Besluit van 10 september 2020 tot wijziging van het Tijdelijk experimentenbesluit stembiljetten en centrale stemopneming in verband met de invoering van een elektronisch vervangend briefstembewijs
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 10 juli 2020, nr. 2020-0000385902;
Gelet op artikel 3, tweede lid, aanhef en onder b, van de Tijdelijke experimentenwet stembiljetten en centrale stemopneming;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 12 augustus 2020, nr. W04.20.0252/I);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 7 september 2020, nr. 2020-0000496748;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Het Tijdelijk experimentenbesluit stembiljetten en centrale stemopneming wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:
1.
Er is een register van briefstembewijzen. Dit register wordt beheerd door de burgemeester van ’s-Gravenhage.3.
Uiterlijk op de achtste dag voor de dag van de stemming stelt de burgemeester van ’s-Gravenhage uit het register een uittreksel van ongeldige briefstembewijzen vast, dat hij aan alle briefstembureaus verstrekt. Voorts verstrekt de burgemeester aan elk briefstembureau waarvan het adres staat op de retourenveloppe, bedoeld in artikel M 6, eerste lid, van de Kieswet uit het register een uittreksel van geldige briefstembewijzen die vermoedelijk naar dat briefstembureau worden verstuurd.4.
De burgemeester bewaart het register drie maanden nadat over de toelating van de gekozenen is beslist. Daarna vernietigt hij dit onmiddellijk. Van de vernietiging wordt proces-verbaal opgemaakt.5.
De artikelen 16 en 18 van de Algemene verordening gegevensbescherming zijn niet van toepassing op verwerking van persoonsgegevens bij of krachtens dit artikel.B
Artikel 9 vervalt.
C
Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:
5.
Aan de kiezer die zijn werkelijke woonplaats in Aruba, Curaçao of Sint Maarten heeft kan het vervangend briefstembewijs alleen per post worden toegezonden of in persoon worden uitgereikt.6.
Op het vervangend briefstembewijs wordt een nummer vermeld.7.
Bij ministeriële regeling wordt voor het vervangend briefstembewijs een model vastgesteld.D
Na artikel 10 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 10a
In artikel M 7, derde en vijfde lid, van de Kieswet wordt in plaats van «het briefstembewijs» telkens gelezen: het briefstembewijs dan wel het vervangend briefstembewijs.E
Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:
2.
Het briefstembureau houdt in het uittreksel van geldige briefstembewijzen aantekening bij van de kiezers die tot de stemming zijn toegelaten op basis van een vervangend briefstembewijs.3.
Indien het nummer van een briefstembewijs dan wel vervangend briefstembewijs niet voorkomt in het uittreksel, bedoeld in het tweede lid, neemt het briefstembureau contact op met de burgemeester van ’s-Gravenhage.4.
Indien de burgemeester er blijk van geeft dat een briefstembewijs of vervangend briefstembewijs met dat nummer eerder is ontvangen door een ander briefstembureau, dan wordt artikel M 11 van de Kieswet toegepast. Heeft niet eerder een ander briefstembureau een briefstembewijs of vervangend briefstembewijs met dat nummer ontvangen, dan voegt het briefstembureau dat het briefstembewijs of vervangend briefstembewijs heeft ontvangen het nummer toe aan zijn uittreksel van geldige briefstembewijzen en tekent het briefstembureau in wiens uittreksel van geldige briefstembewijzen het nummer voorkomt, daarin aan dat het ontvangen is.F
Na artikel 11 wordt in hoofdstuk 2, paragraaf 2.3, een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 11a
Het bepaalde in de artikelen N 16, eerste lid en V 7, eerste lid, van de Kieswet aangaande briefstembewijzen is van overeenkomstige toepassing op vervangend briefstembewijzen.G
In artikel 18, tweede lid, wordt «elektronisch verzenden van het stembiljet» vervangen door «elektronisch verzenden van het stembiljet en het vervangend briefstembewijs», wordt na «het briefstembewijs,» ingevoegd «het vervangend briefstembewijs,» en wordt «register ongeldige briefstembewijzen» vervangen door «register van briefstembewijzen alsmede de uittreksels, bedoeld in artikel 8, derde lid,».
Artikel 10a
In artikel M 7, derde en vijfde lid, van de Kieswet wordt in plaats van «het briefstembewijs» telkens gelezen: het briefstembewijs dan wel het vervangend briefstembewijs.
Artikel 11a
Het bepaalde in de artikelen N 16, eerste lid en V 7, eerste lid, van de Kieswet aangaande briefstembewijzen is van overeenkomstige toepassing op vervangend briefstembewijzen.
ARTIKEL II
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2021.