Part of Smart Yellow Suite

WGK011925
Besluit formalisering Arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector politie 2018-2020 II

Updates ontvangen over deze regeling? Log in

Overheid.nl - XML - JSON

Type Algemene Maatregel van Bestuur
Fase Bekendmaking
Ministerie Justitie en Veiligheid
Datum uitgave 29 oktober 2020
Datum inwerkingtreding -
Per KB Nee

Opschrift

Besluit tot wijziging van het Besluit bezoldiging politie en enkele andere rechtspositionele besluiten ter formalisering en uitvoering van vier resterende onderwerpen van de Arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Politie 2018-2020

Samenvatting

Het besluit heeft tot doel het formaliseren en uitvoeren van de Arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Politie 2018-2020 inzake de regeling voor vervroegde uittreding, het politieonderwijs, het sociaal plannen en de WIA-compensatie.

Documenten

stb-2020-534 (PDF)

Besluit van 15 december 2020 tot wijziging van onder meer het Besluit algemene rechtspositie politie in verband met de formalisering van onder meer de afspraken uit de Arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Politie 2018-2020 inzake een regeling voor vervroegde uittreding, het politie-onderwijs en capaciteit, de introductie van het sociaal plannen en de WIA-compensatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie en Veiligheid van 22 oktober 2020, nr. 3066203, directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Gelet op artikel 47, eerste lid, van de Politiewet 2012;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 18 november 2020, No. W16.20.0391/II);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie en Veiligheid, directie Wetgeving en Juridische Zaken van 8 december 2020, nr. 3108573;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit algemene rechtspositie politie wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 3 wordt gewijzigd als volgt:

B

Artikel 4 wordt gewijzigd als volgt:

  1. indien de ambtenaar de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt;
  2. indien de ambtenaar, onverminderd het bepaalde in artikel 6, direct voorafgaand aan de aanstelling een vrijwillige ambtenaar was;.
C

Artikel 4a wordt gewijzigd als volgt:

  1. indien de ambtenaar de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt;
  2. indien de ambtenaar, onverminderd het bepaalde in artikel 6, direct voorafgaand aan de aanstelling een vrijwillige ambtenaar was en een politieopleiding als bedoeld in artikel 2c heeft voltooid.
D

Na artikel 5 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 6
De gewezen ambtenaar aan wie een uitkering is toegekend op grond van artikel 29d van het Besluit bezoldiging politie, kan enkel worden aangesteld als vrijwillige ambtenaar.
E

Aan het slot van artikel 13 wordt een lid toegevoegd, luidende:

6.
Tenzij het bevoegd gezag om reden van dienstbelang anders beslist, vindt de aanstelling van de ambtenaar, bedoeld in de artikelen 4, eerste lid, onderdeel f, en 4a, eerste lid, onderdeel c, plaats voor ten hoogste het aantal uren dat hij in het jaar voorafgaand aan het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd gemiddeld per week was aangesteld, waarbij de uren waarmee de arbeidstijd per week was verminderd op grond van artikel 13a, eerste lid, bij de berekening van dat gemiddelde buiten beschouwing blijven. De ambtenaar kan verzoeken om vermindering van de arbeidsduur als bedoeld in artikel 2 van de Wet flexibel werken.
F

Artikel 13a wordt gewijzigd als volgt:

10.
Dit artikel is niet van toepassing op de ambtenaar die de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt.
G

In hoofdstuk III wordt na artikel 13b een artikel ingevoegd:

Artikel 13c
1.
De korpschef kan een maximum stellen aan het aantal te werken sociaal belastende uren over een bepaalde periode.
2.
Sociaal belastende uren bestaan uit:
  1. gewerkte uren als bedoeld in artikel 14 van het Besluit bezoldiging politie;
  2. opgelegde consignatie-uren als bedoeld in artikel 18, derde lid, van het Besluit bezoldiging politie;
  3. overwerk als bedoeld in artikel 27, derde lid, van het Besluit bezoldiging politie; en
  4. gewerkte verschoven uren als bedoeld in artikel 27b, derde lid, van het Besluit bezoldiging politie.
3.
Als het maximum, bedoeld in het eerste lid, wordt overschreden, vindt compensatie plaats in de vorm van levensfase-uren.
4.
De korpschef kan nadere regels stellen omtrent het aantal levensfase-uren, bedoeld in het derde lid.
H

In artikel 18, eerste lid, wordt «vierde lid,» vervangen door «derde lid,».

I

Aan artikel 28c, eerste lid, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel e door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:

  1. bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel f, en artikel 4a, eerste lid, onderdeel c.
J

Artikel 66 vervalt.

K

In artikel 70, eerste lid, wordt de zinsnede «waarvoor krachtens de Infectieziektenwet een nominatieve aangifteplicht geldt» vervangen door «waarvoor krachtens de Wet publieke gezondheid een meldingsplicht geldt».

L

In artikel 88d, eerste lid, wordt «hoofdstuk 7» vervangen door «hoofdstuk 5».

