Besluit van 11 oktober 2021, tot wijziging van het Besluit diergezondheid in verband met het overhevelen van het Besluit diergezondheidsheffing naar het Besluit diergezondheid en de vaststelling van de tarieven van de diergezondheidsheffing voor 2022
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, nr. WJZ/21168901;
Gelet op de artikelen 9.15, derde lid, 9.16, derde lid, 9.18, derde lid, 9.22, eerste lid, 9.23, derde lid en 9.25, eerste lid, van de Wet dieren;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 25 augustus 2021 nr. W11.21.0209/IV);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 5 oktober 2021, nr. WJZ/21223462;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Hoofdstuk 5 van het Besluit diergezondheid komt te luiden:
Artikel 5.1 Begripsbepaling en grondslag
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
Artikel 5.2 Ondergrens heffingsplicht
De aan te wijzen diersoorten en het voor die diersoorten te bepalen aantal, bedoeld in:
Artikel 5.3 Aantal gehouden dieren
Artikel 5.4 Plafondbedragen
De tarieven voor de diergezondheidsheffing worden voor de jaren 2020 tot en met 2024 zodanig vastgesteld dat de totale opbrengst in die periode niet meer bedraagt dan:
Artikel 5.5 Crisisreserve
De omvang van de in artikel 9.23, derde lid, van de wet bedoelde reserve bedraagt:
Artikel 5.6 Kippen vleesras
Artikel 5.7 Kippen legras
Artikel 5.8 Kalkoenen
Artikel 5.9 Eenden
Artikel 5.10 Runderen
Artikel 5.11 Schapen en geiten
Artikel 5.12 Varkens
ARTIKEL II
Het Besluit diergezondheidsheffing wordt ingetrokken.
ARTIKEL III
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2022.