Part of Smart Yellow Suite

WGK012808
Wijziging van de Wet beveiliging netwerk- en informatiesystemen in verband met de uitbreiding van de bevoegdheid van de Minister van Justitie en Veiligheid om dreigings- en incidentinformatie over de netwerk- en informatiesystemen van niet-vitale aanbieders te verstrekken aan deze aanbieders en aan organisaties die objectief kenbaar tot taak hebben om andere organisaties of het publiek te informeren over dreigingen en incidenten ten behoeve van deze aanbieders

Updates ontvangen over deze regeling? Log in

Overheid.nl - XML - JSON

Type Wet
Fase Bekendmaking
Ministerie Justitie en Veiligheid
Datum uitgave 27 juli 2021
Datum inwerkingtreding -
Per KB Nee

Opschrift

Wijziging van de Wet beveiliging netwerk- en informatiesystemen in verband met de uitbreiding van de bevoegdheid van de Minister van Justitie en Veiligheid om dreigings- en incidentinformatie over de netwerk- en informatiesystemen van niet-vitale aanbieders te verstrekken aan deze aanbieders en aan organisaties die objectief kenbaar tot taak hebben om andere organisaties of het publiek te informeren over dreigingen en incidenten ten behoeve van deze aanbieders.

Samenvatting

Dit wetsvoorstel regelt de bevoegdheid van het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC) om vertrouwelijke herleidbare gegevens over niet-vitale aanbieders, zonder hun instemming, te verstrekken aan organisaties die objectief kenbaar tot taak hebben om andere organisaties of het publiek te informeren over cyberdreigingen en –incidenten. Ook voorziet het voorstel in de bevoegdheid van het NCSC om dreigings- en incidentinformatie over netwerk- en informatiesystemen van niet-vitale aanbieders, verkregen bij analyses en technisch onderzoek ten behoeve van de primaire taakuitoefening van het NCSC, in bijzondere gevallen c.q. noodsituaties te verstrekken aan individuele niet-vitale aanbieders.

Documenten

stb-2022-441 (PDF)

Wet van 2 november 2022 tot wijziging van de Wet beveiliging netwerk- en informatiesystemen in verband met de uitbreiding van de bevoegdheid van de Minister van Justitie en Veiligheid om dreigings- en incidentinformatie over de netwerk- en informatiesystemen van niet-vitale aanbieders te verstrekken aan deze aanbieders en aan organisaties die objectief kenbaar tot taak hebben om andere organisaties of het publiek te informeren over dreigingen en incidenten ten behoeve van deze aanbieders

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om de bevoegdheid van de Minister van Justitie en Veiligheid om dreigings- en incidentinformatie over netwerk- en informatiesystemen van andere aanbieders dan vitale aanbieders of aanbieders die deel uitmaken van de rijksoverheid te verstrekken aan deze andere aanbieders en aan organisaties die objectief kenbaar tot taak hebben om andere organisaties of het publiek te informeren over dreigingen en incidenten ten behoeve van deze aanbieders, uit te breiden;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet beveiliging netwerk- en informatiesystemen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

  1. aanbieders, niet zijnde een vitale aanbieder of een andere aanbieder die onderdeel is van de rijksoverheid, indien een dreiging of incident aanzienlijke gevolgen heeft of kan hebben voor de continuïteit van hun dienstverlening en voor de verstrekking van gegevens een onder a tot en met c bedoelde organisatie ontbreekt.
B

In artikel 20, tweede lid, wordt onder verlettering van de onderdelen a tot en met c tot b tot en met d een onderdeel ingevoegd, luidende:

  1. organisaties die objectief kenbaar tot taak hebben om andere organisaties of het publiek te informeren over dreigingen en incidenten met betrekking tot hun netwerk- en informatiesystemen, aangewezen bij regeling van Onze Minister of behorend tot een bij die regeling aangewezen categorie;

ARTIKEL II

Indien het bij koninklijke boodschap van [PM: datum Wet bevordering digitale weerbaarheid bedrijven van EZK] ingediende voorstel van wet [PM: opschrift en Kamerstuknummer Wet bevordering digitale weerbaarheid bedrijven van EZK] tot wet is of wordt verheven en artikel 5 van die wet:

Artikel 5 (wijziging Wet beveiliging netwerk- en informatiesystemen)

De Wet beveiliging netwerk- en informatiesystemen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

  1. Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat, ten behoeve van de uitvoering van de taken, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet bevordering digitale weerbaarheid bedrijven;
B

In artikel 20, tweede lid, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:

  1. Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat, ten behoeve van de uitvoering van de taken, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet bevordering digitale weerbaarheid bedrijven.
C

In artikel 21, tweede lid, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:

  1. Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat, ten behoeve van de uitvoering van de taken, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet bevordering digitale weerbaarheid bedrijven.

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

stb-2022-469 (PDF)

Besluit van 21 november 2022 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I van de wet van 2 november 2022 tot wijziging van de Wet beveiliging netwerk- en informatiesystemen in verband met de uitbreiding van de bevoegdheid van de Minister van Justitie en Veiligheid om dreigings- en incidentinformatie over de netwerk- en informatiesystemen van niet-vitale aanbieders te verstrekken aan deze aanbieders en aan organisaties die objectief kenbaar tot taak hebben om andere organisaties of het publiek te informeren over dreigingen en incidenten ten behoeve van deze aanbieders (Stb. 2022, 441)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie en Veiligheid van 15 november 2022, Directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 4307117;

Gelet op artikel III van de wet van 2 november 2022 tot wijziging van de Wet beveiliging netwerk- en informatiesystemen in verband met de uitbreiding van de bevoegdheid van de Minister van Justitie en Veiligheid om dreigings- en incidentinformatie over de netwerk- en informatiesystemen van niet-vitale aanbieders te verstrekken aan deze aanbieders en aan organisaties die objectief kenbaar tot taak hebben om andere organisaties of het publiek te informeren over dreigingen en incidenten ten behoeve van deze aanbieders (Stb. 2022, 441);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Artikel I van de wet van 2 november 2022 tot wijziging van de Wet beveiliging netwerk- en informatiesystemen in verband met de uitbreiding van de bevoegdheid van de Minister van Justitie en Veiligheid om dreigings- en incidentinformatie over de netwerk- en informatiesystemen van niet-vitale aanbieders te verstrekken aan deze aanbieders en aan organisaties die objectief kenbaar tot taak hebben om andere organisaties of het publiek te informeren over dreigingen en incidenten ten behoeve van deze aanbieders (Stb. 2022, 441) treedt in werking met ingang van 1 december 2022.

Wetswijzigingen integreren met je processen? Probeer Way 3 weken gratis.