Part of Smart Yellow Suite

WGK013626
Wet wijziging Wtl afschaffen LIV en aanpassing LKV HAW

Updates ontvangen over deze regeling? Log in

Overheid.nl - XML - JSON

Type Wet
Fase Bekendmaking
Ministerie Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Datum uitgave 20 april 2023
Datum inwerkingtreding -
Per KB Ja

Opschrift

Wijziging van de Wet tegemoetkomingen loondomein in verband met afschaffing van het lage-inkomensvoordeel en enkele andere onderwerpen

Samenvatting

Wijziging van de Wet tegemoetkomingen loondomein in verband met afschaffing van het lage-inkomensvoordeel en enkele andere onderwerpen

Documenten

stb-2024-102 (PDF)

Wet van 18 april 2024, houdende wijzigingen van de Wet tegemoetkomingen loondomein teneinde het lage inkomensvoordeel te laten vervallen en in verband met enkele andere wijzigingen

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het lage-inkomensvoordeel te laten vervallen, het loonkostenvoordeel oudere werknemer stapsgewijs af te schaffen, en de voorwaarden voor het loonkostenvoordeel herplaatsen arbeidsgehandicapte werknemer aan te passen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet tegemoetkomingen loondomein wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1.1, onderdeel h, vervalt, onder verlettering van de onderdelen i tot en met k tot h tot en met j.

Aa

In artikel 2.1 vervalt onderdeel a, onder verlettering van de onderdelen b tot en met d tot a tot en met c.

Ab

Paragraaf 2.2 vervalt.

B

In de artikelen 2.2, tweede lid, onderdeel b, 2.6, derde lid, onderdeel b, 2.10, tweede lid, onderdeel b, en 2.14, tweede lid, onderdeel b, wordt «artikel 10b, derde lid, van de Participatiewet» vervangen door «artikel 10b, eerste lid, van de Participatiewet».

Ba

Aan artikel 2.4, eerste lid, wordt toegevoegd «, met dien verstande dat het loonkostenvoordeel oudere werknemer niet wordt verstrekt over periodes gelegen na 31 december 2025».

Bb

In artikel 2.5 wordt «€ 3,05» vervangen door «€ 1,35» en wordt «€ 6.000» vervangen door «€ 2.600».

C

Artikel 2.14, eerste lid, onderdeel a, aanhef en onderdeel 1°, komt te luiden:

  1. zijn eigen arbeid geheel of gedeeltelijk hervat of een andere functie bij dezelfde werkgever gaat bekleden en:
    1. op dat moment recht heeft op een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen of daarop recht krijgt na het hervatten van de eigen arbeid of het gaan bekleden van een andere functie bij dezelfde werkgever; of
D

Artikel 2.15 wordt als volgt gewijzigd:

E

Artikel 2.16, eerste lid, komt te luiden:

1.
Een loonkostenvoordeel herplaatsen arbeidsgehandicapte werknemer wordt ten hoogste verstrekt over een aaneengesloten periode van een jaar vanaf de datum van aanvang van de aanvraagtermijn van de doelgroepverklaring op grond van artikel 2.15, eerste lid.
F

Hoofdstuk III vervalt.

G

Artikel 4.1 wordt als volgt gewijzigd:

H

In artikel 4.2, eerste lid, wordt «de artikelen 2.1 en 3.1» vervangen door «artikel 2.1».

I

In artikel 4.5, tweede lid, wordt «de artikelen 2.1 en 3.1» vervangen door «artikel 2.1».

J

In artikel 4.6, derde lid, wordt «de artikelen 2.1 en 3.1» vervangen door «artikel 2.1».

K

In artikel 4.7, eerste en tweede lid, vervalt «per jaar».

Ka

In artikel 4.7, eerste en vierde lid, wordt «bedoeld in de artikelen 2.2, 2.6, 2.10 of 2.14» vervangen door «bedoeld in de artikelen 2.6, 2.10 of 2.14».

L

In artikel 6.1 wordt «de artikelen 2.2, 2.6, 2.10, 2.14 en 3.1» vervangen door «de artikelen 2.2, 2.6, 2.10 en 2.14» en wordt «de artikelen 2.5, 2.9, 2.13, 2.17 en 3.2» vervangen door «de artikelen 2.5, 2.9, 2.13 en 2.17».

La

In artikel 6.1 wordt «de artikelen 2.2, 2.6, 2.10 en 2.14» vervangen door «de artikelen 2.6, 2.10 en 2.14» en wordt «de artikelen 2.5, 2.9, 2.13 en 2.17» vervangen door «de artikelen 2.9, 2.13 en 2.17».

Lb

In artikel 6.2 vervalt «artikel 2.2, tweede lid,».

