Besluit van 22 augustus 2022 tot wijziging van het Besluit activiteiten leefomgeving en het Besluit kwaliteit leefomgeving in verband met de actualisatie van de regels inzake industriële emissies en enige andere besluiten in verband met technische correcties
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat van 15 maart 2022, nr. IENW/BSK-2022/33651, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;
Gelet op artikel 8.40, eerste lid, van de Wet milieubeheer en de artikelen 4.3, eerste lid, 5.18, eerste lid, 5.34, eerste en tweede lid, en 22.2, eerste lid, van de Omgevingswet;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 2 juni 2022, nr. W17.22.00025/IV);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat van 12 juli 2022, nr. IENW/BSK-2022/136490, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Het Besluit activiteiten leefomgeving wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 3.14b, vierde lid, komt te luiden:
4.
Als op 30 juni 2022 een maatwerkvoorschrift van kracht was op grond van een besluit krachtens artikel 3.14a, tweede lid of derde lid, van het Activiteitenbesluit milieubeheer waarin normen met een andere waarde voor geluidhinder waren vastgesteld, voldoet het geluid door het opwekken van elektriciteit met een windturbine of windpark aan de normen met die andere waarde.B
In artikel 4.195 wordt in tabel 4.195 de rij
C
Na artikel 4.202 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 4.202a (overgangsrecht: emissies)
Tot vier jaar na de inwerkingtreding van dit besluit is de emissiegrenswaarde in mg/Nm3 voor sA.3, bedoeld in artikel 4.195, niet van toepassing op het aanbrengen van anorganische deklagen op metalen, mits die activiteit naar aard en omvang niet verschilt van de activiteit zoals deze werd verricht voor de inwerkingtreding van dit besluit. Tot eerstgenoemde datum geldt in dat geval een emissiegrenswaarde van 5 mg/Nm3 bij een ondergrens van 5 kg/jaar.D
In artikel 4.228 wordt in tabel 4.228 de rij:
E
Na artikel 4.232 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 4.232a (overgangsrecht: emissies)
Tot vier jaar na de inwerkingtreding van dit besluit is de emissiegrenswaarde in mg/Nm3 voor sA.3, bedoeld in artikel 4.228, niet van toepassing op het stralen van metalen, mits die activiteit naar aard en omvang niet verschilt van de activiteit zoals deze werd verricht voor de inwerkingtreding van dit besluit. Tot eerstgenoemde datum geldt in dat geval een emissiegrenswaarde van 5 mg/Nm3 bij een ondergrens van 5 kg/jaar.F
In artikel 4.280 komt tabel 4.280 te luiden:
G
Artikel 4.283 wordt als volgt gewijzigd:
H
Na artikel 4.287 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 4.287a (overgangsrecht: emissies)
Tot vier jaar na de inwerkingtreding van dit besluit is de emissiegrenswaarde in mg/Nm3 voor stofklasse gO.2, bedoeld in artikel 4.280, niet van toepassing op emissie door het solderen van metalen van stoffen die tot de inwerkingtreding van dit besluit onder stofklasse gO.3 vielen, mits die activiteit naar aard en omvang niet verschilt van de activiteit zoals deze werd verricht voor de inwerkingtreding van dit besluit. Tot eerstgenoemde datum geldt in dat geval voor deze stofklassen een emissiegrenswaarde van 100 mg/Nm3 bij een ondergrens van 250 kg/jaar.I
In artikel 4.438 wordt in de eerste rij van tabel 4.438b «Totale emissiegrenswaarde uitgestoten oplosmiddel per gemaakt product of carrosserie» vervangen door «Totale emissiegrenswaarde uitgestoten oplosmiddel per vierkante meter gemaakt product en per carrosserie».
J
In artikel 4.462 wordt tabel 4.462 als volgt gewijzigd:
K
Artikel 4.656 wordt als volgt gewijzigd:
L
Na artikel 4.661b wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 4.661c (overgangsrecht: emissies)
1.
Tot vier jaar na de inwerkingtreding van dit besluit is de emissiegrenswaarde in mg/Nm3 voor stofklasse gO.2, bedoeld in artikel 4.656, niet van toepassing op de emissie van het exploiteren van een laboratorium of een praktijkruimte waar practica worden verricht voor middelbaar en hoger onderwijs van stoffen die tot de inwerkingtreding van dit besluit onder stofklasse gO.3 vielen, mits die activiteit naar aard en omvang niet verschilt van de activiteit zoals die werd verricht voor de inwerkingtreding van dit besluit. Tot eerstgenoemde datum geldt in dat geval een emissiegrenswaarde van 100 mg/Nm3 bij een ondergrens van 250 kg/jaar.2.
