Wet van 16 december 2020 tot wijziging van het Belastingplan 2021
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is enkele maatregelen uit het bij koninklijke boodschap van 15 september 2015 ingediende voorstel van wet tot wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2021) (Kamerstukken 35 572) aan te passen;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
A
Artikel XXVIA, onderdeel A, wordt als volgt gewijzigd:
3.
Indien een lichaam dat inhoudingsplichtige is deel uitmaakt van een fiscale eenheid wordt dat lichaam als BIK-inhoudingsplichtige aangemerkt ingeval het een of meer baangerelateerde investeringen doet, voor zover dat lichaam als ware er geen fiscale eenheid voor die investeringen, afgezien van de omvang daarvan, in aanmerking zou komen voor de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek, bedoeld in artikel 3.41 van de Wet inkomstenbelasting 2001.B
Na artikel XXVIA worden twee artikelen ingevoegd, luidende:
C
Aan artikel XLII wordt een lid toegevoegd, luidende:
6.
In afwijking van het eerste lid treden de artikelen XXVIAa en XXVIAb in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen verschillend kan worden vastgesteld. In dat besluit kan worden bepaald dat een of meer van deze artikelen terugwerken tot en met een in dat besluit te bepalen tijdstip.Artikel XXVIAa
De Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 29a wordt als volgt gewijzigd:
3.
Indien een fiscale eenheid als een geheel bezien baangerelateerde investeringen doet, waarvoor deze, afgezien van de omvang van die investeringen, in aanmerking komt voor de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek, bedoeld in artikel 3.41 van de Wet inkomstenbelasting 2001, wordt naar keuze van de aanvrager één inhoudingsplichtige die deel uitmaakt van die fiscale eenheid aangewezen als BIK-inhoudingsplichtige met betrekking tot de baangerelateerde investeringen van die fiscale eenheid.B
In artikel 29d, eerste lid, wordt na «afgegeven BIK-verklaring» ingevoegd «, of over een verklaring met een aan hem toebedeeld bedrag aan BIK-afdrachtvermindering als bedoeld in artikel 29f, tweede lid, onderdeel d,».
C
In artikel 29e wordt, onder vernummering van het tweede tot en met vijfde lid tot derde tot en met zesde lid, een lid ingevoegd, luidende:
2.
Indien verschillende inhoudingsplichtigen deel uitmaken van een fiscale eenheid, kan een BIK-verklaring slechts door de op basis van artikel 29a, derde lid, aangewezen BIK-inhoudingsplichtige worden aangevraagd. In de aanvraag kunnen baangerelateerde investeringen worden opgenomen van alle maatschappijen binnen de fiscale eenheid. De aangewezen BIK-inhoudingsplichtige die de BIK-verklaring aanvraagt, deelt het aan te vragen bedrag aan BIK-afdrachtvermindering in de aanvraag, bedoeld in het eerste lid, toe aan de inhoudingsplichtigen die deel uitmaken van de fiscale eenheid. Als de aangewezen BIK-inhoudingsplichtige die de BIK-verklaring aanvraagt geen toedeling aangeeft, wordt het bedrag aan BIK-afdrachtvermindering volledig aan deze BIK-inhoudingsplichtige toegekend.D
Artikel 29f wordt als volgt gewijzigd:
- indien sprake is van een aanvraag als bedoeld in artikel 29e, tweede lid: de toedeling van de BIK-afdrachtvermindering over de verschillende inhoudingsplichtigen binnen een fiscale eenheid.
E
In artikel 29h, eerste lid, onderdeel a, wordt «tweede lid» vervangen door «derde lid».
F
In artikel 29j wordt «tweede lid» vervangen door «derde lid».
Artikel XXVIAb
ARTIKEL II
Indien het bij koninklijke boodschap van 15 september 2020 ingediende voorstel van wet tot wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2021) (Kamerstukken 35 572) tot wet is of wordt verheven en die wet in werking treedt, treedt deze wet op hetzelfde tijdstip in werking.