Besluit van 24 november 2021 tot wijziging van het Vreemdelingenbesluit 2000, in verband met enkele technische wijzigingen en andere wijzigingen van inhoudelijk ondergeschikte aard
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 9 september 2021, Directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 3526149;
Gelet op de artikelen 16, tweede lid, 16a, tweede lid, 21, zesde lid, 34, tweede lid, en 112 van de Vreemdelingenwet 2000;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 6 oktober 2021, nr. No.W16.21.0277/II);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 18 november 2021, Directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 3597871;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Het Vreemdelingenbesluit 2000 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 3.80a wordt als volgt gewijzigd:
5.
Onze Minister kan het eerste lid voorts buiten toepassing laten, indien hij van oordeel is dat de vreemdeling aantoonbaar voldoende is ingeburgerd.B
Artikel 3.96a wordt als volgt gewijzigd:
5.
Onze Minister kan het eerste lid voorts buiten toepassing laten, indien hij van oordeel is dat de vreemdeling aantoonbaar voldoende is ingeburgerd.C
In artikel 3.98b, derde lid, wordt «bestaat uit het zich digitaal laten fotograferen» vervangen door «bestaat uit het overleggen van een pasfoto».
D
Artikel 3.107a wordt als volgt gewijzigd:
5.
Onze Minister kan het eerste lid voorts buiten toepassing laten, indien hij van oordeel is dat de vreemdeling aantoonbaar voldoende is ingeburgerd.E
Artikel 4.13 komt te luiden:
Artikel 4.13
De tijdige kennisgeving van afvaart, bedoeld in punt 3.1.5. van bijlage VI van de Schengengrenscode, wordt gedaan op het moment dat de afvaart van het schip aanstaande is en de buitengrens van het Schengengebied daarbij daadwerkelijk zal worden overschreden. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld omtrent de maximumtermijn tussen de kennisgeving van de afvaart en het moment dat de buitengrens van het Schengengebied zal worden overschreden.F
In artikel 8.22, derde lid, wordt na «indien de vreemdeling» toegevoegd «bedoeld in artikel 8.7, eerste lid».
Artikel 4.13
De tijdige kennisgeving van afvaart, bedoeld in punt 3.1.5. van bijlage VI van de Schengengrenscode, wordt gedaan op het moment dat de afvaart van het schip aanstaande is en de buitengrens van het Schengengebied daarbij daadwerkelijk zal worden overschreden. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld omtrent de maximumtermijn tussen de kennisgeving van de afvaart en het moment dat de buitengrens van het Schengengebied zal worden overschreden.
ARTIKEL II
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.