Besluit van 25 februari 2022 tot wijziging van het Besluit universele dienstverlening en eindgebruikersbelangen in verband met de invulling van de adequate breedbandinternettoegangsdienst ter implementatie van Richtlijn (EU) nr. 2018/1972
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van 7 december 2021, nr. WJZ/21302698;
Gelet op Richtlijn (EU) 2018/1972 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 tot vaststelling van het Europees wetboek voor elektronische communicatie (herschikking) (PbEU 2018, L 321) en artikel 9.1, derde lid, van de Telecommunicatiewet;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 15 december 2021 nr. W18.21.0365/IV);
Gezien het nader rapport van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van 22 februari 2022, nr. WJZ/ 21314676;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Artikel 2.1 van het Besluit universele dienstverlening en eindgebruikersbelangen komt te luiden:
Artikel 2.1
De adequate breedbandinternettoegangsdienst, bedoeld in artikel 9.1, eerste lid, onderdeel b, van de wet, kan een bandbreedte leveren die:- overeenkomt met de minimumbandbreedte waarover de meerderheid van de consumenten in Nederland beschikt, en
- ten minste toereikend is voor de ondersteuning van de in bijlage V van richtlijn (EU) 2018/1972 omschreven diensten.
Artikel 2.1
De adequate breedbandinternettoegangsdienst, bedoeld in artikel 9.1, eerste lid, onderdeel b, van de wet, kan een bandbreedte leveren die:
ARTIKEL II
Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.