Part of Smart Yellow Suite

WGK015037
Besluit tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit WEB in verband met het instellen van een afzonderlijk landelijk beschikbaar budget en rijksbijdragedeel voor de basisberoepsopleiding

Updates ontvangen over deze regeling? Log in

Overheid.nl - XML - JSON

Type Algemene Maatregel van Bestuur
Fase Bekendmaking
Ministerie Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Datum uitgave 13 juli 2023
Datum inwerkingtreding -
Per KB Ja

Opschrift

Besluit van 19 februari 2024, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van het Besluit tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit WEB in verband met het instellen van een afzonderlijk landelijk beschikbaar budget en rijksbijdragedeel voor de basisberoepsopleiding (Stb. 2023, 446)

Samenvatting

Er zijn aanvullende middelen beschikbaar gesteld voor mbo-niveau 2 opleidingen. Daarmee kunnen mbo-instellingen mbo-niveau 2 studenten beter begeleiden en kleinere klassen realiseren. De verdeelsystematiek in het Uitvoeringsbesluit WEB wordt gewijzigd, zodat de aanvullende middelen uitsluitend terecht komen bij de mbo-niveau 2 opleidingen en niet mede worden verdeeld over de andere opleidingsniveaus.

Documenten

stb-2023-446 (PDF)

Besluit van 29 november 2023 tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit WEB in verband met het instellen van een afzonderlijk landelijk beschikbaar budget en rijksbijdragedeel voor de basisberoepsopleiding

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van 2 oktober 2023, nr. WJZ/1341471 (ID15037) directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Gelet op artikel 2.2.1, eerste en vijfde lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 25 oktober 2023, nr. W05.23.00307/I);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van 24 november 2023, nr. WJZ/41668440 (15037), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Uitvoeringsbesluit WEB wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2.1.3, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

  1. de basisberoepsopleiding, en.
B

Artikel 2.2.1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

  1. het rijksbijdragedeel voor de basisberoepsopleiding, en.
C

Artikel 2.2.3 wordt als volgt gewijzigd:

