Besluit van 6 september 2022, houdende wijziging van het Besluit zorgverzekering in verband met wijzigingen voor de vast te stellen vereveningsbijdrage over het vereveningsjaar 2022
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van 7 juli 2022, kenmerk 3395859-1032362-WJZ;
Gelet op artikel 34, derde lid, van de Zorgverzekeringswet;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 20 juli 2022, no. W13.22.00087/III, RvS);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 2 september 2022, kenmerk 3405407-1032362-WJZ);
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Het Besluit zorgverzekering wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 3.11, eerste lid, wordt «het vereveningsjaar 2021» vervangen door «de vereveningsjaren 2021 en 2022».
B
Aan artikel 3.12 wordt een lid toegevoegd, luidende:
4.
Het Zorginstituut vermindert voor de vaststelling van de vereveningsbijdrage over het vereveningsjaar 2022, in afwijking van het tweede lid, het op grond van het eerste lid voor een zorgverzekeraar berekend deelbedrag variabele zorgkosten met een bedrag dat het als volgt berekent:- het Zorginstituut berekent het verschil tussen de gerealiseerde kosten, bedoeld in artikel 3.11, tweede lid, en de gecorrigeerde geraamde kosten, bedoeld in artikel 3.11, vierde lid, over het vereveningsjaar 2022, voor het met het deelbedrag overeenkomende cluster van prestaties;
- het Zorginstituut vermenigvuldigt de onder a verkregen uitkomst met 0,30;
- het Zorginstituut deelt de onder b verkregen uitkomst door het totaal aantal in het vereveningsjaar 2022 ingeschreven verzekerden van achttien jaar en ouder waarop artikel 24 van de wet niet van toepassing is;
- het Zorginstituut vermenigvuldigt voor iedere zorgverzekeraar de onder c verkregen uitkomst met het aantal in het vereveningsjaar 2022 bij die verzekeraar ingeschreven verzekerden van achttien jaar en ouder waarop artikel 24 van de wet niet van toepassing is.
C
Artikel 3.19 wordt als volgt gewijzigd:
4.
De berekening van de voor de zorgverzekeraar naar gerealiseerde verzekerdenaantallen genormeerde opbrengst van het verplicht eigen risico over het vereveningsjaar 2022, vindt, in afwijking van het tweede lid, op de volgende wijze plaats:- het Zorginstituut vermenigvuldigt de uitkomst voor het verplicht eigen risico van de berekening, bedoeld in het tweede lid, voor de zorgverzekeraar over het vereveningsjaar 2022, met het quotiënt van de gesommeerde door de zorgverzekeraars gerealiseerde opbrengsten van het verplicht eigen risico en van de gesommeerde uitkomsten voor het verplicht eigen risico, van de berekening, bedoeld in het tweede lid, voor de zorgverzekeraars;
- het Zorginstituut vermindert de onder a verkregen uitkomst met een bedrag dat het als volgt berekent:
- het Zorginstituut bepaalt het verschil tussen de gesommeerde door de zorgverzekeraars over het vereveningsjaar 2022 gerealiseerde opbrengsten van het verplicht eigen risico en van de gesommeerde uitkomsten voor het verplicht eigen risico, van de berekening, bedoeld in het tweede lid, voor de zorgverzekeraars;
- het Zorginstituut vermenigvuldigt de onder 1° verkregen uitkomst met 0,30;
- het Zorginstituut deelt de onder 2° verkregen uitkomst door het totale aantal in het vereveningsjaar 2022 ingeschreven verzekerden van achttien jaar en ouder waarop artikel 24 van de wet niet van toepassing is;
- het Zorginstituut vermenigvuldigt de onder 3° verkregen uitkomst met het aantal in het vereveningsjaar 2022 bij die verzekeraar ingeschreven verzekerden van achttien jaar en ouder, waarop artikel 24 van de wet niet van toepassing is.
D
In artikel 3.20, vierde lid wordt «Artikel 3.19, zesde lid» vervangen door «Artikel 3.19, zevende lid».
ARTIKEL II
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2022.