Besluit van 16 oktober 2023 tot wijziging van de Ambtsinstructie commissaris van de Koning in verband met de Wet bevorderen integriteit en functioneren decentraal bestuur
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 4 juli 2023, nr. 2023-0000317803 in overeenstemming met Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat;
Gelet op artikel 182 van de Provinciewet en artikel 47, derde lid, van de Waterschapswet;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 16 augustus 2023, nr. W04.23.00159/I);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 12 oktober 2023, nr. 2023-0000611870;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
De Ambtsinstructie commissaris van de Koning wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 6e komt te luiden:
De commissaris brengt een voornemen tot het voorzien in de waarneming van de burgemeester ter kennis van Onze Minister.B
Aan artikel 7b, tweede zin, wordt toegevoegd «, waaronder het bijwonen van vergaderingen van het gemeentebestuur en het kennisnemen van bescheiden waarover het gemeentebestuur beschikt als bedoeld in artikel 182, tweede lid, Provinciewet».
C
Na artikel 8 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 9
De commissaris informeert over ontheffingen als bedoeld in artikel 47, derde lid, Waterschapswet Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in zijn periodieke rapportage en informeert gelijktijdig Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat, tenzij naar zijn oordeel betrokkenheid van Onze Ministers noodzakelijk is alvorens op een concreet verzoek te besluiten.Artikel 9
De commissaris informeert over ontheffingen als bedoeld in artikel 47, derde lid, Waterschapswet Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in zijn periodieke rapportage en informeert gelijktijdig Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat, tenzij naar zijn oordeel betrokkenheid van Onze Ministers noodzakelijk is alvorens op een concreet verzoek te besluiten.
ARTIKEL II
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2024.