Part of Smart Yellow Suite

WGK011930
Wet kwaliteitsbevordering uitvoering verkiezingsproces (fase 2 transitie Kiesraad).

Updates ontvangen over deze regeling? Log in

Overheid.nl - XML - JSON

Type Wet
Fase Bekendmaking
Ministerie Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Datum uitgave 12 januari 2023
Datum inwerkingtreding -
Per KB Ja

Opschrift

Wijziging van de Kieswet, houdende regels over de rolverzwaring van de Kiesraad met het oog op een betrouwbaar verkiezingsproces

Samenvatting

De wetgeving voor de transitie van de Kiesraad is ingedeeld in twee fases. Dit wetsvoorstel voorziet in regelgeving met betrekking tot de tweede fase. De eerste fase voorziet in de wettelijke basis voor eisen aan het digitale hulpmiddel en de bijbehorende taken en bevoegdheden van de Kiesraad. Het wetsvoorstel waarin dit wordt geregeld is al in behandeling bij de Tweede Kamer (kst- 36150). De tweede fase heeft betrekking op bredere kwaliteitsaspecten van de uitvoering van het verkiezingsproces en de rol van de Kiesraad daarbij. In de tweede fase wordt de transitie van de Kiesraad richting een verkiezingsautoriteit afgerond.

Documenten

stb-2025-270 (PDF)

Wet van 24 september 2025, houdende wijziging van de Kieswet, houdende regels over taken van de Kiesraad met het oog op de bevordering van de kwaliteit van de uitvoering van het verkiezingsproces (Wet kwaliteitsbevordering uitvoering verkiezingsproces)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het met het oog op de bevordering van de kwaliteit van de uitvoering van het verkiezingsproces noodzakelijk is om de Kiesraad een belangrijke ondersteunende, instruerende en beoordelende rol in het verkiezingsproces te geven met bijpassende taken en bevoegdheden;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Kieswet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel A 3 wordt als volgt gewijzigd:

  1. de kwaliteit van de uitvoering van het verkiezingsproces te bevorderen in de gevallen waarin de wet dat voorschrijft;.
2.
De taak, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, wordt door de voorzitter, de daartoe aangewezen leden en de buitengewone leden van de Kiesraad uitgeoefend.
3.
Indien het een verkiezing betreft als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, worden de taken en bevoegdheden, bedoeld in de artikelen A 12, A 13, Ea 10, Ea 11 en Ea 12 uitgeoefend door een ondervoorzitter en daartoe aangewezen leden van de Kiesraad die niet tevens belast zijn met de uitoefening van de taak, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a.
B

Artikel A 5 wordt als volgt gewijzigd:

2.
De buitengewone leden oefenen alleen de taak van de Kiesraad, bedoeld in artikel A 3, eerste lid, onderdeel a, uit. Zij worden niet als ondervoorzitter aangewezen.
C

Artikel A 6, eerste lid, komt te luiden:

1.
Artikel 16 van de Kaderwet adviescolleges is van toepassing op de Kiesraad.
D

Na artikel A 6 worden drie artikelen toegevoegd, luidende:

Artikel A 7
De Kiesraad stelt een bestuursreglement vast en maakt het reglement na de goedkeuring, bedoeld in artikel 11 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen, bekend in de Staatscourant.
Artikel A 8
1.
De Kiesraad heeft een secretaris en een ondersteunend bureau.
2.
De secretaris en de medewerkers van het bureau zijn geen lid van de Kiesraad.
3.
In afwijking van artikel 4.6, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 vertegenwoordigt de voorzitter van de Kiesraad de Staat bij het sluiten, wijzigen en beëindigen van individuele arbeidsovereenkomsten met de secretaris en de medewerkers van de Kiesraad.
Artikel A 9
1.
De Kiesraad kan personen aanwijzen die namens hem uitvoering geven aan de taak, bedoeld in artikel A 11, eerste lid.
2.
De personen, bedoeld in het eerste lid, zijn geen lid van de Kiesraad of een persoon die een functie vervult in het verkiezingsproces die onverenigbaar is met de taak, bedoeld in artikel A 11, eerste lid, en kunnen worden aangewezen, indien zij:
  1. op de dag van de stemming de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt;
  2. op de dag van aanwijzing niet:
    1. bij onherroepelijke rechterlijke uitspraak van het kiesrecht zijn ontzet;
    2. een gekozen lid van het vertegenwoordigend orgaan waarvoor de verkiezing wordt gehouden of een kandidaat voor de verkiezing zijn, en
  3. naar het oordeel van de Kiesraad over voldoende kennis en vaardigheden beschikken op het terrein van het verkiezingsproces.
    1. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over de toekenning door de Kiesraad van een vergoeding aan de personen, bedoeld in het eerste lid.
E

Na artikel A 9 (nieuw) wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:

F

In artikel N 10, derde lid, wordt «Bij ministeriële regeling» vervangen door «Bij regeling van de Kiesraad» en wordt toegevoegd «Het door de Kiesraad vastgestelde model behoeft de goedkeuring van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.»

G

In artikel N 29, vierde lid, wordt «Bij ministeriële regeling» vervangen door «Bij regeling van de Kiesraad» en wordt toegevoegd «Het door de Kiesraad vastgestelde model behoeft de goedkeuring van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.»

H

In artikel Na 14, vijfde lid, wordt «Bij ministeriële regeling» vervangen door «Bij regeling van de Kiesraad» en wordt toegevoegd «Het door de Kiesraad vastgestelde model behoeft de goedkeuring van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.»

