Part of Smart Yellow Suite

WGK011590
Besluit vergelijking buitenlandse rechtsvormen

Updates ontvangen over deze regeling? Log in

Overheid.nl - XML - JSON

Type Algemene Maatregel van Bestuur
Fase Bekendmaking
Ministerie Financiën
Datum uitgave 8 oktober 2024
Datum inwerkingtreding -
Per KB Nee

Samenvatting

De rechtsvormvergelijkingsmethode is in de Wet fiscaal kwalificatiebeleid rechtsvormen in de Wet inkomstenbelasting 2001, de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, de Wet op de dividendbelasting 1965 en de Wet bronbelasting 2021 gecodificeerd. In deze wetten is ook een delegatiebepaling opgenomen ter verdere uitwerking van de rechtsvormvergelijkingsmethode. In het Besluit vergelijking buitenlandse rechtsvormen wordt hier gevolg aan gegeven. In het Besluit vergelijking buitenlandse rechtsvormen worden regels gesteld aan de hand waarvan bepaald wordt of een naar buitenlands recht opgericht of aangegaan lichaam een met een Nederlandse rechtsvorm vergelijkbare rechtsvorm heeft en als dat het geval is met welke Nederlandse rechtsvorm het buitenlandse lichaam dan vergelijkbaar is. Als bijlage bij het Besluit vergelijking buitenlandse rechtsvormen is een lijst opgenomen met buitenlandse rechtsvormen die vergelijkbaar zijn en met rechtsvormen die niet vergelijkbaar zijn met een Nederlandse rechtsvorm.

Documenten

stb-2024-339 (PDF)

Besluit van 9 november 2024, houdende Besluit vergelijking buitenlandse rechtsvormen

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Financiën van 9 oktober 2024, nr. 2024-002216;

Gelet op de artikelen 1.11 en 2.14bis van de Wet inkomstenbelasting 2001, artikel 1a van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, artikel 1 van de Wet op de dividendbelasting 1965 en artikel 1.2 van de Wet bronbelasting 2021;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 30 oktober 2024 no. W06.24.00276/II);

Gezien het nader rapport van de Minister van Financiën van 7 november 2024, nr. 2024-0000514980;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1. Reikwijdte en definities

Artikel 2. Rechtsvormvergelijking

Artikel 3. Naamloze vennootschap en besloten vennootschap

De naamloze vennootschap en de besloten vennootschap bezitten de volgende wezenlijke kenmerken:

Artikel 4. Coöperatie en vereniging op coöperatieve grondslag

Artikel 5. Onderlinge waarborgmaatschappij en vereniging die op onderlinge grondslag als verzekeraar of bank optreedt

Artikel 6. Vereniging

De vereniging, niet zijnde een vereniging als bedoeld in artikel 4, tweede lid, of artikel 5, tweede lid, bezit de volgende wezenlijke kenmerken:

Artikel 7. Stichting

De stichting bezit de volgende wezenlijke kenmerken:

Artikel 8. Kerkgenootschap alsmede hun zelfstandige onderdelen en lichamen waarin zij zijn verenigd

Het kerkgenootschap alsmede hun zelfstandige onderdelen en lichamen waarin zij zijn verenigd bezitten de volgende wezenlijke kenmerken:

Artikel 9. Nederlandse publiekrechtelijke rechtspersoon

De Nederlandse publiekrechtelijke rechtspersoon bezit de volgende wezenlijke kenmerken:

Artikel 10. Maatschap en vennootschap onder firma

De maatschap en vennootschap onder firma bezitten de volgende wezenlijke kenmerken:

Artikel 11. Commanditaire vennootschap ofwel vennootschap bij wijze van geldschieting

De commanditaire vennootschap ofwel vennootschap bij wijze van geldschieting bezit de volgende wezenlijke kenmerken:

Artikel 12. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2025.

Artikel 13. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit vergelijking buitenlandse rechtsvormen.

stb-2025-339 (PDF)

Wet van 29 oktober 2025 tot wijziging van het Belastingplan 2025 in verband met het behoud van het verlaagde btw-tarief op cultuur, media en sport en een beperking van de jaarlijkse indexering van een aantal bedragen die gelden voor de inkomstenbelasting of de loonbelasting door middel van het beperkt toepassen van de tabelcorrectiefactor (Wet behoud verlaagd btw-tarief op cultuur, media en sport)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om het verlaagde btw-tarief op cultuur, media en sport te behouden, om wettelijk vast te leggen dat het bijbehorende overgangsrecht alleen toepassing vindt op het verstrekken van logies en vanwege het behoud van het hiervoor bedoelde verlaagde btw-tarief de jaarlijkse indexering van een aantal bedragen die gelden voor de inkomstenbelasting of de loonbelasting te beperken door middel van het beperkt toepassen van de tabelcorrectiefactor;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

In het Belastingplan 2025 komt artikel XXI, onderdeel B, te luiden:

B

In tabel I vervalt onderdeel b, post 11.

ARTIKEL II

ARTIKEL III

De bedragen, bedoeld in de artikelen en onderdelen, genoemd in artikel XXXV, onderdeel c, van het Belastingplan 2024, waarop artikel 10.1, eerste lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 van overeenkomstige toepassing is bij het begin van het kalenderjaar 2026, worden daarbij niet vermenigvuldigd met de tabelcorrectiefactor, maar met 1,01653.

ARTIKEL IV

Bij de toepassing van artikel 10.1 van de Wet inkomstenbelasting 2001 en artikel 22d van de Wet op de loonbelasting 1964 bij het begin van het kalenderjaar 2026 met betrekking tot de in artikel 8.11, tweede lid, eerste zin, onderdelen b en c, van de Wet inkomstenbelasting 2001 als tweede vermelde bedragen en artikel 22a, tweede lid, onderdelen b en c, van de Wet op de loonbelasting 1964 als tweede vermelde bedragen worden die bedragen berekend door het vóór toepassing van artikel I, onderdeel H, van het bij koninklijke boodschap van 16 september 2025 ingediende voorstel van wet tot wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2026) (Kamerstukken PM), nadat dat tot wet is verheven en die wet in werking is getreden, in artikel 8.11, tweede lid, eerste zin, onderdelen b en c, van de Wet inkomstenbelasting 2001 als tweede vermelde bedragen, te vermenigvuldigen met 1,01653 en vervolgens te verhogen met de in genoemd artikel I, onderdeel H, vermelde bedragen.

ARTIKEL V

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2026, met dien verstande dat artikel I toepassing vindt voordat artikel XXI, onderdeel B, van het Belastingplan 2025 wordt toegepast.

ARTIKEL VI

Deze wet wordt aangehaald als: Wet behoud verlaagd btw-tarief op cultuur, media en sport.

Wetswijzigingen integreren met je processen? Probeer Way 3 weken gratis.