Besluit van 25 september 2025, houdende regels en nadere regels omtrent de kwaliteit, financiering en gegevensverwerking ten behoeve van kinderopvang in Caribisch Nederland (Besluit kinderopvang BES) [KetenID WGK013827]
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 20 mei 2025, nr. 2025-0000110181, gedaan mede namens de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;
Gelet op de artikelen 2.1, derde lid, 2.2, tweede lid, 2.3, derde en vijfde lid, 2.4, vierde lid, 2.6, vierde lid, 2.10a, achtste lid, 2.14, vierde lid, 2.15, vierde lid, 2.17, 2.19, vijfde lid, 3.2, vijfde lid, 3.3, tweede lid, 3.4, derde lid, 3.5, 3.7, tweede lid, 3.11, tweede lid, 3.16, vijfde lid, 4.7, 5.11, tweede lid, van de Wet kinderopvang BES;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 9 juli 2025, nr. W12.25.00120/III);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 23 september 2025, nr. 2025-0000211455, uitgebracht mede namens de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 1.1 Begrippen
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
Artikel 2.1. Uitzonderingen op de acceptatieplicht
Omstandigheden als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de wet zijn:
Artikel 2.2. Verantwoorde kinderopvang
In het kader van het bieden van verantwoorde kinderopvang draagt de houder of gastouder ervoor zorg dat, rekening houdend met de ontwikkelingsfase waarin kinderen zich bevinden:
Artikel 2.3. Deskundige bij strafbare feiten in de kinderopvang
Artikel 2.4. Veiligheids- en gezondheidsbeleid
Artikel 2.5. Inhoud van het veiligheids- en gezondheidsbeleid bij een kindercentrum
Artikel 2.6. Inhoud van het veiligheids- en gezondheidsbeleid bij een voorziening voor gastouderopvang
Het veiligheids- en gezondheidsbeleid bij een voorziening voor gastouderopvang bevat een concrete beschrijving van:
Artikel 2.7. Bewijsstukken met betrekking tot opleidings- en ervaringseisen
Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels gesteld worden en bewijsstukken worden aangewezen met betrekking tot de opleidings- en ervaringseisen voor beroepskrachten of gastouders.
Artikel 2.8. Opleidings- en ervaringseisen voor beroepskrachten bij een kindercentrum
Artikel 2.9. Aanwezigheid van een beroepskracht met middenkaderopleiding bij een kindercentrum
Gedurende ten minste de helft van de dagdelen per week waarin op een locatie van een kindercentrum kinderopvang plaatsvindt, zet de houder daar een beroepskracht in die beschikt over een opleiding tot pedagogisch medewerker of een opleiding met een pedagogische component, op ten minste het niveau, bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onderdeel d, van de Wet educatie en beroepsonderwijs of artikel 7.2.2, eerste lid, onderdeel d, van de Wet educatie en beroepsonderwijs BES.
Artikel 2.10. Opleidingseisen voor gastouders
Een gastouder beschikt over een opleiding tot pedagogisch medewerker of een opleiding met een pedagogische component, op ten minste het niveau:
Artikel 2.11. Scholingseisen eerste hulp
Artikel 2.12. Stabiliteit van de kinderopvang in een kindercentrum
Artikel 2.13. Aantal beroepskrachten in een kindercentrum en beroepskracht-kindratio
Artikel 2.14. Overzicht van ingezette beroepskrachten en presentielijsten
De houder toont aan, door middel van een overzicht van de ingezette beroepskrachten en presentielijsten van kinderen, inclusief een indicatie van aankomst- en vertrektijden:
Artikel 2.15. Teamkwalificatie
Artikel 2.16. Mentor
Artikel 2.17. Groepsgrootte bij een voorziening voor gastouderopvang
Bij een voorziening voor gastouderopvang worden maximaal:
Artikel 2.18. Achterwacht bij een voorziening voor gastouderopvang
Gedurende de kinderopvang is een volwassene beschikbaar die telefonisch bereikbaar is en die binnen vijftien minuten in de voorziening voor gastouderopvang aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit.
Artikel 2.19. Activiteitenprogramma
Artikel 2.20. Pedagogische ondersteuning en advies
Tot de taken met betrekking tot pedagogische ondersteuning en advies, bedoeld in artikel 2.3, vijfde lid, van de wet, behoort de houder, de beroepskracht of de gastouder pedagogisch te ondersteunen en te adviseren over het aanbieden van verantwoorde kinderopvang binnen een basisgroep, stamgroep of groep in de gastouderopvang met een kind met mogelijk een bijzonderheid in diens ontwikkeling.
Artikel 2.21. Signaleren van bijzonderheden
Indien de houder of gastouder bijzonderheden signaleert in de ontwikkeling van een kind:
Artikel 2.22. Reflecteren op bijzonderheden in de ontwikkeling van een kind
De houder reflecteert periodiek op de ontwikkeling van het kind met de betrokken beroepskrachten, indien bijzonderheden in de ontwikkeling van een kind zijn gesignaleerd.
Artikel 2.23. Pedagogisch en educatief beleid
Artikel 2.24. Inhoud van het pedagogisch en educatief beleid
Artikel 2.25. Educatief beleid omtrent voorschoolse educatie in de dagopvang
De houder gebruikt voor de voorschoolse educatie in de dagopvang een programma dat:
Artikel 2.26. Eisen aan ruimtes bij een kindercentrum
Artikel 2.27. Gebruik van porches bij een kindercentrum
Artikel 3.1. Structurele kinderopvang
Artikel 3.2. Verstrekken van kinderopvangvergoeding per kwartaal
Het op aanvraag verstrekken van kinderopvangvergoeding, bedoeld in artikel 3.2, eerste lid, van de wet, geschiedt per kwartaal.
Artikel 3.3. Peildatum voor verstrekken kinderopvangvergoeding
De datum, bedoeld in artikel 3.3, tweede lid, van de wet is de laatste dag van het kwartaal waarin de kinderopvang start.
Artikel 3.4. Hoogte van de kinderopvangvergoeding
Artikel 3.5. Wijziging hoogte kinderopvangvergoeding
Artikel 3.6. Voorschot
Artikel 3.7. Hoogte van de ouderbijdrage tot en met 31 december 2026
Artikel 3.8. Hoogte van de ouderbijdrage vanaf 1 januari 2027
De hoogte van de ouderbijdrage per dagdeel per kind bedraagt vanaf 1 januari 2027 4,17% van de op dat moment geldende hoogte van de kinderopvangvergoeding, bedoeld in:
Artikel 4.1. Verwerking van persoonsgegevens ten behoeve van doorstroom naar het basisonderwijs
Artikel 4.2. Verstrekking van persoonsgegevens van het Europese deel van Nederland naar Bonaire, Sint Eustatius of Saba
Artikel 5.1. Overgangsrecht met betrekking tot de teamkwalificatie bij kindercentra en de binnenspeelruimte bij de buitenschoolse opvang
Tot en met 31 december 2030 geldt in afwijking van:
Artikel 5.2. Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Artikel 5.3. Citeertitel
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit kinderopvang BES.