I

In artikel Na 31, derde lid, wordt «Bij ministeriële regeling» vervangen door «Bij regeling van de Kiesraad en wordt toegevoegd» en wordt toegevoegd «Het door de Kiesraad vastgestelde model behoeft de goedkeuring van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.»

J

In artikel O 7, derde lid, wordt «Bij ministeriële regeling» vervangen door «Bij regeling van de Kiesraad» en wordt toegevoegd «Het door de Kiesraad vastgestelde model behoeft de goedkeuring van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.»

K

In artikel O 20, derde lid, wordt «Bij ministeriële regeling» vervangen door «Bij regeling van de Kiesraad» en wordt toegevoegd «Het door de Kiesraad vastgestelde model behoeft de goedkeuring van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.»

L

In artikel P 1e, zevende lid wordt «Bij ministeriële regeling» vervangen door «Bij regeling van de Kiesraad» en wordt toegevoegd «Het door de Kiesraad vastgestelde model behoeft de goedkeuring van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.»

M

In artikel P 1f, zesde lid, wordt «Bij ministeriële regeling» vervangen door «Bij regeling van de Kiesraad» en wordt toegevoegd «Het door de Kiesraad vastgestelde model behoeft de goedkeuring van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.»

N

In artikel P 22, derde lid, wordt «Bij ministeriële regeling» vervangen door «Bij regeling van de Kiesraad» en wordt toegevoegd «Het door de Kiesraad vastgestelde model behoeft de goedkeuring van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.»

O

In artikel T 11, vijfde lid, wordt «Bij ministeriële regeling» vervangen door «Bij regeling van de Kiesraad» en wordt toegevoegd «Het door de Kiesraad vastgestelde model behoeft de goedkeuring van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.»

P

In artikel W 1, zesde lid, wordt «Bij ministeriële regeling» vervangen door «Bij regeling van de Kiesraad» en wordt toegevoegd «Het door de Kiesraad vastgestelde model behoeft de goedkeuring van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.»

Q

In artikel W 2, derde lid, wordt «Bij ministeriële regeling» vervangen door «Bij regeling van de Kiesraad» en wordt toegevoegd «Het door de Kiesraad vastgestelde model behoeft de goedkeuring van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.»

R

In artikel W 4, tweede lid, wordt «Bij ministeriële regeling» vervangen door «Bij regeling van de Kiesraad» en wordt toegevoegd «Het door de Kiesraad vastgestelde model behoeft de goedkeuring van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.»

Artikel A 7

De Kiesraad stelt een bestuursreglement vast en maakt het reglement na de goedkeuring, bedoeld in artikel 11 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen, bekend in de Staatscourant.

Artikel A 8

Artikel A 9

Artikel A 10

In deze paragraaf en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

Artikel A 11

Artikel A 12

Artikel A 13

Artikel A 14

Artikel A 15

Burgemeester, burgemeester en wethouders, het dagelijks bestuur, het gemeentelijk stembureau, het nationaal briefstembureau, het hoofdstembureau en het centraal stembureau verstrekken de Kiesraad desgevraagd en uit eigen beweging gegevens en inlichtingen die de Kiesraad nodig heeft voor de uitvoering van zijn taken en bevoegdheden, bedoeld in deze paragraaf.

Artikel A 16

Onverminderd artikel 20 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen verstrekt de Kiesraad aan Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties uit eigen beweging inlichtingen over een door de Kiesraad geconstateerde onregelmatigheid die leidt tot ernstige risico’s voor het verloop van de verkiezing of de betrouwbaarheid van de uitslag van de verkiezing.

ARTIKEL II

Artikel A 3
1.
De Kiesraad heeft tot taak:
  1. op te treden als centraal stembureau in de gevallen waarin de wet dat voorschrijft;
  2. de regering en de beide kamers der Staten-Generaal van advies te dienen in aangelegenheden die de verkiezingen of uitvoeringstechnische aangelegenheden die het kiesrecht betreffen;
  3. de kwaliteit van de uitvoering van het verkiezingsproces te bevorderen in de gevallen waarin de wet dat voorschrijft;
  4. de uitslagen van de op basis van deze wet gehouden verkiezingen te verzamelen en op een algemeen toegankelijke wijze te ontsluiten;
  5. de overige in deze wet aan hem opgedragen taken ten uitvoer te leggen.
2.
De taak, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, wordt door de voorzitter, de daartoe aangewezen leden en de buitengewone leden van de Kiesraad uitgeoefend.
3.
De taken en bevoegdheden, bedoeld in de artikelen A 12 en A 13, worden uitgeoefend door de voorzitter en daartoe aangewezen leden van de Kiesraad die niet tevens belast zijn met de uitoefening van de taak, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a.
  1. zorg te dragen voor programmatuur die bij de verkiezingen wordt gebruikt overeenkomstig de bij of krachtens deze wet te stellen bepalingen;

Artikel A 3

ARTIKEL III

Indien het bij geleidende brief van 1 maart 2022 aanhangig gemaakte voorstel van wet van de leden Sneller en Kathmann tot wijziging van de Kieswet in verband met de permanente invoering van de mogelijkheid voor kiezers om gedurende twee dagen voorafgaand aan de dag van de stemming vervroegd te stemmen in het stemlokaal (Wet vervroegd stemmen in het stemlokaal) (36 047) tot wet is of wordt verheven en artikel I van die wet in werking treedt of is getreden, wordt in artikel A 10 van de Kieswet na «briefstembureau,» ingevoegd «gemeentelijk stembureau voor vervroegd stemmen,».

ARTIKEL IV

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

ARTIKEL V

Deze wet wordt aangehaald als: Wet kwaliteitsbevordering uitvoering verkiezingsproces.

Wetswijzigingen integreren met je processen? Probeer Way 3 weken gratis.