Wet van 20 december 2023, houdende tijdelijke regels inzake de instelling van een Klimaatfonds (Tijdelijke wet Klimaatfonds)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is meerjarig financiële middelen te reserveren en deze beschikbaar te stellen voor maatregelen die bijdragen aan de uitvoering van de Klimaatwet en Verordening (EU) 2021/1119 van het Europees Parlement en de Raad van 30 juni 2021 tot vaststelling van een kader voor de verwezenlijking van klimaatneutraliteit, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 401/2009 en Verordening (EU) 2018/1999 (PbEU 2021, L 243) en daartoe tijdelijk een begrotingsfonds in te stellen als bedoeld in artikel 2.11 van de Comptabiliteitswet 2016;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze wet wordt verstaan onder:
Artikel 2 Instelling en doel van het fonds
Artikel 3 Beheer van het fonds
Artikel 4 Meerjarenprogramma Klimaatfonds
Artikel 5 Ontvangsten van het fonds
De ontvangsten van het fonds zijn:
Artikel 6 Uitgaven ten laste van het fonds
Artikel 7 Onafhankelijk advies
Artikel 8 Evaluatiebepaling
Onze Minister zendt binnen vier jaar na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.
Artikel 9 Inwerkingtredings- en horizonbepaling
Artikel 10 Citeertitel
Deze wet wordt aangehaald als: Tijdelijke wet Klimaatfonds.