Besluit van 22 augustus 2022, houdende de wijziging van het Tijdelijk besluit DCC in verband met de uitgifte van vaccinatiecertificaten aan personen die elders in de Europese Unie zijn gevaccineerd en in verband met het inladen van een buitenlands DCC
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 12 juli 2022, kenmerk 3394596-1032292-WJZ;
Gelet op de artikelen 3, 4 en 5, tweede lid, onder b, van de Verordening (EU) 2021/953 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2021 betreffende een kader voor de afgifte, verificatie en aanvaarding van interoperabele COVID-19-vaccinatie-, test- en herstelcertificaten (digitaal EU-COVID-certificaat) teneinde het vrije verkeer tijdens de COVID-19-pandemie te faciliteren (PbEU 2021, L211/1) en artikel 6ba, eerste en tweede lid, van de Wet publieke gezondheid;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 10 augustus 2022, no. W13.22.00090/III);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 16 augustus 2022, kenmerk 3422145-1032292-WJZ;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Het Tijdelijk besluit DCC wordt als volgt gewijzigd.
A
Na artikel 9, wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 9a
1.
De gemeentelijke gezondheidsdiensten, bedoeld in artikel 14, tweede lid, van de Wet publieke gezondheid, in de regio’s Utrecht, Groningen, Rotterdam-Rijnmond, Amsterdam-Amstelland en Twente, genoemd in de bijlage, bedoeld in artikel 8 van de Wet veiligheidsregio’s, en de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, kunnen op verzoek van betrokkenen met een portalapplicatie een vaccinatiecertificaat als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel a, van de verordening op papier of digitaal verstrekken en de daarvoor noodzakelijke persoonsgegevens verwerken.2.
Het verzoek, bedoeld in het eerste lid:- kan worden gedaan door eenieder die in een lidstaat van de Europese Unie is gevaccineerd met een:
- vaccin dat is goedgekeurd door het College ter beoordeling van geneesmiddelen, het Europees Medicijn Agentschap of de Wereldgezondheidsorganisatie;
- in artikel 5, vijfde lid, van de verordening, bedoeld COVID-19 vaccin; of
- met een vaccin dat bij ministeriële regeling is aangewezen;
- wordt in persoon gedaan, waarbij betrokkene zich legitimeert aan de hand van een geldig identiteitsdocument, bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht of artikel 2 van de Wet identificatieplicht BES; en
- gaat vergezeld van een betrouwbaar vaccinatiebewijs waarop in ten minste in de officiële taal of talen van de lidstaat van afgifte, de persoonsgegevens, bedoeld in artikel 5, tweede lid, van de verordening zijn vermeld en dat is voorzien van een logo of kenmerk van een instituut of arts.
3.
In het geval de persoon in kwestie bij het verzoek aangeeft gebruik te willen maken van de reeds geregistreerde vaccinatiegegevens die staan opgenomen in het digitale patiëntendossier, zijn in afwijking van het tweede lid, de eisen onder b en c, niet van toepassing.B
In artikel 10 vervalt «in een namens Nederland».
Artikel 9a
ARTIKEL II
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.