Besluit van 31 augustus 2020, houdende tijdelijk besluit COVID-19 aanspraak bovenwettelijke vakantie-uren van raadsheren-plaatsvervangers en rechters-plaatsvervangers in verband met de tijdelijke verhoging van de leeftijdsgrens tot drieënzeventig jaar
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister voor Rechtsbescherming van 8 juli 2020; nr. 2965826, directie Wetgeving en Juridische Zaken;
Gelet op artikel 54, onder b, van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren;
De Afdeling advisering van Raad van State gehoord (advies 22 juli 2020, nr. W16.20.0240/II);
Gezien het nader rapport van Onze Minister voor Rechtsbescherming van 20 augustus 2020, nr. 2987764, directie Wetgeving en Juridische Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 1 (leeftijdsuren voor raadsheren-plaatsvervangers en rechters-plaatsvervangers van zeventig tot drieënzeventig jaar)
In afwijking van artikel 33b, vijfde lid, van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren, maken raadsheren-plaatsvervangers en rechters-plaatsvervangers in de leeftijdscategorie van zeventig tot drieënzeventig jaar die op grond van artikel 3.3, eerste of tweede lid, van de Tweede Verzamelspoedwet COVID-19 zijn benoemd en het ambt op basis van een aanwijzing vervullen, aanspraak op 36 bovenwettelijke vakantie-uren. De ingevolge de eerste volzin geldende aanspraak op vakantie wordt vermenigvuldigd met de voor de rechterlijk ambtenaar geldende arbeidsduurfactor.
Artikel 2 (overgangsrecht)
Wanneer dit besluit vervalt op grond van artikel 3, tweede lid, blijft de in artikel 1 bedoelde aanspraak op bovenwettelijke vakantie-uren van raadsheren-plaatsvervangers en rechters-plaatsvervangers die op grond van artikel 3.3, eerste of tweede lid, van de Tweede Verzamelspoedwet COVID-19 zijn benoemd van kracht, tot de eerste dag van de maand volgende op die waarin de raadsheer-plaatsvervanger of rechter-plaatsvervanger de leeftijd van drieënzeventig jaar bereikt of, indien aan hem eerder ontslag wordt verleend, tot het moment van dat ontslag.