Besluit van 5 september 2022, houdende uitvoering van de artikelen 570, tweede lid, en 575, van het Wetboek van Strafvordering (Besluit innovatie strafvordering)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister voor Rechtsbescherming en Onze Minister van Justitie en Veiligheid van 30 juni 2022, directie Wetgeving en Juridische Zaken; nr. 4082944;
Gelet op de artikelen 570, tweede lid, en 575 van het Wetboek van Strafvordering;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 20 juli 2022, No.W16.22.00079/II);
Gezien het nader rapport van Onze Minister voor Rechtsbescherming en Onze Minister van Justitie en Veiligheid van 25 augustus 2022, directie Wetgeving en Juridische Zaken; nr. 4147459;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 1
Artikel 2
Een hulpofficier van justitie als bedoeld in artikel 146a van het Wetboek van Strafvordering kan door zijn werkgever worden aangewezen voor het uitoefenen van de bevoegdheden, genoemd in artikel 570 van het Wetboek van Strafvordering, indien hij beschikt over specifieke kennis en vaardigheden, benodigd voor de uitoefening van de bevoegdheden.
Artikel 3
Toepassing van de artikelen 571 tot en met 574 van het Wetboek van Strafvordering vindt slechts plaats in de arrondissementen Gelderland, Overijssel en Zeeland-West-Brabant.
Artikel 4
Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Artikel 5
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit innovatie strafvordering.