Besluit van 2 april 2021 tot wijziging van de Tijdelijke tegemoetkomingsregeling KO in verband met de tweede sluitingsperiode
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 8 maart 2021, nr. 2021-0000044962, gedaan mede namens de Staatssecretaris van Financiën;
Gelet op artikel 89, eerste lid, van de Grondwet;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 17 maart 2021, nr. W12.21.0066/III);
Gezien het nader rapport van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 2 april 2021, nr. 2021-0000058390, uitgebracht mede namens de Staatssecretaris van Financiën,
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
De Tijdelijke tegemoetkomingsregeling KO wordt als volgt gewijzigd:
A
Voor artikel 1 wordt een paragraafaanduiding ingevoegd, luidende:
B
In artikel 1 wordt in de begripsomschrijving van tegemoetkoming «als bedoeld in artikel 3» vervangen door «als bedoeld in artikel 3 of artikel 5b».
C
Na artikel 1 wordt een paragraafaanduiding ingevoegd, luidende:
D
In de artikelen 2 en 3, eerste lid, wordt «dit besluit» telkens vervangen door «deze paragraaf».
E
Na artikel 5 wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:
F
Na artikel 5d wordt een paragraafaanduiding ingevoegd, luidende:
G
Artikel 7, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
- het krachtens artikel 1.8, tweede lid, van de Wet kinderopvang geldende toetsingsinkomen.
H
Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:
2.
Bij het verlengen van de periode en het stellen van nadere regels kan onderscheid worden gemaakt naar soort kinderopvang.I
In artikel 9, tweede lid, wordt «1 juni 2022» vervangen door «10 april 2023» en wordt «31 mei 2022» vervangen door «9 april 2023».
Artikel 5a. Doel
Het doel van deze paragraaf is het voorzien in een wettelijke grondslag voor het verstrekken van een tegemoetkoming aan kinderopvangtoeslag ontvangende ouders vanwege de door hen betaalde eigen bijdrage in de kosten voor de kinderopvang over de periode van 16 december 2020 tot en met 7 februari 2021.
Artikel 5b. Recht op tegemoetkoming
Recht op een tegemoetkoming op grond van deze paragraaf heeft de ouder die over de periode van 16 december 2020 tot en met 7 februari 2021 kinderopvangtoeslag heeft ontvangen en de eigen bijdrage in de kosten voor de kinderopvang aan de houder, bedoeld in artikel 1.1 van de Wet kinderopvang, heeft betaald.
Artikel 5c. Hoogte tegemoetkoming
Artikel 5d. Peildatum
ARTIKEL II
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.