1.
Onze Minister berekent het rijksbijdragedeel voor de basisberoepsopleiding en het rijksbijdragedeel voor de vakopleiding, middenkaderopleiding en specialistenopleiding volgens de formule:waarbij het rijksbijdragedeel voor de basisberoepsopleiding wordt berekend aan de hand van de gegevens die betrekking hebben op de basisberoepsopleiding en het rijksbijdragedeel voor de vakopleiding, middenkaderopleiding en specialistenopleiding wordt berekend aan de hand van de gegevens die betrekking hebben op de vakopleiding, middenkaderopleiding en specialistenopleiding, enwaarbij wordt verstaan onder: ISW: de op grond van het tweede lid berekende studentenwaarde voor de basisberoepsopleiding respectievelijk de vakopleiding, middenkaderopleiding en specialistenopleiding van de instelling, afgerond op twee decimalen; IDiW: de op grond van het zesde lid berekende diplomawaarde voor de basisberoepsopleiding respectievelijk de vakopleiding, middenkaderopleiding en specialistenopleiding, afgerond op twee decimalen; LSW: de landelijke studentenwaarde voor de basisberoepsopleiding respectievelijk de vakopleiding, middenkaderopleiding en specialistenopleiding, zijnde de som van de ISW van alle instellingen; LDiW: de landelijke diplomawaarde voor de basisberoepsopleiding respectievelijk de vakopleiding, middenkaderopleiding en specialistenopleiding, zijnde de som van de diplomawaarden van alle instellingen; LB: het landelijk beschikbare budget voor de basisberoepsopleiding respectievelijk het landelijk beschikbare budget voor de vakopleiding, middenkaderopleiding en specialistenopleiding.
2.
ISW wordt berekend volgens de formule:Σ [(Sbbl x 0,4 x PF) + (Sbol x PF)] x 0,8 x Cfwaarbij wordt verstaan onder: Sbbl: elke student die
  1. op 1 oktober van het tweede kalenderjaar voorafgaand aan het bekostigingsjaar aan de desbetreffende instelling is ingeschreven voor de basisberoepsopleiding respectievelijk de vakopleiding, middenkaderopleiding of specialistenopleiding in de beroepsbegeleidende leerweg,
  2. daadwerkelijk die opleiding volgt, en
  3. uiterlijk op 31 december van datzelfde kalenderjaar een overeenkomst als bedoeld in artikel 7.2.8, tweede lid, van de wet heeft gesloten die geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op een kwalificatie of kwalificatiedossier, behorend bij die opleiding, en
    1. daadwerkelijk op die datum die opleiding in de praktijk van het beroep volgt, dan wel
    2. indien een student een opleiding volgt waarvoor kwalificaties als bedoeld in artikel 7.2.4, eerste lid, van de wet zijn vastgesteld in overeenstemming met Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport uiterlijk op 1 juni van het kalenderjaar daarop volgend de opleiding in de praktijk van het beroep volgt;
Sbol: elke student die op 1 oktober van het tweede kalenderjaar voorafgaand aan het bekostigingsjaar aan de desbetreffende instelling is ingeschreven voor de basisberoepsopleiding respectievelijk de vakopleiding, middenkaderopleiding of specialistenopleiding in de beroepsopleidende leerweg en daadwerkelijk die opleiding volgt; PF: de op grond van het vierde lid voor de opleiding waarin de student is ingeschreven geldende prijsfactor; Cf: de op grond van het vijfde lid berekende correctiefactor tweede teldatum voor de basisberoepsopleiding respectievelijk de vakopleiding, middenkaderopleiding of specialistenopleiding.
5.
Cf wordt als volgt berekend:In deze formule wordt verstaan onder: Sbbl1: het aantal bbl-studenten dat op 1 oktober van het tweede kalenderjaar voorafgaand aan het bekostigingsjaar aan de desbetreffende instelling is ingeschreven voor de basisberoepsopleiding respectievelijk de vakopleiding, middenkaderopleiding of specialistenopleiding en daadwerkelijk die opleiding volgt; Sbol1: het aantal bol-studenten dat op 1 oktober van het tweede kalenderjaar voorafgaand aan het bekostigingsjaar aan de desbetreffende instelling staat ingeschreven voor de basisberoepsopleiding respectievelijk de vakopleiding, middenkaderopleiding of specialistenopleiding en daadwerkelijk die opleiding volgt; Sbbl2: het aantal bbl-studenten dat op 1 februari van het kalenderjaar voorafgaand aan het bekostigingsjaar aan de desbetreffende instelling is ingeschreven voor de basisberoepsopleiding respectievelijk de vakopleiding, middenkaderopleiding of specialistenopleiding en daadwerkelijk die opleiding volgt; Sbol2: het aantal bol-studenten dat op 1 februari van het kalenderjaar voorafgaand aan het bekostigingsjaar aan de desbetreffende instelling staat ingeschreven voor de basisberoepsopleiding respectievelijk de vakopleiding, middenkaderopleiding of specialistenopleiding en daadwerkelijk die opleiding volgt.
6.
IDiW wordt berekend volgens de formule:IDiW = Σ {[(S x DiW - DiE) + DS] x 0,2}waarbij wordt verstaan onder: S: elke student die in het tweede kalenderjaar voorafgaand aan het bekostigingsjaar aan de desbetreffende instelling een diploma van een basisberoepsopleiding respectievelijk een vakopleiding of middenkaderopleiding heeft behaald; DiW: de diplomawaarde; DiW bedraagt voor:
  1. een basisberoepsopleiding: 1,
  2. een vakopleiding: 3,
  3. een middenkaderopleiding: 5;
DiE: DiW van het hoogste door S eerder behaalde diploma van een basisberoepsopleiding, een vakopleiding of een middenkaderopleiding; DS: de diplomawaarde voor een specialistenopleiding bedraagt 2 voor elke student die een diploma van een specialistenopleiding heeft behaald in het tweede kalenderjaar voorafgaand aan het bekostigingsjaar, en niet eerder een diploma van een specialistenopleiding heeft behaald.Onder student wordt mede begrepen de extraneus, bedoeld in artikel 2.2.2, tweede lid, onderdeel b, van de wet.Indien het eerder behaalde diploma, bedoeld in DiE van een hoger niveau is dan het diploma bedoeld in S, dan wordt het diploma bedoeld in S buiten beschouwing gelaten. Indien in het tweede kalenderjaar voorafgaand aan het bekostigingsjaar meerdere diploma’s op dezelfde datum zijn afgegeven, telt steeds het laagste diploma als het eerder behaalde diploma.Indien een diploma is behaald door een student die drie aaneengesloten voorgaande kalenderjaren niet op 1 oktober was ingeschreven, blijven diploma’s behaald voorafgaand aan deze onderbreking buiten beschouwing.
D