Tot vier jaar na de inwerkingtreding van dit besluit is de emissiegrenswaarde in mg/Nm3 voor sA.3, bedoeld in artikel 4.656, niet van toepassing op het exploiteren van een laboratorium of een praktijkruimte waar practica worden verricht voor middelbaar en hoger onderwijs, mits die activiteit naar aard en omvang niet verschilt van de activiteit zoals die werd verricht voor de inwerkingtreding van dit besluit. Tot eerstgenoemde datum geldt in dat geval een emissiegrenswaarde van 5 mg/Nm3 bij een ondergrens van 5 kg/jaar.M
Artikel 4.1303 wordt als volgt gewijzigd:
1.
Voor de emissie in de lucht van een ketel zijn de emissiegrenswaarden:- voor stikstofoxiden, zwaveldioxide en totaal stof de waarden, bedoeld in tabel 4.1303; en
- voor ammoniak:
- 5 mg/Nm3 bij toepassing van selectieve katalytische reductie; en
- 10 mg/Nm3 bij toepassing van selectieve niet-katalytische reductie.
N
Na artikel 4.1303 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 4.1303a (lucht: afbakening mogelijkheid maatwerk emissiegrenswaarde ammoniak)
Een maatwerkregel of maatwerkvoorschrift waarmee de emissiegrenswaarde voor ammoniak, bedoeld in artikel 4.1303, eerste lid, onder b, wordt verhoogd, bevat bij toepassing van:- selectieve katalytische reductie een emissiegrenswaarde van niet meer dan 10 mg/Nm3; en
- selectieve niet-katalytische reductie een emissiegrenswaarde van niet meer dan 20 mg/Nm3.
O
In artikel 4.1310, tweede lid, wordt aan het eind van onderdeel d «en» verwijderd en wordt onder vervanging van de punt aan het eind van onderdeel e door «; en», een onderdeel toegevoegd, luidende:
- voor ammoniak: NEN-EN-ISO 21877.
P
Artikel 4.1311 wordt als volgt gewijzigd:
Q
Artikel 4.1312 wordt als volgt gewijzigd:
6.
Het vijfde lid, aanhef en onder b, is niet van toepassing op:- de meting van ammoniak; en
- de meting van totaal stof bij stookinstallaties met een nominaal thermisch ingangsvermogen van 1 MW of meer.
R
In artikel 4.1319 wordt aan tabel 4.1319 een rij toegevoegd, luidende:
S
Artikel 4.1332 wordt als volgt gewijzigd:
4.
Voor de emissie in de lucht van een ketel gestookt op rie-biomassa of pellets gemaakt uit rie-biomassa die in bedrijf is genomen tussen 1 januari 2013 en 1 januari 2015, is de emissiegrenswaarde voor totaal stof:- 75 mg/Nm3 voor ketels met een nominaal thermisch ingangsvermogen van ten minste 0,5 MW en minder dan 1 MW; en
- 150 mg/Nm3 voor ketels met een nominaal thermisch ingangsvermogen van minder dan 0,5 MW.
5.
De emissiegrenswaarden in tabel 4.1332 zijn van toepassing:- op ketels als bedoeld in het derde en vierde lid vanaf 1 januari 2027; en
- op overige ketels gestookt op rie-biomassa of pellets gemaakt uit rie-biomassa vanaf 0,5 MW die voor de inwerkingtreding van dit besluit in bedrijf zijn genomen.
T
Na artikel 4.1332 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 4.1332a (overgangsrecht: meetverplichting)
Bij een stookinstallatie met een nominaal thermisch ingangsvermogen van minder dan 1 MW hoeft niet periodiek of continu te worden gemeten op totaal stof, als de stookinstallatie voor de inwerkingtreding van dit besluit in bedrijf is genomen en een meetrapport van de leverancier beschikbaar is, waaruit blijkt dat met een filter aan de emissiegrenswaarden, bedoeld in artikel 4.1303, wordt voldaan.U
Artikel 4.1349 wordt als volgt gewijzigd:
Voor de emissie in de lucht van een stookinstallatie, anders dan een gasturbine of zuigermotor, zijn de emissiegrenswaarden:- voor stikstofoxiden, zwaveldioxide en totaal stof de waarden, bedoeld in tabel 4.1349; en
- voor zover een ketel in gebruik is genomen na de inwerkingtreding van dit besluit en wordt gestookt op rie-biomassa of pellets gemaakt uit rie-biomassa:
- voor ammoniak 5 mg/Nm3 bij toepassing van selectieve katalytische reductie,
- en 10 mg/Nm3 bij toepassing van selectieve niet-katalytische reductie.
