Wet van 8 april 2023 tot wijziging van diverse wetten ter implementatie van Richtlijn (EU) 2019/882 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 betreffende de toegankelijkheidsvoorschriften voor producten en diensten (Implementatiewet toegankelijkheidsvoorschriften producten en diensten)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo, Wij in overweging genomen hebben, dat regels dienen te worden gesteld ter implementatie van Richtlijn (EU) 2019/882 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 betreffende de toegankelijkheidsvoorschriften voor producten en diensten;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
ARTIKEL I WIJZIGING WARENWET
De Warenwet wordt als volgt gewijzigd:
A
Voor artikel 1 wordt ingevoegd:
B
Aan artikel 1, eerste lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel g door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
C
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
2.
Met betrekking tot producten, als bedoeld in artikel 3, onder punt 2, van richtlijn (EU) 2019/882, kunnen ter uitvoering van die richtlijn regels gesteld worden in het belang van de toegankelijkheid van die producten.D
In artikel 13 wordt «artikel 3» vervangen door «artikel 3, eerste lid,».
E
Na artikel 33 wordt een hoofdstuk ingevoegd, luidende:
Artikel 34
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
Artikel 34ab
Dit hoofdstuk is van toepassing op marktdeelnemers en producten ter uitvoering van richtlijn (EU) 2019/882. De overige bepalingen van deze wet zijn, met betrekking tot de toegankelijkheid van producten, uitsluitend van toepassing voor zover dat in dit hoofdstuk is bepaald.
Artikel 35
Artikel 35a
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen voorts regels worden gesteld ter uitvoering van een met betrekking tot producten tot stand gekomen bindend besluit van de Europese Unie als bedoeld in artikel 26 van richtlijn (EU) 2019/882.
Artikel 35b
Artikel 13c is van overeenkomstige toepassing.
Artikel 35c
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 35 en 35a zijn belast de bij besluit van Onze Minister aangewezen ambtenaren. De artikelen 25, vierde lid, 28 en 29 zijn van overeenkomstige toepassing.
Artikel 35d
Onze Minister is bevoegd tot oplegging van een last onder bestuursdwang ter handhaving van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 35 en 35a.
Artikel 35e
ARTIKEL II WIJZIGING VAN DE WET GELIJKE BEHANDELING OP GROND VAN HANDICAP OF CHRONISCHE ZIEKTE
De Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte wordt als volgt gewijzigd:
A
Aan artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van dat onderdeel door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
B
Na artikel 5b worden twee artikelen ingevoegd, luidende:
Artikel 5c
1.
De bij algemene maatregel van bestuur aangewezen dienstverleners ontwerpen en verlenen hun diensten ter uitvoering van richtlijn (EU) 2019/882 in overeenstemming met de bij of krachtens die maatregel gestelde regels.2.
De regels, bedoeld in het eerste lid, kunnen onder meer betrekking hebben op:- de wijze waarop en voorwaarden waaronder diensten worden aangeboden. Tot die voorwaarden behoren de toegankelijkheidsvoorschriften waaraan diensten moeten voldoen;
- de conformiteit van diensten met de toegankelijkheidsvoorschriften, waaronder de gevallen waarin diensten geacht worden daarmee reeds in overeenstemming te zijn, en het treffen van corrigerende maatregelen indien diensten niet aan de toegankelijkheidsvoorschriften voldoen;
- de gevallen waarin en voorwaarden waaronder toegankelijkheidsvoorschriften beperkt of niet van toepassing zijn; en
- het bijhouden en verstrekken van informatie of documentatie over de dienst of corrigerende maatregelen aan Onze Minister die het aangaat, de aangewezen toezichthouders of het publiek.
Artikel 5d uitvoeringshandelingen en wijziging van de richtlijn
1.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld ter uitvoering van door de Europese Commissie krachtens artikel 26 van richtlijn (EU) 2019/882 vastgestelde regels.2.
Een wijziging van de richtlijn gaat voor de toepassing van het bij of krachtens deze paragraaf bepaalde, gelden met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijzigingsrichtlijn uitvoering moet zijn gegeven, tenzij bij ministerieel besluit, dat in de Staatscourant wordt bekendgemaakt, een ander tijdstip wordt vastgesteld.Artikel 5c
Artikel 5d uitvoeringshandelingen en wijziging van de richtlijn
ARTIKEL III WIJZIGING TELECOMMUNICATIEWET
In de Telecommunicatiewet wordt na hoofdstuk 7 een hoofdstuk ingevoegd, luidende:
Artikel 7a.1
In dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
Artikel 7a.2
Artikel 7a.3
Artikel 7a.4
Artikel 7a.5
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen ter implementatie van richtlijn (EU) 2019/882 regels worden gesteld inzake de conformiteitsbeoordeling voor het verlenen van een elektronische communicatiedienst.
