Besluit van 20 februari 2024, houdende nadere eisen met betrekking tot de kwaliteit van incassodienstverlening, de hoogte van het tarief van de registratie, een aanpassing van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten, alsmede de vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet kwaliteit incassodienstverlening (Besluit kwaliteit incassodienstverlening)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister voor Rechtsbescherming van 26 april 2023, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 4620802;
Gelet op de artikelen 5, vierde lid, 13, zevende lid, 20, tweede lid, en 30 van de Wet kwaliteit incassodienstverlening en artikel 96, vijfde lid, van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 26 juli 2023, nr. W16.23.00106/II);
Gezien het nader rapport van Onze Minister voor Rechtsbescherming van 14 februari 2024, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 5185572;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 1.1 Begrippen
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
Artikel 2.1 Vakbekwaamheid algemeen
De vakbekwaamheid bedoeld in artikel 13, eerste lid, van de wet bestaat uit kennis over de relevante wetgeving en de omgang met mensen bij de uitoefening van buitengerechtelijke incassowerkzaamheden en de vaardigheden om daaraan een goede toepassing te geven. Verder bestaat de vakbekwaamheid uit kennis van de eisen die maatschappelijke en beroepsmatige ontwikkelingen stellen aan deze werkzaamheden.
Artikel 2.2 Opleiding en cursussen
Artikel 2.3 Zorgplicht
Artikel 2.4 Uitzondering advocaten en gerechtsdeurwaarders
De artikelen 2.1 en 2.2 zijn niet van toepassing op:
Artikel 2.5 Ministeriële regeling
Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld over de invulling van de vakbekwaamheid als bedoeld in artikel 2.1.
Artikel 3.1 Beschrijving van vordering
Artikel 4.1 Benadering schuldenaar
Artikel 4.2 Tijdstip benadering
Artikel 5.1 Inrichting dossiers
Artikel 5.2 Inzicht in stand van zaken
De incassodienstverlener heeft per schuldenaar inzicht in het aantal vorderingen waarvoor hij buitengerechtelijke incassowerkzaamheden verricht en de stand van zaken van iedere vordering afzonderlijk.
Artikel 5.3 Beschrijvingen processen en rolverdeling
Artikel 6.1 Klachtenbehandeling
Artikel 7.1 Hoogte tarief
Artikel 7.2 Hernieuwde inschrijving
Artikel 7.3 Uitsluiten restitutie
Ontvangen tarieven worden niet gerestitueerd.
Artikel 8.1 Hoogte tarief
Het tarief voor de doorberekening van de kosten van het toezicht, bedoeld in artikel 20, eerste lid, onder a, van de wet, bedraagt:
Artikel 8.2 Verschuldigdheid tarief
Artikel 9.1 Nieuw artikel 2a
Na artikel 2 van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 2a
1.
De vergoeding bedoeld in artikel 96 lid 8 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek bedraagt voor de eerste termijnbetaling waarvoor de laagste vergoeding geldt in een periode van zes maanden € 40 en voor volgende van deze termijnbetalingen in deze periode € 20.2.
Wanneer in één aanmaning wordt aangemaand voor meerdere termijnbetalingen, waarvoor tenminste voor één termijnbetaling de laagste vergoeding geldt, bedraagt de vergoeding het hoogste bedrag dat voor een van de betreffende termijnbetalingen in rekening kan worden gebracht.Artikel 2a
Artikel 10.1 Overgangsrecht opleiding en cursus
Artikel 2.2, eerste tot en met het derde lid, aanhef en onder a, is gedurende een jaar na inwerkingtreding van dit besluit niet van toepassing op incassomedewerkers, operationeel leidinggevenden en zelfstandigen zonder personeel, indien zij voor het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit buitengerechtelijke incassowerkzaamheden verrichtten of aanboden of daaraan leiding gaven en dit sindsdien onafgebroken hebben voortgezet.
Artikel 11.1 Inwerkingtreding
De Wet van 11 mei 2022, houdende regels met betrekking tot de private buitengerechtelijke incassodienstverlening en wijziging van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de aanpassing van de cumulatieregeling voor buitengerechtelijke incassokosten (Wet kwaliteit incassodienstverlening) (Staatsblad 2022, 186) treedt in werking met ingang van 1 april 2024, met uitzondering van artikel 18, dat in werking treedt met ingang van 1 oktober 2026, en artikel 21, dat in werking treedt met ingang van 1 oktober 2024. Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 april 2024, met uitzondering van artikel 9.1, dat met ingang van 1 oktober 2024 in werking treedt.
Artikel 11.2 Citeertitel
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit kwaliteit incassodienstverlening.