V
Na artikel 4.1349 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 4.1349a (lucht: afbakening mogelijkheid maatwerk emissiegrenswaarde ammoniak)
Een maatwerkregel of maatwerkvoorschrift waarmee de emissiegrenswaarde voor ammoniak, bedoeld in artikel 4.1349, eerste lid, onder b, wordt verhoogd, bevat bij toepassing van:- selectieve katalytische reductie een emissiegrenswaarde van niet meer dan 10 mg/Nm3; en
- selectieve niet-katalytische reductie een emissiegrenswaarde van niet meer dan 20 mg/Nm3.
W
In artikel 4.1352, tweede lid, wordt aan het eind van onderdeel c «en» verwijderd en wordt onder vervanging van de punt in onderdeel d door «; en» een nieuw onderdeel toegevoegd luidende:
- voor ammoniak: NEN-EN-ISO 21877.
X
In artikel 4.1353, tweede lid, wordt na «zwaveldioxide» ingevoegd «, ammoniak».
Y
In artikel 4.1354 wordt aan tabel 4.1345 een rij toegevoegd, luidende:
Z
In artikel 4.1361 wordt aan tabel 4.1361 een rij toegevoegd, luidende:
AA
Na artikel 4.1374 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 4.1374a (overgangsrecht: afwijkende emissiegrenswaarde voor stoken van rie-biomassa)
Voor een stookinstallatie, anders dan een gasturbine of zuigermotor, die wordt gestookt op rie-biomassa en die voor de inwerkingtreding van dit besluit in bedrijf was, zijn de emissiegrenswaarden voor de emissies van stikstofoxiden, zwaveldioxide en totaal stof de waarden, bedoeld in tabel 4.1374a.BB
Aan artikel 5.24 wordt een lid toegevoegd, luidende:
4.
Bij ministeriële regels worden regels gesteld over het bepalen van de kosten en kosteneffectiviteit van de technieken, bedoeld in het tweede lid.CC
Artikel 5.25 wordt als volgt gewijzigd:
DD
Artikel 5.30 wordt als volgt gewijzigd:
EE
Na artikel 5.38a wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 5.38b (overgangsrecht: emissies)
1.
Tot vier jaar na de inwerkingtreding van dit besluit zijn de emissiegrenswaarden voor stikstofoxide, waterstofchloride, waterstoffluoride, ammoniak en voor de stofklassen ERS, S en sA.3, bedoeld in artikel 5.30, niet van toepassing op emissies naar de lucht, mits die activiteit naar aard en omvang niet verschilt van de activiteit zoals die werd verricht voor de inwerkingtreding van dit besluit. Tot de eerstgenoemde datum gelden in dat geval de emissiegrenswaarden voor stikstofoxide, waterstofchloride, waterstoffluoride, ammoniak en voor de stofklassen ERS, S en sA.3 zoals opgenomen in tabel 5.38b.2.
Tot vier jaar na de inwerkingtreding van dit besluit is de emissiegrenswaarde in mg/Nm3 voor stofklasse gO.2, bedoeld in artikel 5.30, niet van toepassing op de emissie naar de lucht van stoffen die tot de inwerkingtreding van dit besluit onder stofklasse gO.3 vielen, mits die activiteit naar aard en omvang niet verschilt van de activiteit zoals die werd verricht voor de inwerkingtreding van dit besluit. Tot de eerstgenoemde datum gelden in dat geval voor deze stoffen een emissiegrenswaarde van 100 mg/Nm3 bij een ondergrens van 250 kg/jaar.FF
In bijlage I, onderdeel A, komt de definitie van gO te luiden:
GG
De tabel in bijlage III wordt vervangen door de tabel opgenomen in bijlage I behorende bij dit besluit.
HH
Na bijlage VI wordt een bijlage VIa ingevoegd zoals opgenomen in bijlage II behorende bij dit besluit.
II
Bijlage VII wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 4.202a (overgangsrecht: emissies)
Tot vier jaar na de inwerkingtreding van dit besluit is de emissiegrenswaarde in mg/Nm3 voor sA.3, bedoeld in artikel 4.195, niet van toepassing op het aanbrengen van anorganische deklagen op metalen, mits die activiteit naar aard en omvang niet verschilt van de activiteit zoals deze werd verricht voor de inwerkingtreding van dit besluit. Tot eerstgenoemde datum geldt in dat geval een emissiegrenswaarde van 5 mg/Nm3 bij een ondergrens van 5 kg/jaar.
Artikel 4.232a (overgangsrecht: emissies)
Tot vier jaar na de inwerkingtreding van dit besluit is de emissiegrenswaarde in mg/Nm3 voor sA.3, bedoeld in artikel 4.228, niet van toepassing op het stralen van metalen, mits die activiteit naar aard en omvang niet verschilt van de activiteit zoals deze werd verricht voor de inwerkingtreding van dit besluit. Tot eerstgenoemde datum geldt in dat geval een emissiegrenswaarde van 5 mg/Nm3 bij een ondergrens van 5 kg/jaar.