ARTIKEL IV WIJZIGING BURGERLIJK WETBOEK
In titel 5 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek wordt na artikel 230f een afdeling ingevoegd, luidende:
Artikel 230fa
In deze afdeling wordt verstaan onder:
Artikel 230fb
Artikel 230fc
Artikel 230fd
ARTIKEL V WIJZIGING OVERGANGSWET NIEUW BURGERLIJK WETBOEK
De Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 190aa
1.
Afdeling 2ab van titel 5 is niet van toepassing op e-handelsdiensten die voor het tijdstip van inwerkingtreding van die afdeling zijn verricht.2.
Dienstverleners als bedoeld in artikel 230fa van Boek 6 kunnen tot en met 27 juni 2030 hun diensten blijven verrichten met gebruikmaking van de e-handelsdiensten die zij vóór 28 juni 2030 al rechtmatig gebruikten bij het verlenen van vergelijkbare diensten.3.
Dienstverleningsovereenkomsten die door middel van e-handelsdiensten gesloten zijn vóór 28 juni 2025 kunnen ongewijzigd doorlopen totdat zij verstrijken, evenwel uiterlijk tot vijf jaar na die datum.Artikel 190aa
ARTIKEL VI WIJZIGING WET OP HET FINANCIEEL TOEZICHT
De Wet op het financieel toezicht wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1:1 wordt in de alfabetische rangschikking een definitie ingevoegd, luidende:
B
Na artikel 4:22 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 4:22.0a
1.
Een aanbieder van krediet, bank, beleggingsonderneming, betaaldienstverlener of elektronischgeldinstelling die bankdiensten aan consumenten als bedoeld in artikel 3, onder 28, van de toegankelijkheidsrichtlijn verleent draagt er zorg voor dat die diensten voldoen aan bijlage I, afdelingen III en IV, onderdeel e, van die richtlijn.2.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de toegankelijkheid van de in het eerste lid bedoelde bankdiensten, alsmede regels met betrekking tot:- de interne procedures om de toegankelijkheid tot die diensten voor personen met een handicap te waarborgen; en
- de informatieverstrekking over die diensten.
3.
Het eerste lid is niet van toepassing op een onderneming met minder dan tien werknemers en een jaaromzet of een jaarlijks balanstotaal van ten hoogste 2 miljoen euro.4.
De bij of krachtens het eerste en tweede lid gestelde regels zijn slechts van toepassing voor zover de naleving van die regels geen ingrijpende wijziging van de bankdienst, resulterend in een significante wijziging van de aard van die bankdienst, vereist en geen onevenredige last voor de aanbieder van de bankdienst oplevert. De beoordeling of sprake is van een significante wijziging van de aard van de bankdienst en een onevenredige last geschiedt met inachtneming van de bij of krachtens artikel 14, tweede en zevende lid, van de toegankelijkheidsrichtlijn gestelde regels.5.
De aanbieder van een bankdienst die een beroep doet op het vierde lid neemt de in artikel 14, derde tot en met zesde en achtste lid, van de toegankelijkheidsrichtlijn opgenomen verplichtingen in acht.C
In de bijlage bij artikel 1:79 en de bijlage bij artikel 1:80 wordt in de opsomming van artikelen in het Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen in de numerieke volgorde «4:22.0a, eerste en tweede lid» ingevoegd.
Artikel 4:22.0a
ARTIKEL VII WIJZIGING WET HANDHAVING CONSUMENTENBESCHERMING
De Wet handhaving consumentenbescherming wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1.1 worden in de alfabetische rangschikking van begripsbepalingen twee begripsbepalingen ingevoegd, luidende:
B
Aan hoofdstuk 8 wordt een artikel toegevoegd, luidende:
Artikel 8.15
Een dienstverlener, die een e-handelsdienst verricht, neemt artikel 230fb van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek in acht.C
Na hoofdstuk 8 wordt een hoofdstuk ingevoegd, luidende:
D
De bijlage bij de wet wordt als volgt gewijzigd:
Onderdeel g; handhaving door het Commissariaat voor de MediaOnderdeel h; handhaving door de Inspectie Leefomgeving en TransportArtikel 8.15
Een dienstverlener, die een e-handelsdienst verricht, neemt artikel 230fb van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek in acht.
Artikel 8a.1
Artikel 8a.2
Artikel 8a.3
ARTIKEL VIII OVERGANGSBEPALING
ARTIKEL IX
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
ARTIKEL X
Deze wet wordt aangehaald als Implementatiewet toegankelijkheidsvoorschriften producten en diensten.