Besluit van 13 mei 2022 tot wijziging van het Besluit politiegegevens en het Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens in verband met het mogelijk maken van het in bepaalde gevallen weigeren van afgifte van een verklaring omtrent gedrag op basis van politiegegevens
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister voor Rechtsbescherming van 22 februari 2022, Directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 3817099;
Gelet op de artikelen 18, eerste lid, en 23, tweede lid, van de Wet politiegegevens en de artikelen 9, eerste lid, en 13, eerste lid, van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 14 april 2022, nr. W16.22.00013/II);
Gezien het nader rapport van Onze Minister voor Rechtsbescherming van 12 mei 2022, Directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 3989383;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Het Besluit politiegegevens wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 4:3, eerste lid, onderdeel a, onder 4°, wordt na «de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens» ingevoegd «en de verdere verstrekking van die gegevens aan de Adviescommissie VOG-politiegegevens, bedoeld in artikel 35a, vierde lid, van die wet, ten behoeve van de toepassing van artikel 44a van het Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens».
B
Aan artikel 4:6, eerste lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel e door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
- de ambtenaren van Onze Minister van Justitie en Veiligheid, ten behoeve van het doel, bedoeld in artikel 4:3, eerste lid, onderdeel a, onder 4°, voor functies aangewezen op grond van artikel 35a, eerste lid, van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens.
ARTIKEL II
Na artikel 44 van het Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 44a
1.
Beslissingen omtrent de afgifte van een verklaring omtrent het gedrag als bedoeld in artikel 35a, eerste lid, van de wet en de justitiële gegevens en politiegegevens die zijn verstrekt ten behoeve van de onderzoeken die aan deze beslissingen zijn voorafgegaan, worden desgevraagd door Onze Minister verstrekt aan de Adviescommissie VOG-politiegegevens ten behoeve van de taak, bedoeld in artikel 35a, vierde lid, van de wet.2.
De Adviescommissie VOG-politiegegevens vernietigt de op grond van het eerste lid verstrekte gegevens uiterlijk negen maanden na de datum van de verstrekking.Artikel 44a
ARTIKEL III
Dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop de wet van 11 november tot wijziging van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens in verband met het mogelijk maken van het in bepaalde gevallen weigeren van afgifte van een verklaring omtrent het gedrag op basis van politiegegevens (Stb. 2021, 559) in werking treedt.