Besluit van 14 juni 2022 tot wijziging van het Besluit politiegegevens ter implementatie van Richtlijn (EU) 2019/1153 van het Europees parlement en de Raad van 20 juni 2019 tot vaststelling van regels ter vergemakkelijking van het gebruik van financiële en andere informatie voor het voorkomen, opsporen, onderzoeken of vervolgen van bepaalde strafbare feiten, en tot intrekking van Besluit 2000/642/JBZ van de Raad (PbEU 2019, L 186)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister voor Rechtsbescherming van 14 maart 2022, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 3816956;
Gelet op de artikelen 7, derde lid, 10, eerste lid, en 12, tweede lid, van richtlijn (EU) 2019/1153 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 en de artikelen 15, tweede lid en 15a, tweede lid, van de Wet politiegegevens;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 18 mei 2022, nr. W16.22.00024/II);
Gezien het nader rapport van Onze Minister voor Rechtsbescherming van 9 juni 2022, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 4041828;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Het Besluit politiegegevens wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 2:13, tweede lid, wordt «kan worden geweigerd» vervangen door «kan gemotiveerd worden geweigerd».
B
Aan artikel 2:13 wordt een lid toegevoegd, luidende:
3.
Op een daartoe strekkend verzoek door de Financiële inlichtingen eenheid ter beschikking gestelde persoonsgegevens worden slechts verwerkt voor een ander doel dan bedoeld in de artikelen 8, 9, 10 of 13 van de wet nadat daartoe toestemming is verleend door het hoofd van de Financiële inlichtingen eenheid.C
Aan artikel 5:3 wordt een lid toegevoegd, luidende:
10.
Op een daartoe strekkend verzoek van de personen of instanties, bedoeld in het eerste lid, vindt doorzending van door de Financiële inlichtingen eenheid ter beschikking gestelde persoonsgegevens voor het gebruik van die gegevens voor een ander doel dan bedoeld in de artikelen 8, 9, 10 of 13 van de wet slechts plaats nadat daartoe toestemming is verleend door het hoofd van de Financiële inlichtingen eenheid.D
Aan artikel 5:7 wordt een lid toegevoegd, luidende:
3.
Artikel 2:13, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.ARTIKEL II
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 2022.