Besluit van 28 maart 2023, houdende vaststelling van regels met betrekking tot de veiligheid van attractie- en speeltoestellen (Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen 2023)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 24 maart 2022, kenmerk 2346444-1007078-WJZ;
Gelet op de artikelen 1, vierde lid, 4, eerste en derde lid, 5, eerste, tweede en zesde lid, 6, 7, 7a, derde lid, 8, eerste lid, onderdeel c, en tweede lid, 9, onderdeel b, 11a, 13d, vijfde lid, 14, 19, derde lid, en 32b van de Warenwet;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 9 juni 2022, no. W13.22.00034/III);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 23 maart 2023, kenmerk 3396870-1007078-WJZ;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 1
In dit besluit en de daarop gebaseerde bepalingen wordt verstaan onder:
Artikel 2
Dit besluit en de daarop berustende bepalingen zijn eveneens van toepassing op attractie- en speeltoestellen indien deze onroerend zijn.
Artikel 3
Dit besluit is niet van toepassing op:
Artikel 4
Het is verboden attractie- of speeltoestellen te vervaardigen, te verhandelen, te gebruiken, of ten aanzien van attractie- of speeltoestellen te handelen, anders dan met inachtneming van de bij of krachtens dit besluit gestelde voorschriften.
Artikel 5
Artikel 6
Artikel 7
Artikel 8
Artikel 9
Artikel 10
Artikel 11
Artikel 12
Artikel 13
De aangewezen instelling stelt bij attractie- en speeltoestellen de voor het veilig gebruik relevante conclusies van een keuring en de datum voor wanneer uiterlijk een nieuw certificaat of merk van goedkeuring afgegeven moet zijn op schrift in een keuringsrapportage en verstrekt deze aan de aanvrager.
Artikel 14
Artikel 15
Artikel 16
Artikel 17
De verhuurder dan wel de beheerder beschikt over een geldig, bij het attractie- of speeltoestel behorend, certificaat van goedkeuring van een aangewezen instelling.
Artikel 18
Alvorens een attractie- of speeltoestel te verhandelen, ziet de distributeur dan wel de importeur erop toe dat:
Artikel 19
Artikel 20
De beheerder dan wel de verhuurder bewaart de documenten bedoeld in artikel 13 die voor het attractie- of speeltoestel tijdens de eerste keuring zijn afgegeven gedurende de levensduur van het toestel. Documenten voor de daaropvolgende keuringen worden tenminste bewaard tot keuringsdocumenten van de volgende keuring afgegeven zijn.
Artikel 21
De verhuurder, huurder dan wel de beheerder van een attractie- of speeltoestel dat voorzien is van een merk van afkeuring, zorgt ervoor dat:
Artikel 22
Artikel 4 is niet van toepassing op het tentoonstellen en demonstreren op beurzen, exposities en bij demonstraties van attractie- en speeltoestellen die niet in overeenstemming zijn met dit besluit, mits op een zichtbaar bord is aangegeven dat de betrokken toestellen niet in overeenstemming met dit besluit zijn, en dat zij niet in het verkeer mogen worden gebracht voordat ze door de fabrikant of importeur in overeenstemming met dit besluit zijn gebracht. Bij demonstraties zijn alle passende veiligheidsmaatregelen genomen om de veiligheid en gezondheid van de mens te waarborgen.
Artikel 23
Artikel 24
Artikel 25
De instelling verstrekt jaarlijks aan Onze Minister een afschrift van de polis van de afgesloten verzekering tegen wettelijke aansprakelijkheid tegen alle risico's die voortvloeien uit de uitoefening van de taken waarvoor zij is aangewezen.
Artikel 26
Artikel 27
Artikel 28
Artikel 29
Artikel 30
Een aangewezen instelling die voornemens is te beoordelen of een attractie- of speeltoestel in een andere lidstaat van de Europese Unie of in een staat, niet zijnde een lidstaat van de Europese Unie, die partij is bij een tot een douane-unie strekkend verdrag dat Nederland bindt, dan wel die partij is bij een tot een vrijhandelszone strekkend verdrag dat Nederland bindt, rechtmatig in de handel is gebracht en voldoet aan de bij of krachtens dit besluit gestelde voorschriften, neemt hierbij de in verordening (EU) 2019/515 vastgestelde procedure in acht.
Artikel 31
Een certificaat afgegeven op grond van artikel 19d van het Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen en geldend op de dag, onmiddellijk voorafgaand aan de datum van inwerkingtreding van dit besluit, blijft na dat tijdstip van kracht.
Artikel 32
De artikelen 7, 8, vijfde lid, 9, vijfde lid, en 16, eerste lid, zijn niet van toepassing op speeltoestellen die reeds in gebruik waren op het tijdstip van inwerkingtreding van het Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen.
Artikel 33
De bijlage bij het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 34
In artikel 7.4a, zevende lid, van het Arbeidsomstandighedenbesluit wordt «Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen» vervangen door «Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen 2023».
Artikel 35
In artikel 2, eerste lid, onderdeel b, van het Besluit bijzondere spoorwegen wordt «attractie of speeltoestel» vervangen door «attractie- of speeltoestel» en «Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen» vervangen door «Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen 2023».
Artikel 36
Het Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen wordt ingetrokken.
Artikel 37
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 2023.
Artikel 38
Dit besluit wordt aangehaald als: Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen 2023.