Wet van 18 april 2024, houdende wijzigingen van de Wet tegemoetkomingen loondomein teneinde het lage inkomensvoordeel te laten vervallen en in verband met enkele andere wijzigingen
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het lage-inkomensvoordeel te laten vervallen, het loonkostenvoordeel oudere werknemer stapsgewijs af te schaffen, en de voorwaarden voor het loonkostenvoordeel herplaatsen arbeidsgehandicapte werknemer aan te passen;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Wet tegemoetkomingen loondomein wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1.1, onderdeel h, vervalt, onder verlettering van de onderdelen i tot en met k tot h tot en met j.
Aa
In artikel 2.1 vervalt onderdeel a, onder verlettering van de onderdelen b tot en met d tot a tot en met c.
Ab
Paragraaf 2.2 vervalt.
B
In de artikelen 2.2, tweede lid, onderdeel b, 2.6, derde lid, onderdeel b, 2.10, tweede lid, onderdeel b, en 2.14, tweede lid, onderdeel b, wordt «artikel 10b, derde lid, van de Participatiewet» vervangen door «artikel 10b, eerste lid, van de Participatiewet».
Ba
Aan artikel 2.4, eerste lid, wordt toegevoegd «, met dien verstande dat het loonkostenvoordeel oudere werknemer niet wordt verstrekt over periodes gelegen na 31 december 2025».
Bb
In artikel 2.5 wordt «€ 3,05» vervangen door «€ 1,35» en wordt «€ 6.000» vervangen door «€ 2.600».
C
Artikel 2.14, eerste lid, onderdeel a, aanhef en onderdeel 1°, komt te luiden:
- zijn eigen arbeid geheel of gedeeltelijk hervat of een andere functie bij dezelfde werkgever gaat bekleden en:
- op dat moment recht heeft op een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen of daarop recht krijgt na het hervatten van de eigen arbeid of het gaan bekleden van een andere functie bij dezelfde werkgever; of
D
Artikel 2.15 wordt als volgt gewijzigd:
E
Artikel 2.16, eerste lid, komt te luiden:
1.
Een loonkostenvoordeel herplaatsen arbeidsgehandicapte werknemer wordt ten hoogste verstrekt over een aaneengesloten periode van een jaar vanaf de datum van aanvang van de aanvraagtermijn van de doelgroepverklaring op grond van artikel 2.15, eerste lid.F
Hoofdstuk III vervalt.
G
Artikel 4.1 wordt als volgt gewijzigd:
H
In artikel 4.2, eerste lid, wordt «de artikelen 2.1 en 3.1» vervangen door «artikel 2.1».
I
In artikel 4.5, tweede lid, wordt «de artikelen 2.1 en 3.1» vervangen door «artikel 2.1».
J
In artikel 4.6, derde lid, wordt «de artikelen 2.1 en 3.1» vervangen door «artikel 2.1».
K
In artikel 4.7, eerste en tweede lid, vervalt «per jaar».
Ka
In artikel 4.7, eerste en vierde lid, wordt «bedoeld in de artikelen 2.2, 2.6, 2.10 of 2.14» vervangen door «bedoeld in de artikelen 2.6, 2.10 of 2.14».
L
In artikel 6.1 wordt «de artikelen 2.2, 2.6, 2.10, 2.14 en 3.1» vervangen door «de artikelen 2.2, 2.6, 2.10 en 2.14» en wordt «de artikelen 2.5, 2.9, 2.13, 2.17 en 3.2» vervangen door «de artikelen 2.5, 2.9, 2.13 en 2.17».
La
In artikel 6.1 wordt «de artikelen 2.2, 2.6, 2.10 en 2.14» vervangen door «de artikelen 2.6, 2.10 en 2.14» en wordt «de artikelen 2.5, 2.9, 2.13 en 2.17» vervangen door «de artikelen 2.9, 2.13 en 2.17».
Lb
In artikel 6.2 vervalt «artikel 2.2, tweede lid,».
M
Na artikel 6.2 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 6.2a Overgangsrecht loonkostenvoordelen oudere werknemer en herplaatsen arbeidsgehandicapte werknemer
1.
De artikelen 2.1 tot en met 2.5, 4.7 en 6.1, zoals deze luidden op de dag voor de datum van inwerkingtreding van artikel I, onderdelen Ba en Bb, van de Wet van 18 april 2024, houdende wijzigingen van de Wet tegemoetkomingen loondomein teneinde het lage inkomensvoordeel te laten vervallen en in verband met enkele andere wijzigingen, zijn van toepassing op de verstrekking van een loonkostenvoordeel oudere werknemer dat wordt verstrekt voor een dienstbetrekking die is aangevangen voor 1 januari 2024.2.
Artikel 2.5 zoals dat luidde op de dag voor de datum van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel Bb, van de Wet van 18 april 2024, houdende wijzigingen van de Wet tegemoetkomingen loondomein teneinde het lage inkomensvoordeel te laten vervallen en in verband met enkele andere wijzigingen, is van toepassing op de hoogte van een loonkostenvoordeel oudere werknemer voor zover daar recht op bestaat gedurende het kalenderjaar voor die datum van inwerkingtreding.3.
De artikelen 2.1 tot en met 2.5, 4.7 en 6.1, zoals deze luidden op de dag voor de datum van inwerkingtreding van artikel I, onderdelen Aa, Ab, Ka en La, van de Wet van 18 april 2024, houdende wijzigingen van de Wet tegemoetkomingen loondomein teneinde het lage inkomensvoordeel te laten vervallen en in verband met enkele andere wijzigingen, zijn van toepassing op de hoogte en de verstrekking van een loonkostenvoordeel oudere werknemer voor zover daar recht op bestaat gedurende het kalenderjaar voor die datum van inwerkingtreding.4.
Op de verstrekking van een loonkostenvoordeel herplaatsen arbeidsgehandicapte werknemer, als bedoeld in artikel 2.14, eerste lid, blijven de artikelen 2.14, eerste lid, 2.15, eerste lid, en 2.16, eerste lid, van toepassing zoals deze luidden op de dag voor de datum van inwerkingtreding van artikel I, onderdelen C, D en E, van de Wet van 18 april 2024, houdende wijzigingen van de Wet tegemoetkomingen loondomein teneinde het lage inkomensvoordeel te laten vervallen en in verband met enkele andere wijzigingen, indien de werknemer waarvoor recht bestaat op dit loonkostenvoordeel voor die datum voldoet aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 2.14, eerste lid, onderdeel a.N
In artikel 6.3 wordt «de artikelen 2.1 en 3.1» vervangen door «artikel 2.1».
Artikel 6.2a Overgangsrecht loonkostenvoordelen oudere werknemer en herplaatsen arbeidsgehandicapte werknemer
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.