Besluit van 2 december 2024, houdende wijziging van het Besluit tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen in verband met het daarin onderbrengen van regels over strafonderbreking
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister voor Rechtsbescherming van 22 april 2024, directie Wetgeving en Juridische Zaken, kenmerk nr. 5408895;
Gelet op artikel 6:2:9 van het Wetboek van Strafvordering;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 3 juli 2024, nr. W16.24.00090/II);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, I. Coenradie, van 22 november 2024, directie Wetgeving en Juridische Zaken, kenmerk nr. 5831835;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Het Besluit tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1:1 worden in de alfabetische volgorde de volgende begripsbepalingen ingevoegd:
B
Na artikel 2:5 wordt een titel ingevoegd, luidende:
Artikel 2:5a
Artikel 2:5b
De strafonderbreking voor bepaalde tijd duurt niet langer dan noodzakelijk, doch ten hoogste drie maanden.
Artikel 2:5c
Bij de beslissing over het verlenen van de strafonderbreking voor bepaalde tijd en het vaststellen van de duur ervan houdt Onze Minister rekening met alle in aanmerking komende belangen. De belangen van de veroordeelde of jeugdige worden afgewogen tegen het algemeen belang. Daarbij wordt zwaar gewicht toegekend aan de risico's voor de continuïteit van de tenuitvoerlegging en voor de maatschappelijke orde en veiligheid, alsmede de belangen van het slachtoffer als bedoeld in artikel 51a van de wet.
Artikel 2:5d
Artikel 2:5e
Onze Minister kan de verleende strafonderbreking voor bepaalde tijd te allen tijde wijzigen of intrekken. De beslissing tot wijziging of intrekking wordt gemotiveerd.
Artikel 2:5f
Artikel 2:5g
Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld over de wijze van verlening van de strafonderbreking.
ARTIKEL II
Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.