 2023, tot wijziging van het Besluit Tijdelijke wet Groningen in verband met het aanwijzen van het gebied waarbinnen het bewijsvermoeden geldt
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat van 18 juli 2023, nr. WJZ / 33408078;
Gelet op artikel 177a, derde lid, van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 16 augustus 2023, nr. W18.23.00219/IV);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat van 24 oktober 2023, nr. WJZ / 37309925;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Het Besluit Tijdelijke wet Groningen wordt als volgt gewijzigd:
A
Na paragraaf 3e wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:
Artikel 10oa
Het vermoeden, bedoeld in artikel 177a, eerste lid, van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek geldt in ieder geval in het gebied dat valt:
ARTIKEL II
Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.