Artikel 4.287a (overgangsrecht: emissies)
Tot vier jaar na de inwerkingtreding van dit besluit is de emissiegrenswaarde in mg/Nm3 voor stofklasse gO.2, bedoeld in artikel 4.280, niet van toepassing op emissie door het solderen van metalen van stoffen die tot de inwerkingtreding van dit besluit onder stofklasse gO.3 vielen, mits die activiteit naar aard en omvang niet verschilt van de activiteit zoals deze werd verricht voor de inwerkingtreding van dit besluit. Tot eerstgenoemde datum geldt in dat geval voor deze stofklassen een emissiegrenswaarde van 100 mg/Nm3 bij een ondergrens van 250 kg/jaar.
Artikel 4.661c (overgangsrecht: emissies)
Artikel 4.1303a (lucht: afbakening mogelijkheid maatwerk emissiegrenswaarde ammoniak)
Een maatwerkregel of maatwerkvoorschrift waarmee de emissiegrenswaarde voor ammoniak, bedoeld in artikel 4.1303, eerste lid, onder b, wordt verhoogd, bevat bij toepassing van:
Artikel 4.1332a (overgangsrecht: meetverplichting)
Bij een stookinstallatie met een nominaal thermisch ingangsvermogen van minder dan 1 MW hoeft niet periodiek of continu te worden gemeten op totaal stof, als de stookinstallatie voor de inwerkingtreding van dit besluit in bedrijf is genomen en een meetrapport van de leverancier beschikbaar is, waaruit blijkt dat met een filter aan de emissiegrenswaarden, bedoeld in artikel 4.1303, wordt voldaan.
Artikel 4.1349a (lucht: afbakening mogelijkheid maatwerk emissiegrenswaarde ammoniak)
Een maatwerkregel of maatwerkvoorschrift waarmee de emissiegrenswaarde voor ammoniak, bedoeld in artikel 4.1349, eerste lid, onder b, wordt verhoogd, bevat bij toepassing van:
Artikel 4.1374a (overgangsrecht: afwijkende emissiegrenswaarde voor stoken van rie-biomassa)
Voor een stookinstallatie, anders dan een gasturbine of zuigermotor, die wordt gestookt op rie-biomassa en die voor de inwerkingtreding van dit besluit in bedrijf was, zijn de emissiegrenswaarden voor de emissies van stikstofoxiden, zwaveldioxide en totaal stof de waarden, bedoeld in tabel 4.1374a.
Artikel 5.38b (overgangsrecht: emissies)
ARTIKEL II
Artikel 3.15d, tweede lid, van het Activiteitenbesluit milieubeheer komt te luiden:
2.
Als voor een windturbine of een combinatie van windturbines op 30 juni 2022 een maatwerkvoorschrift van kracht was op grond van een besluit krachtens artikel 3.14a, tweede lid, onderscheidenlijk derde lid, waarin normen met een andere waarde voor geluidhinder waren vastgesteld, voldoet de windturbine of combinatie van windturbines aan de normen met die andere waarde.ARTIKEL III
Het Besluit kwaliteit leefomgeving wordt gewijzigd als volgt:
A
Na artikel 8.12 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 8.12a (tijdelijke uitzondering windparken)
Artikel 8.12 is niet van toepassing voor zover een aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een windpark met 3 of meer windturbines.B
In artikel 8.74 wordt na »4.1296,» ingevoegd «4.1303a,» en na «4.1340,» ingevoegd «4.1349a,».
Artikel 8.12a (tijdelijke uitzondering windparken)
Artikel 8.12 is niet van toepassing voor zover een aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een windpark met 3 of meer windturbines.
ARTIKEL IV
Artikel VI, onderdeel B, onder 1, van het Besluit van 3 mei 2022 tot wijziging van het Activiteitenbesluit milieubeheer en enkele besluiten op grond van de Omgevingswet in verband met jurisprudentie over windturbineparken (tijdelijke overbruggingsregeling windturbineparken) komt als volgt te luiden:
Artikel 22.62a (Tijdelijke uitzondering windparken)
In het toepassingsbereik worden windparken met 3 of meer windturbines expliciet uitgesloten, omdat zij ook niet vallen onder paragraaf 22.3.4.3 over het geluid door windturbines.Artikel 22.62a (Tijdelijke uitzondering windparken)
In het toepassingsbereik worden windparken met 3 of meer windturbines expliciet uitgesloten, omdat zij ook niet vallen onder paragraaf 22.3.4.3 over het geluid door windturbines.