M

Na artikel 6.2 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 6.2a Overgangsrecht loonkostenvoordelen oudere werknemer en herplaatsen arbeidsgehandicapte werknemer
1.
De artikelen 2.1 tot en met 2.5, 4.7 en 6.1, zoals deze luidden op de dag voor de datum van inwerkingtreding van artikel I, onderdelen Ba en Bb, van de Wet van 18 april 2024, houdende wijzigingen van de Wet tegemoetkomingen loondomein teneinde het lage inkomensvoordeel te laten vervallen en in verband met enkele andere wijzigingen, zijn van toepassing op de verstrekking van een loonkostenvoordeel oudere werknemer dat wordt verstrekt voor een dienstbetrekking die is aangevangen voor 1 januari 2024.
2.
Artikel 2.5 zoals dat luidde op de dag voor de datum van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel Bb, van de Wet van 18 april 2024, houdende wijzigingen van de Wet tegemoetkomingen loondomein teneinde het lage inkomensvoordeel te laten vervallen en in verband met enkele andere wijzigingen, is van toepassing op de hoogte van een loonkostenvoordeel oudere werknemer voor zover daar recht op bestaat gedurende het kalenderjaar voor die datum van inwerkingtreding.
3.
De artikelen 2.1 tot en met 2.5, 4.7 en 6.1, zoals deze luidden op de dag voor de datum van inwerkingtreding van artikel I, onderdelen Aa, Ab, Ka en La, van de Wet van 18 april 2024, houdende wijzigingen van de Wet tegemoetkomingen loondomein teneinde het lage inkomensvoordeel te laten vervallen en in verband met enkele andere wijzigingen, zijn van toepassing op de hoogte en de verstrekking van een loonkostenvoordeel oudere werknemer voor zover daar recht op bestaat gedurende het kalenderjaar voor die datum van inwerkingtreding.
4.
Op de verstrekking van een loonkostenvoordeel herplaatsen arbeidsgehandicapte werknemer, als bedoeld in artikel 2.14, eerste lid, blijven de artikelen 2.14, eerste lid, 2.15, eerste lid, en 2.16, eerste lid, van toepassing zoals deze luidden op de dag voor de datum van inwerkingtreding van artikel I, onderdelen C, D en E, van de Wet van 18 april 2024, houdende wijzigingen van de Wet tegemoetkomingen loondomein teneinde het lage inkomensvoordeel te laten vervallen en in verband met enkele andere wijzigingen, indien de werknemer waarvoor recht bestaat op dit loonkostenvoordeel voor die datum voldoet aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 2.14, eerste lid, onderdeel a.
N

In artikel 6.3 wordt «de artikelen 2.1 en 3.1» vervangen door «artikel 2.1».

Artikel 6.2a Overgangsrecht loonkostenvoordelen oudere werknemer en herplaatsen arbeidsgehandicapte werknemer

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

stb-2024-181 (PDF)

Besluit van 19 juni 2024 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 18 april 2024, houdende wijzigingen van de Wet tegemoetkomingen loondomein teneinde het lage inkomensvoordeel te laten vervallen en in verband met enkele andere wijzigingen (Stb. 2024, 102)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 14 juni 2024, nr. 2024-0000121312;

Gelet op artikel II van de Wet van 18 april 2024, houdende wijzigingen van de Wet tegemoetkomingen loondomein teneinde het lage inkomensvoordeel te laten vervallen en in verband met enkele andere wijzigingen (Stb. 2024, 102);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De Wet van 18 april 2024, houdende wijzigingen van de Wet tegemoetkomingen loondomein teneinde het lage inkomensvoordeel te laten vervallen en in verband met enkele andere wijzigingen (Stb. 2024, 102) treedt in werking met ingang van 1 januari 2025, met uitzondering van artikel I, onderdelen Aa, Ab, Ka, La en Lb, dat in werking treedt met ingang van 1 januari 2026.

stb-2025-181 (PDF)

Wet van 2 juli 2025, houdende goedkeuring van de op 14 december 2022 te Brussel tot stand gekomen Kaderovereenkomst inzake een partnerschap en samenwerking tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de regering van Maleisië, anderzijds (Trb. 2023, 8)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de op 14 december 2022 te Brussel tot stand gekomen Kaderovereenkomst inzake een partnerschap en samenwerking tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de regering van Maleisië, anderzijds, ingevolge artikel 91, eerste lid, van de Grondwet de goedkeuring van de Staten-Generaal behoeft, alvorens het Koninkrijk daaraan kan worden gebonden;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

De op 14 december 2022 te Brussel tot stand gekomen Kaderovereenkomst inzake een partnerschap en samenwerking tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de regering van Maleisië, anderzijds, waarvan de Nederlandse tekst is geplaatst in Tractatenblad 2023, 8, wordt goedgekeurd voor het Europese deel van Nederland.

Artikel 2

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Wetswijzigingen integreren met je processen? Probeer Way 3 weken gratis.