Besluit van 20 december 2022 tot wijziging van het Besluit gebruik meststoffen in verband met de implementatie van het zevende Actieprogramma Nitraatrichtlijn
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz
Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 24 november 2022, nr. WJZ/ 22525015, gedaan mede namens Staatssecretaris van Infrastructuur een Waterstaat;
Gelet op Richtlijn 91/676/EEG van de Raad van 12 december 1991 inzake de bescherming van water tegen verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen (PbEG 1991, L 375) en de artikelen 7, 15, 91 en 92 van de Wet bodembescherming;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 8 december 2022 nr. W11.22.00158/IV);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 16 december 2022, nr. WJZ/22573425, gedaan mede namens Onze Minister van Infrastructuur een Waterstaat;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Het Besluit gebruik meststoffen wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
- grasland en bouwland, gelegen op zandgrond of lössgrond, in de periode van 1 januari tot en met 31 januari, indien het vaste strorijke mest betreft.
- bouwland, in de periode van 16 februari tot en met 15 maart, indien op de desbetreffende grond in hetzelfde kalenderjaar een bij ministeriële regeling aangewezen gewas wordt ingezaaid, geplant of gepoot.
6.
De landbouwer meldt de grond, bedoeld in het vierde lid, onderdeel c, en de voorgenomen teelt van een gewas als bedoeld in dat onderdeel, uiterlijk de dag voorafgaand aan het gebruik van drijfmest of vloeibaar zuiveringsslib in de periode van 16 februari tot en met 15 maart aan Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit met gebruikmaking van een door die minister beschikbaar gesteld middel.8.
Onverminderd het zesde lid bevat de daar bedoelde melding de volgende gegevens:- naam en adres van de gebruiker van de grond; en
- een kadastrale of topografische aanduiding van de grond alsmede een opgave van de oppervlakte ervan.
B
Na artikel 8a wordt het een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 8b
1.
Op landbouwgrond, gelegen op zand- of lössgrond, wordt per aaneengesloten periode van vier kalenderjaren, gerekend vanaf 1 januari 2023, ten minste in één kalenderjaar en uiterlijk in het vierde kalenderjaar, op de desbetreffende grond een bij ministeriële regeling aangewezen gewas geteeld.2.
Aan de verplichting, bedoeld in het eerste lid, kan elke landbouwer die op de desbetreffende grond landbouw uitoefent voldoen, maar indien daaraan gedurende de eerste drie kalenderjaren van een periode als bedoeld in het eerste lid niet is voldaan, berust de verplichting op elke landbouwer die in het vierde kalenderjaar op de desbetreffende grond landbouw uitoefent.3.
Het eerste lid is niet van toepassing:- voor teelten van gewassen die meer dan vier jaar onafgebroken op een perceel staan; of
- voor de teelt van gewassen overeenkomstig de biologische productiemethode.
Artikel 8b
ARTIKEL II
Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. In dat besluit kan worden bepaald dat dit besluit terugwerkt tot en met een in dat besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.