Part of Smart Yellow Suite

WGK011757
Wijziging Besluit kwaliteitseisen curatele, beschermingsbewind en mentorschap

Updates ontvangen over deze regeling? Log in

Overheid.nl - XML - JSON

Type Algemene Maatregel van Bestuur
Fase Bekendmaking
Ministerie Justitie en Veiligheid
Datum uitgave 14 januari 2021
Datum inwerkingtreding -
Per KB Ja

Opschrift

Wijziging Besluit kwaliteitseisen curatoren, beschermingsbewindvoerders en mentoren naar aanleiding van de evaluatie van de Wet wijziging curatele, beschermingsbewind en mentorschap

Samenvatting

Het Besluit kwaliteitseisen curatoren, beschermingsbewindvoerders en mentoren heeft geleid tot een borging van de kwaliteit van wettelijke vertegenwoordigers. Bij de evaluatie van de Wet CBM en in daarop volgende contacten met stakeholders zijn signalen gekomen dat op een aantal punten de werking van het Besluit verder kan worden verbeterd. Naar aanleiding hiervan heeft de Minister voor Rechtsbescherming toegezegd het besluit op een aantal punten te wijzigen. Het gaat om de opleidingseisen van wettelijke vertegenwoordigers, de mogelijkheid van wijziging van de afspraken tussen de wettelijke vertegenwoordiger en zijn cliënt gedurende de looptijd van curatele, beschermingsbewind of mentorschap, en de inhoud van de verklaring van de accountant (de eis van een controleverklaring dan wel een samenstellingsverklaring).

Documenten

stb-2021-469 (PDF)

Besluit van 11 oktober 2021 tot wijziging van het Besluit kwaliteitseisen curatoren, beschermingsbewindvoerders en mentoren naar aanleiding van de evaluatie van de Wet wijziging curatele, beschermingsbewind en mentorschap

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister voor Rechtsbescherming van 10 juni 2021, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 3374832;

Gelet op de artikelen 383, zevende, achtste en negende lid, 435, zevende, achtste en negende lid, en 452, zevende en achtste lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 7 juli 2021, nr. W16.21.0155/II);

Gezien het nader rapport van Onze Minister voor Rechtsbescherming van 5 oktober 2021, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 3537370;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit kwaliteitseisen curatoren, beschermingsbewindvoerders en mentoren wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1.
De curator heeft ten minste:
  1. een passende opleiding in het hoger beroepsonderwijs als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek met goed gevolg afgerond, of
  2. een passende beroepsopleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onderdelen d en e, van de Wet educatie en beroepsonderwijs met goed gevolg afgerond en gedurende een periode van ten minste twee jaar voor de duur van ten minste 24 uur per week, de taken van een curator uitgeoefend onder verantwoordelijkheid van een door de kantonrechter benoemde curator.
3.
Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing op ten minste één natuurlijke persoon die de rechtspersoon die curator is, vertegenwoordigt.
4.
De curator beschikt voor iedere persoon door wie hij de taken van een curator uitoefent over een afschrift van het bewijs dat ten minste de in het eerste lid bedoelde opleiding met goed gevolg is afgerond.
6.
Het eerste tot en met vijfde lid zijn van overeenkomstige toepassing op bewindvoerders.
7.
De mentor heeft ten minste een passende beroepsopleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onderdelen d en e, van de Wet educatie en beroepsonderwijs met goed gevolg afgerond. De eerste volzin is van overeenkomstige toepassing op ten minste één natuurlijke persoon die de rechtspersoon die mentor is, vertegenwoordigt. Het tweede en vijfde lid zijn van overeenkomstige toepassing op mentoren. Voor zover een persoon door wie de mentor zijn taken uitoefent geen opleiding als bedoeld in de eerste volzin heeft afgerond, voorziet de mentor in de begeleiding van deze persoon in de uitoefening van zijn taken door een persoon die deze opleiding wel met goed gevolg heeft afgerond.
B

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

2.
Indien daartoe aanleiding bestaat, past de curator, zo mogelijk in overleg met de onder curatele gestelde, het in het eerste lid bedoelde document met betrekking tot het doel en de gemaakte afspraken tussentijds aan. De curator overlegt het aangepaste document aan de kantonrechter op de tijdstippen voor rekening en verantwoording, bedoeld in artikel 386, eerste lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek.
7.
Het eerste en tweede lid, het derde lid, eerste en derde volzin, en het vijfde en zesde lid zijn van overeenkomstige toepassing op bewindvoerders, met dien verstande dat in het tweede lid wordt gedoeld op de tijdstippen voor rekening en verantwoording, bedoeld in artikel 445, eerste lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, en in het zesde lid wordt gedoeld op de rekening, bedoeld in artikel 436, vierde lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek.
8.
Indien artikel 432a van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek toepassing vindt, overlegt de bewindvoerder binnen vier maanden na de instelling van een bewind wegens verkwisting of het hebben van problematische schulden, het in het eerste lid bedoelde document aan de kantonrechter. De kantonrechter kan de bewindvoerder de verplichting bedoeld in de vorige zin opleggen na de instelling van een bewind wegens een lichamelijke of geestelijke toestand indien tevens sprake is van problematische schulden.
9.
Het eerste tot en met vijfde lid zijn van overeenkomstige toepassing op mentoren, met dien verstande dat in het tweede lid wordt gedoeld op het tijdstip, bedoeld in artikel 459, derde lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek.
C

Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:

9.
Onverminderd hetgeen is bepaald in de artikelen 383, negende lid, en 435, negende lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek zijn notarissen en gerechtsdeurwaarders vrijgesteld van het in het eerste lid bedoelde onderzoek van de accountant naar de in artikel 8 gestelde eisen. Voor zover de taken van een curator of bewindvoerder worden uitgeoefend door middel van een rechtspersoon, geldt deze vrijstelling uitsluitend indien het bestuur van die rechtspersoon geheel of in meerderheid bestaat uit de in de eerste zin bedoelde personen, en deelnemingen in die rechtspersoon door andere personen dan de in de eerste zin bedoelde personen gezamenlijk slechts een minderheidsbelang vormen.
D

Artikel 13, zevende lid, komt te luiden:

7.
Van het overleggen van de documenten, bedoeld in de artikelen 2 en 3, eerste lid, zijn notarissen en gerechtsdeurwaarders vrijgesteld. Voor zover de taken van een curator of bewindvoerder worden uitgeoefend door middel van een rechtspersoon, geldt deze vrijstelling uitsluitend indien het bestuur van die rechtspersoon geheel of in meerderheid bestaat uit de in de eerste zin bedoelde personen, en deelnemingen in die rechtspersoon door andere personen dan de in de eerste zin bedoelde personen gezamenlijk slechts een minderheidsbelang vormen.

ARTIKEL II

Artikel I, onderdeel C, eerste onderdeel, is van toepassing op de werkzaamheden van accountants ten aanzien van jaarrekeningen en jaarverslagen die worden opgesteld over de boekjaren die zijn aangevangen op of na 1 januari 2021.

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2022.

Wetswijzigingen integreren met je processen? Probeer Way 3 weken gratis.