Wet van 17 mei 2023 tot wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met het toevoegen van decentrale loting als selectiemethode voor opleidingen met capaciteitsfixus in het hoger onderwijs
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om decentrale loting toe te voegen als selectiemethode bij het selecteren van de aspirant-studenten in verband met de beschikbare onderwijscapaciteit in het hoger onderwijs;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
ARTIKEL I. WIJZIGING VAN DE WET OP HET HOGER ONDERWIJS EN WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK
Artikel 7.53 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek wordt als volgt gewijzigd:
2.
Het instellingsbestuur selecteert de aspirant-studenten in verband met de beschikbare onderwijscapaciteit uitsluitend op grond van:- ten minste twee kwalitatieve selectiecriteria;
- ongewogen loting; of
- een combinatie van ten minste twee kwalitatieve selectiecriteria en loting, waarbij:
- een deel van de aspirant-studenten toegelaten wordt op basis van selectie op grond van ten minste twee kwalitatieve selectiecriteria en de overige aspirant-studenten worden toegelaten op basis van ongewogen loting of de wijze van loting als bedoeld in subonderdeel 2°; of
- alle aspirant-studenten op basis van loting worden toegelaten, waarbij gewicht wordt toegekend aan ten minste twee kwalitatieve selectiecriteria.
2a.
Bij de toepassing van het tweede lid, onderdeel c, subonderdeel 1°, kan het instellingsbestuur de overige aspirant-studenten die op basis van selectie op grond van de kwalitatieve selectiecriteria niet zijn toegelaten, uitsluiten van de ongewogen loting of de wijze van loting als bedoeld in het tweede lid, onderdeel c, subonderdeel 2° op basis van de kwalitatieve selectiecriteria.Het instellingsbestuur maakt tijdig de selectieprocedure en, indien van toepassing, de kwalitatieve selectiecriteria of de wijze van loting bekend op grond waarvan de toelating zal plaatsvinden indien het aantal aspirant-studenten het maximum aantal, bedoeld in het eerste lid, zou overschrijden.- de loting; en
- de wijze waarop twee kwalitatieve selectiecriteria en loting gecombineerd kunnen worden.
ARTIKEL II. WIJZIGING VAN DE EXPERIMENTENWET VOOROPLEIDINGSEISEN, SELECTIE EN COLLEGEGELDHEFFING
In artikel 13 van de Experimentenwet vooropleidingseisen, selectie en collegegeldheffing wordt «paragraaf 4a van titel 3 van hoofdstuk 7 van de wet» vervangen door «artikel 7.53, tweede, derde en zevende lid, van de wet».
ARTIKEL III. SAMENLOOPBEPALING
Indien het bij koninklijke boodschap van 9 september 2019 ingediende voorstel van wet tot wijziging van onder meer de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met het stellen van voorschriften ten behoeve van de toegankelijkheid van het hoger onderwijs en met betrekking tot taal in het hoger en middelbaar beroepsonderwijs (Wet taal en toegankelijkheid) (35 282) tot wet is of wordt verheven en artikel I, onderdeel BB, van die wet:
ARTIKEL I. WIJZIGING VAN DE WET OP HET HOGER ONDERWIJS EN WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK
De Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 7.53c wordt als volgt gewijzigd:
1.
Het instellingsbestuur dat een capaciteitsfixus heeft vastgesteld, selecteert de aspirant-studenten in verband met de beschikbare onderwijscapaciteit uitsluitend op grond van:- ten minste twee kwalitatieve selectiecriteria;
- ongewogen loting; of
- een combinatie van ten minste twee kwalitatieve selectiecriteria en loting, waarbij:
- een deel van de aspirant-studenten toegelaten wordt op basis van selectie op grond van ten minste twee kwalitatieve selectiecriteria en de overige aspirant-studenten worden toegelaten op basis van ongewogen loting of de wijze van loting als bedoeld in subonderdeel 2°; of
- alle aspirant-studenten op basis van loting worden toegelaten, waarbij gewicht wordt toegekend aan ten minste twee kwalitatieve selectiecriteria.
1a.
Bij de toepassing van het eerste lid, onderdeel c, subonderdeel 1°, kan het instellingsbestuur de overige aspirant-studenten die op basis van selectie op grond van de kwalitatieve selectiecriteria niet zijn toegelaten, uitsluiten van de ongewogen loting of de wijze van loting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, subonderdeel 2° op basis van de kwalitatieve selectiecriteria.Het instellingsbestuur maakt tijdig de selectieprocedure en, indien van toepassing, de kwalitatieve selectiecriteria of de wijze van loting bekend op grond waarvan de toelating zal plaatsvinden indien het aantal aspirant-studenten het maximum aantal, bedoeld in het eerste lid, zou overschrijden.B
Onder vervanging van «; en» aan het slot van artikel 7.53d, onderdeel a, door een puntkomma en onder vervanging van de punt aan het slot van artikel 7.53d, onderdeel b, door een puntkomma worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:
- de loting; en
- de wijze waarop twee kwalitatieve selectiecriteria en loting gecombineerd kunnen worden.
ARTIKEL II. WIJZIGING VAN DE EXPERIMENTENWET VOOROPLEIDINGSEISEN, SELECTIE EN COLLEGEGELDHEFFING
In artikel 13 van de Experimentenwet vooropleidingseisen, selectie en collegegeldheffing wordt «7.53» vervangen door «7.53a» en wordt «paragraaf 4a van titel 3 van hoofdstuk 7 van de wet» vervangen door «artikel 7.53c, eerste en tweede lid, en artikel 7.53d van de wet».
ARTIKEL IIIB. WIJZIGING EXPERIMENTENWET VOOROPLEIDINGSEISEN, SELECTIE EN COLLEGEGELDHEFFING
In artikel 13 van de Experimentenwet vooropleidingseisen, selectie en collegegeldheffing wordt «7.53» vervangen door «7.53a» en wordt «artikel 7.53, tweede, derde en zevende lid, van de wet» vervangen door «artikel 7.53c, eerste en tweede lid, en artikel 7.53d van de wet».
ARTIKEL IV. INWERKINGTREDING
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.