M

In artikel 90, eerste lid, wordt «artikel 4, eerste lid, onderdelen b, c, d, e en f,» vervangen door «artikel 4, eerste lid, onderdelen b tot en met h,».

N

Artikel 94, eerste lid, onderdeel h, komt te luiden:

  1. het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd;.
O

Na artikel 99n wordt een artikel ingevoegd:

P

In artikel 100 wordt onder vernummering van het derde tot en met vijfde lid tot vierde tot en met zesde lid een lid ingevoegd, luidende:

3.
De artikelen 28a en 28b zijn niet van toepassing op de aspirant die vanaf 1 januari 2021 begint met een krachtens artikel 2c, eerste lid, aangewezen politieopleiding.

Artikel 6

De gewezen ambtenaar aan wie een uitkering is toegekend op grond van artikel 29d van het Besluit bezoldiging politie, kan enkel worden aangesteld als vrijwillige ambtenaar.

Artikel 13c

Artikel 99o

ARTIKEL II

Het Besluit bezoldiging politie wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3bis a wordt gewijzigd als volgt:

1.
Dit artikel is van toepassing op aspiranten die een krachtens artikel 2c, eerste lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie aangewezen politieopleiding volgen.
4.
Gedurende het tweede leerjaar ontvangen:
  1. aspiranten die vanaf 1 januari 2021 beginnen met een opleiding op niveau 4 tijdens de eerste zes maanden het salaris behorend bij de eerste regel bij schaal 4a in bijlage II van dit besluit en tijdens de tweede zes maanden het salaris behorend bij de tweede regel bij schaal 4a in bijlage II;
  2. de overige aspiranten een salaris dat is opgenomen in bijlage V van dit besluit.
B

In artikel 12c, zevende lid, onderdeel a, vervalt «ambtenaar».

C

In artikel 20a, tweede lid, onderdeel b, wordt de zinsnede «plaatsvervangend korpschef en politiechefs» vervangen door «plaatsvervangend korpschef».

D

In artikel 25b, eerste lid, wordt «artikel 38b, zesde lid» vervangen door «artikel 38b, zevende lid».

E

Na artikel 29a wordt een nieuw hoofdstuk ingevoegd, luidende:

F

Artikel 38 wordt gewijzigd als volgt:

10.
De ambtenaar waarvan de mate van arbeidsongeschiktheid is vastgesteld op minder dan 35% en die als gevolg van de arbeidsongeschiktheid inkomensverlies heeft, maakt aanspraak op een compensatie van dit inkomensverlies. Onder inkomensverlies wordt verstaan het verschil tussen de oorspronkelijke bezoldiging van de ambtenaar, waarbij ten aanzien van de toelagen bedoeld in de artikelen 14 en 18 wordt uitgegaan van hetgeen gemiddeld genoten is in de 13 perioden van vier weken voor de eerste ziektedag, en de bezoldiging nadat de arbeidsongeschiktheid is vastgesteld op minder dan 35%, waarbij een verhoging van het salaris als bedoeld in artikel 9 of artikel 9a buiten beschouwing wordt gelaten.
15.
Het bedrag van de oorspronkelijke bezoldiging, bedoeld in het tiende lid, wordt gewijzigd overeenkomstig algemene salarismaatregelen in de sector Politie.
G

Artikel 38b wordt gewijzigd als volgt:

4.
Onder de uitkering, bedoeld in het tweede en derde lid, wordt verstaan de som van de WIA-uitkering en het arbeidsongeschiktheidspensioen.
  1. gedurende de looptijd van de vervolguitkering, waarbij de verdiencapaciteit voor minder dan voor 50% wordt benut, gedurende maximaal tien jaar een aanvulling op het nieuwe inkomen tot 75% van het oude inkomen maal het arbeidsongeschiktheidspercentage.
8.
Bij samenloop tussen de aanvullende uitkering, bedoeld in het zevende lid, met een uitkering krachtens de Werkloosheidswet of het Besluit bovenwettelijke werkloosheidsuitkering politie wordt de aanvullende uitkering verminderd met het bedrag van de uitkering krachtens de Werkloosheidswet of het Besluit bovenwettelijke werkloosheidsuitkering politie.
10.
Het bedrag van de laatstelijk genoten bezoldiging dan wel het bedrag van het oude inkomen, bedoeld in het tweede en derde lid, onderscheidenlijk het vijfde lid, wordt gewijzigd overeenkomstig algemene salarismaatregelen in de sector Politie.
H

Artikel 39 wordt gewijzigd als volgt:

5.
De gewezen ambtenaar waarvan de mate van arbeidsongeschiktheid is vastgesteld op minder dan 35% en die als gevolg van de arbeidsongeschiktheid inkomensverlies heeft, maakt aanspraak op een compensatie van dit inkomensverlies. Onder inkomensverlies wordt verstaan het verschil tussen de laatstgenoten bezoldiging, vakantie-uitkering en eindejaarsuitkering van de ambtenaar op het moment van vaststelling van de mate van arbeidsongeschiktheid op minder dan 35% en de nieuwe structurele bruto inkomsten uit arbeid, waarbij een periodieke verhoging van het inkomen buiten beschouwing wordt gelaten.
7.
De gewezen ambtenaar die een uitkering ontvangt op grond van artikel 29d of aan wie eervol ontslag is verleend op grond van artikel 88d van het Besluit algemene rechtspositie politie met het oog op pensioen als bedoeld in hoofdstuk 5 van het Pensioenreglement, voor zover dat is ingegaan voor de AOW-gerechtigde leeftijd, heeft tot uiterlijk de AOW-gerechtigde leeftijd slechts aanspraak op de doorbetaling van zijn laatstelijk genoten bezoldiging voor zover deze tezamen met de uitkering en zijn pensioen op grond van hoofdstuk 5 van het Pensioenreglement de laatstelijk genoten bezoldiging niet overschrijdt.
10.
Voor de gewezen ambtenaar die een uitkering ontvangt als bedoeld in artikel 29d of een pensioen ontvangt als bedoeld in hoofdstuk 5 van het Pensioenreglement, voor zover dat is ingegaan voor de AOW-gerechtigde leeftijd, wordt tevens onder nieuwe structurele inkomsten uit arbeid als bedoeld in het vijfde lid verstaan de bezoldiging nadat de arbeidsongeschiktheid is vastgesteld op minder dan 35%, bedoeld in artikel 38, tiende lid, die direct voorafgaand aan het ontslag in aanmerking werd genomen bij de berekening van de in dat artikellid bedoelde inkomensverlies.
I

Artikel 39b wordt gewijzigd als volgt:

4.
Onder de uitkering, bedoeld in het tweede en derde lid, wordt verstaan de som van de WIA-uitkering en het arbeidsongeschiktheidspensioen.
  1. gedurende de looptijd van de vervolguitkering, waarbij de verdiencapaciteit voor minder dan voor 50% wordt benut, voor maximaal tien jaar, een aanvulling op het nieuwe inkomen tot 75% van het oude inkomen maal het arbeidsongeschiktheidspercentage.
8.
Bij samenloop tussen de aanvullende uitkering, bedoeld in het zevende lid, met een uitkering krachtens de Werkloosheidswet of het Besluit bovenwettelijke werkloosheidsuitkering politie wordt de aanvullende uitkering verminderd met het bedrag van de uitkering krachtens de Werkloosheidswet of het Besluit bovenwettelijke werkloosheidsuitkering politie.
10.
Het bedrag van de laatstelijk genoten bezoldiging dan wel het bedrag van het oude inkomen, bedoeld in het tweede en derde lid, onderscheidenlijk het vijfde lid, wordt gewijzigd overeenkomstig algemene salarismaatregelen in de sector Politie.
11.
Voor de gewezen ambtenaar die een uitkering ontvangt als bedoeld in artikel 29d of een pensioen ontvangt als bedoeld in hoofdstuk 5 van het Pensioenreglement, voor zover dat is ingegaan voor de AOW-gerechtigde leeftijd, wordt tevens onder nieuwe structurele inkomsten uit arbeid als bedoeld in het zesde lid verstaan de som van de bezoldiging, de vakantie-uitkering en de eindejaarsuitkering die direct voorafgaand aan het ontslag in aanmerking werd genomen voor de berekening van de aanvullende uitkering, bedoeld in artikel 38b, vierde lid. In het geval de uitkering, bedoeld in artikel 29d, hoger is dan die som, wordt voor de berekening van de aanvullende uitkering, bedoeld in het vijfde lid, uitgegaan van de uitkering.
J

Aan artikel 49a wordt een lid toegevoegd, luidende:

4.
Voor de ambtenaar die recht heeft op een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en die op grond van artikel 38, tiende lid, zoals dit artikel luidde op 28 december 2005, een aanvullende uitkering ontvangt, wijzigt de hoogte van die uitkering niet indien de ambtenaar een uitkering gaat ontvangen als bedoeld in artikel 29d of een pensioen gaat ontvangen als bedoeld in hoofdstuk 5 van het Pensioenreglement, voor zover dat is ingegaan voor de AOW-gerechtigde leeftijd.
K

In artikel 50, eerste lid, wordt «27 tot en met 30» vervangen door «27 tot en met 29, 30».

L

In het opschrift van bijlage V wordt «artikel 3bis a, vierde lid» vervangen door «artikel 3bis a, vierde lid, onderdeel b».

Artikel 29b

Artikel 29c

Artikel 29d

Artikel 29e

ARTIKEL III

Het Besluit reis-, verblijf-, en verhuiskosten politie wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 22, tweede lid, komt te luiden:

2.
Voor de berekening van de tegemoetkoming geldt voor de verschillende gebieden waar wordt gereisd dezelfde tarieflijst die geldt voor rijksambtenaren op grond van de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst met betrekking tot de verblijfkosten buitenlandse dienstreizen.
B

In artikel 38 vervalt de aanduiding «1» voor het eerste lid en vervalt het tweede lid.

C

Bijlage I vervalt.

ARTIKEL IV

Wetswijzigingen integreren met je processen? Probeer Way 3 weken gratis.