Wet van 10 oktober 2024 tot wijziging van de Warenwet en de Tabaks- en rookwarenwet in verband met aanpassingen overwegend ter verbetering van toezicht en handhaving en aanpassingen van technische aard
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo, Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is een meldplicht in te voeren voor bedrijven die rauwe melk of rauwe room produceren voor rechtstreekse menselijke consumptie, de bevoegdheid te regelen tot invordering bij dwangbevel van de kosten die gemaakt worden voor keurings- en controlewerkzaamheden, de verruiming van het aanprijzingsverbod voor tatoeages en piercings en andere aanpassingen door te voeren ter verduidelijking en verbetering van enkele voorschriften van de Warenwet en de Tabaks- en rookwarenwet;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Warenwet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:
- voordat Onze Minister of een bij de maatregel aangewezen andere minister dan Onze Minister of ander bestuursorgaan op de hoogte is gesteld van bij de maatregel aangewezen gegevens betreffende de samenstelling of verhandeling van de waar.
B
Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:
2.
De bij algemene maatregel van bestuur gestelde regels, bedoeld in het eerste lid, kunnen bij ministeriële regeling worden gewijzigd in verband met aanpassingen van verwijzingen naar bindende EU-rechtshandelingen of onderdelen daarvan, voor zover de aanpassingen niet inhoudelijk van aard zijn.C
Artikel 13b wordt als volgt gewijzigd:
3.
Onze Minister kan de bedragen ter vergoeding van de kosten, bedoeld in het eerste lid, invorderen bij dwangbevel.D
Artikel 18a wordt als volgt gewijzigd:
2.
Onze Minister wijst bij regeling normen aan die Europese normen omzetten waarvan de referenties door de Europese Commissie bekend zijn gemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.3.
Onze Minister kan bij regeling andere dan de in het tweede lid bedoelde normen aanwijzen.E
Artikel 24 wordt als volgt gewijzigd:
- eisen inzake de deskundigheid van personen die tatoeage- of piercingmateriaal gebruiken.
5.
Het aanprijzen van het aanbrengen van een tatoeage of piercing is verboden, tenzij:- het aanprijzen in overeenstemming is met de regels gesteld bij of krachtens deze wet voor het aanbrengen van een tatoeage of piercing; en
- de natuurlijke persoon of de rechtspersoon ten behoeve van wie het aanprijzen plaatsvindt, beschikt over een geldige vergunning, indien krachtens deze wet voor het gebruik van tatoeage- of piercingmateriaal een vergunning noodzakelijk is.
F
Artikel 32 komt te luiden:
Artikel 32
Onze Minister is bevoegd tot oplegging van een last onder bestuursdwang ter handhaving van het bepaalde bij of krachtens deze wet.G
In artikel 32a, derde lid, aanhef, vervalt «voor de overtreding op basis van de Wet op de economische delicten een hogere geldboete kan worden opgelegd dan de in de bijlage ter zake van de overtreding voorziene bestuurlijke boete, en».
H
Artikel 33 wordt als volgt gewijzigd:
3.
Onze Minister kan de bedragen ter vergoeding van de kosten, bedoeld in het eerste lid, invorderen bij dwangbevel.Artikel 32
Onze Minister is bevoegd tot oplegging van een last onder bestuursdwang ter handhaving van het bepaalde bij of krachtens deze wet.
ARTIKEL II
De Tabaks- en rookwarenwet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 9a, eerste lid, wordt na «binnenlandse verkoop op afstand of grensoverschrijdende verkoop op afstand van tabaksproducten en aanverwante producten aan consumenten» ingevoegd «of het voor binnenlandse verkoop op afstand of grensoverschrijdende verkoop op afstand aanbieden van tabaksproducten en aanverwante producten aan consumenten».
A0a
Artikel 13b wordt als volgt gewijzigd:
Aa
Na artikel 13d wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 13e
1.
Onze Minister kan de inbeslagneming van de op grond van artikel 3, eerste lid, en artikel 3a verboden producten gelasten.2.
Onze Minister wijst de locatie voor opslag van de op grond van het eerste lid inbeslaggenomen producten aan en bepaalt tevens de voorwaarden waaronder die opslag dient te geschieden.3.
Onze Minister kan de vernietiging van de op grond van artikel 3, eerste lid, en artikel 3a verboden producten gelasten.4.
De ingevolge artikel 13 aangewezen ambtenaren zijn bevoegd tot inbeslagneming als bedoeld in het eerste lid en vernietiging als bedoeld in het derde lid.5.
De kosten verbonden aan de in het tweede lid bedoelde opslag en de in het derde lid bedoelde vernietiging, zijn voor rekening van de overtreder. Onze Minister kan de in de eerste volzin bedoelde kosten invorderen bij dwangbevel.B
Aan artikel 19 wordt een lid toegevoegd, luidende:
3.
Onze Minister kan de bedragen ter vergoeding van de kosten, bedoeld in het eerste lid, invorderen bij dwangbevel.Artikel 13e
ARTIKEL III
De Verzamelwet VWS 2018 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel I, onderdeel F, komt te luiden:
B
Artikel II, onderdeel B, komt te luiden:
Artikel 12a
Artikel 21d
ARTIKEL IIIA
Artikel I, onderdeel B, van de Implementatiewet toegankelijkheidsvoorschriften producten en diensten komt te luiden:
ARTIKEL IIIB
Aan de eerste alinea onder stofgroep 1 van Lijst IA behorende bij de Opiumwet wordt toegevoegd «en aspartaam en penconazool».
ARTIKEL IIIC
Aan artikel 9.1 van de Wet dieren wordt een lid toegevoegd, luidende:
5.
Onze Minister kan de bedragen ter vergoeding van de kosten, bedoeld in het eerste lid, invorderen bij dwangbevel.ARTIKEL IIID
Indien artikel I, onderdeel B, van de Implementatiewet toegankelijkheidsvoorschriften producten en diensten eerder in werking treedt of is getreden dan artikel IIIA van deze wet, wordt deze wet als volgt gewijzigd:
ARTIKEL IV
Deze wet treedt in werking op een bij Koninklijk Besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.