Besluit van 23 september 2022 tot wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag in verband met de indexatie van de toetsingsinkomens en maximum uurprijzen, het loslaten van de koppeling gewerkte uren en de bekostiging van de intensivering van toezicht en handhaving in de gastouderopvang
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 13 juli 2022, nr. 2022-0000145290, gedaan mede namens de Staatssecretaris van Financiën;
Gelet op de artikelen 1.7, derde en vierde lid, 1.8, eerste lid, en 1.9, eerste lid, van de Wet kinderopvang;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 31 augustus 2022, No. W12.22.00088/III);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 21 september 2022, nr. 2022-0000188084, uitgebracht mede namens de Staatssecretaris van Financiën,
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Het Besluit kinderopvangtoeslag wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 4, eerste lid, komt te luiden:
1.
De maximum uurprijs bedraagt voor:- dagopvang € 8,97;
- buitenschoolse opvang € 7,72; en
- gastouderopvang € 6,73.
B
Artikel 5a komt te luiden:
Artikel 5a
In afwijking van artikel 5 worden voor het berekeningsjaar 2023:- de bedragen, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdelen a en b, geïndexeerd met 5,58%; en
- het bedrag, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel c, geïndexeerd met 3,22%.
C
Artikel 8a wordt als volgt gewijzigd:
- per berekeningsjaar 230 uren, vermenigvuldigd met het aantal maanden waarin de ouder of partner in dat berekeningsjaar:
- arbeid heeft verricht als bedoeld in artikel 1.6, eerste lid, onderdelen a of b, of derde lid, onderdeel a, van de wet;
- gebruik heeft gemaakt van een voorziening die gericht is op arbeidsinschakeling of scholing, een opleiding of een cursus als bedoeld in artikel 1.6, eerste lid, onderdelen c tot en met j, van de wet;
- aanspraak op kinderopvangtoeslag behoudt op grond van artikel 1.6, vijfde of zevende lid, van de wet;
- recht heeft op zorg als bedoeld in artikel 1.6, achtste of negende lid, van de wet; of,
- veroordeeld is tot een vrijheidsbenemende straf of maatregel, gedurende de periode waarin die straf of maatregel ten uitvoer wordt gelegd als bedoeld in artikel 1.6, tiende of elfde lid, van de wet.
D
Artikel 8b vervalt.
E
Bijlage I. behorende bij artikel 6 van het Besluit kinderopvangtoeslag wordt vervangen door de bijlage behorende bij dit besluit.
Artikel 5a
In afwijking van artikel 5 worden voor het berekeningsjaar 2023:
ARTIKEL II
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2023.