In artikel 2.6.1 wordt «Uitvoeringsbesluit Les- en cursusgeldwet» telkens vervangen door «Uitvoeringsbesluit Les- en cursusgeldwet 2000».

E

Na artikel 6.1.7 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 6.1.8 Overgangsbepaling vermindering rijksbijdrage beroepsonderwijs in verband met normatieve inhouding cursusgelden studiejaar 2023–2024
1.
Bij de vermindering van de rijksbijdrage, bedoeld in artikel 2.6.1, wordt voor het kalenderjaar 2024 voor de omvang van het cursusgeld, in afwijking van het in artikel 2.6.1 bepaalde omtrent DC1 en DC2, uitgegaan van artikel 17 van het Uitvoeringsbesluit Les- en cursusgeldwet 2000 zoals dit artikel luidt op 1 januari 2024, en niet van artikel 15 van het Uitvoeringsbesluit Les- en cursusgeldwet 2000.
2.
Dit artikel vervalt met ingang van 1 januari 2027.
F

Na artikel 6.1.8 (nieuw) wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 6.1.9. Overgangsbepaling bij te late indiening bekostigingsgegevens 2025
1.
Indien een instelling de gegevens en de verklaring, bedoeld in artikel 2.2.5, eerste lid, ten behoeve van de bekostiging voor het kalenderjaar 2025 niet tijdig indient, kan Onze Minister, in afwijking van artikel 2.2.5, tweede lid, de rijksbijdrage voor het kalenderjaar 2025 voor deze instelling voorlopig vaststellen met gebruik van de voorlopige gegevens van het kalenderjaar 2025.
2.
Indien toepassing van artikel 2.2.3 met gebruikmaking van de gegevens, bedoeld in artikel 2.2.5, derde lid, leidt tot een lagere rijksbijdrage dan vastgesteld op grond van het eerste lid, wordt die lagere rijksbijdrage vastgesteld. Gebruikmaking van de gegevens, bedoeld in artikel 2.2.5, derde lid, leidt in geen geval tot een hogere rijksbijdrage dan vastgesteld op grond van het eerste lid.
3.
Dit artikel vervalt met ingang van 1 januari 2027.

Artikel 6.1.8 Overgangsbepaling vermindering rijksbijdrage beroepsonderwijs in verband met normatieve inhouding cursusgelden studiejaar 2023–2024

Artikel 6.1.9. Overgangsbepaling bij te late indiening bekostigingsgegevens 2025

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld. In dat besluit kan worden bepaald dat artikel I, onderdeel E, van dit besluit terugwerkt tot en met een in dat besluit te bepalen tijdstip.

stb-2024-36 (PDF)

Besluit van 19 februari 2024, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van het Besluit tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit WEB in verband met het instellen van een afzonderlijk landelijk beschikbaar budget en rijksbijdragedeel voor de basisberoepsopleiding (Stb. 2023, 446)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 7 februari 2024, nr. WJZ/43288075 (15037), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Gelet op artikel II van het Besluit tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit WEB in verband met het instellen van een afzonderlijk landelijk beschikbaar budget en rijksbijdragedeel voor de basisberoepsopleiding;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Wetswijzigingen integreren met je processen? Probeer Way 3 weken gratis.